Over de Deugd van het Stilzitten
.
Het is te warm om veel te bewegen, misschien zelfs om hard na te denken, en dus is lezen zowat het enige dat een mens kan doen als hij geen ozon of fijn stof wil binnenkrijgen.
De gazetten vullen hun pagina’s met rubriekjes waarin BV-s vertellen wat zij als vakantielectuur in hun reiskoffer stoppen. Ik lees die rubriekjes niet omdat ik om te beginnen niet geloof dat die mensen lezen, maar ondertussen wil ik graag wel vertellen waar ik zelf in bezig ben: De la Monnaie/Della Moneta (1750) van Ferdinando Galiani, de Napolitaanse econoom en diplomaat die hier al vaker ter sprake kwam. Hij liet dat werk anoniem verschijnen, op zijn tweeëntwintigste, waarbij hij het liet uitschijnen alsof de auteur een zestiger was die alles al meegemaakt had.
Nog binnen het jaar kwam zijn bedrog aan het licht, en Galiani werd een wetenschappelijke ster. Turgot bijvoorbeeld, bij het indienen van een begroting (toen nog een serieuze kwestie), citeerde Galiani. Toch is zijn naam verdwenen. Als wij aan economen denken dan zijn dat Locke of Smith of Ricardo of Malthus: uitsluitend Engelse teksten.
Om te beginnen een literair meesterwerk. Een economisch werk natuurlijk, waarin hij uitlegt waarom goud, zilver en koper waardevol zijn, en wat hun ruilwaarde nu precies uitmaakt. Maar tegelijk is zijn werk een historisch en cultureel archief. Klinkt dat droog? Galiani is zo spits en grappig altijd!
Om u een beetje op smaak te brengen lezer, geef ik een citaatje, niet dat dit het hoogtepunt is, maar heimelijk omdat ik hoop dat ook Verhofstadt, of anders zijn broer het leest, misschien zelfs in Toscane (een wat ongezonde omgeving volgens Galiani).
Hieronder heeft hij het over de drift van regeerders om steeds nieuwe wetten te maken, zonder zich aan de uitvoering van reeds bestaande wetten veel gelegen te laten liggen. Wat Galiani aanprijst is de deugd van het stilzitten. Hij als 22-jarige! een leeftijd waarop anderen nog aan hun eerste gloedvolle manifesten moeten beginnen.
[…] c’est que les hommes croient toujours bien faire en agissant et que, s’ils n’agissent pas, tout va mal. Et on ne trouve jamais un magistrat qui veuille se vanter de n’avoir rien fait. Et pourtant ne rien faire non seulement est une chose bien des fois pleine de mérite et d’utilité, mais c’est en outre chose très difficile et beaucoup plus pénible qu’il ne semble à executer. Et si l’on considère que toutes les bonnes lois, que l’on peut faire sur quelque matière que ce soit, on peut en un instant les faire et les rassembler sur une seule feuille, on s’aperçoit aussi que lorsqu’on a parfaitement agi et que l’on veut en outre (sans se contenter de faire exécuter les décisions prises) continuer à légiférer, le bien se corrompt inévitablement et le pire survient. Et même si l’on ne fait pas de mal, vouloir trop minutieusement réglementer les choses, c’est en soi un très grand défaut. Exemple en est la République florentine: suivant la nature du caractère de ses concitoyens, et voulant toujours se perfectionner dans les vétilles les plus infimes, elle ne fut jamais réglée dans les grandes.
De la Monnaie/Della Moneta
Édité et traduit sous la direction de André Tiran
Traduction coordonnée par Anne Machet
Ed. Economica, Paris, 2005, pp.303-5
.