29 oktober 2006

Nu was het bijna helemaal goed Yves !

.

Uit het hoofd citeren kan verraderlijk zijn, maar een zorgvuldige mens die iets niet zeker weet, een vreemde uitdrukking bijvoorbeeld, die zoekt het op. Vooral voor het Engels is dat kinderspel tegenwoordig. Werkelijk alles is op het web te vinden. Het blijft uitkijken natuurlijk, want de citaten kunnen ook daar vals zijn.
Zo zag ik laatst op enkele sites de uitdrukking “save a penny, lose a school”, die oorspronkelijk gebruikt werd in een krant die de kortzichtigheid en schraapzucht van een plaatselijk bestuur aan de kaak stelde. Om de begroting te laten kloppen wordt er soms wild gesnoeid, bijvoorbeeld in het budget voor het onderhoud van schoolgebouwen, zodat deze na verloop van tijd op instorten staan. Grappige vondst in een mooi artikel, en zoiets gaat dan een eigen leven leiden.
Ook het artikel van Yves Desmet zaterdag ging over budgetten die met kortzichtige truuks bijeengehouden worden. Goed artikel ook, over de rol van de overheid als slechte betaler, over Reynders als onbekwame minister &cet. Voor inhoud een tien!
Maar kijk, dan is het spijtig om daar plots “save a penny, lose a dime” te zien staan. C'est comme un coup de poing dans l’œil, Yves! Met het verlies van een dime kan zelfs een bedelaar nog leven. Ook in de Verenigde Staten van Amerika is de vaststaande uitdrukking wel degelijk: save a penny, lose a pound – en er zijn nog uitdrukkingen met dat woordenpaar, bijvoorbeeld penny wise, pound foolish.
Dat pond ontbreekt nooit, ook al werken zij daar nu met dollars, en met quarters, nickels en jouw dimes.
.

P.S. en nu je hier toch bent, Yves: kun je aan Fabian Lefevere, die redacteur die op p.16 de bijeenkomst in Gent versloeg (met Dedecker, Coveliers en Bouckaert), eens zeggen dat hij niet geforceerd origineel mag doen? Fabian constateerde op die vergadering: "Erg opvallend woensdagavond waren de hoge ph-waarden in de zaal, al waren het veel meer Hugo Coveliers en Boudewijn Bouckaert die van de bijeenkomst een oefening in verzuring maakten." Wil je hem eens expliceren, of laten expliceren, dat juist lage pH-waarden (ónder de 7 dus ...en zó geschreven, want die H slaat op ionen) als zuur worden omschreven? En nog een kleinigheid; ik weet dat je graag de Soir leest, en dat is goed, maar in je zin "Maar het ergste van al is dat het pure symptoombestrijding is en niets verhelpt aan het wezenlijke mechanisme." staat een storend gallicisme. We zoeken dat, als oefening.

26 oktober 2006

De Standaard kent Ipsos niet, en Ipsos kent zichzelve niet

.
Bij De Standaard zijn ze vandaag weer in hun nopjes, want ze kunnen over een enquête klappen. Samen met Le Soir en de RTBf lieten zij de firma Ipsos zevenhonderd drieëntachtig Belgen ondervragen (geen willekeurig aantal lezer: 783 is het priemgetal negenentwintig, maal drie tot de derde, en gij nu!) en dat levert stof voor enkele paginaatjes, wellicht ook de komende dagen nog:

"BELG ZIET SPANNING MET ISLAM OPLOPEN"
roept de voorpagina,
en binnenin spreekt Bart Sturtewagen van de
Wil om elkaar ruimte te geven

Zaten wij daar op te wachten, op die wetenschap? Is zoiets niet tastbaar zonder enquêtes? Ik spreek niet voor politici/journalisten, nog minder voor politicologen, maar weten niet alle gebruikers van het openbaar vervoer, niet alle voetgangers in de stad, niet alle liefhebbers van cartoons, van historische citaten, van Mozartopera's, van Bouddhabeelden, van kunst in het algemeen, weten ook niet alle vrouwen, kortom niet alle beschaafde burgers dat al lang?
Misschien spelen er voor onze achteruitboerende pers markteconomische eisen: enquêtes kosten ongetwijfeld minder dan feitenjournalistiek. Echt gebeurde dingen vertellen is bovendien lastiger, minder comfortabel, en zeker minder paars. En het ís ook niet simpel om verslag te doen – van een moord bijvoorbeeld – als je niet eens de voornaam van een meerderjarige arrestant mag noemen, tenzij die een christelijke patroonheilige heeft.
Eerst nog iets over die firma Ipsos, die haar Head Office heeft aan de Avenue de la Couronne 159 – 1050 Brussels – Belgium.. Zó, en niet anders staat het op de site van mijn krant, en noch van de RTBf noch van de Soir verwacht ik dan enig bezwaar, maar DS had misschien een kanttekeningetje mogen maken. Et alors? zeggen zij daar, want dat citaat is door ongeveer al hun journalisten afzonderlijk al eens vers ontdekt, ik meen ongeveer gelijktijdig met die van De Morgen.
Bij Ipsos hebben ze vanzelfsprekend een CEO, en een Director Belgium, een Research Executive Belgium &cet, maar het blijft een Franse firma, genoteerd op de beurs van Parijs. Wél doen zij daar hard hun best om de klassieke Franse civilisatie achter zich te laten. Tenminste dat leid ik af uit hun amerikanizerende, en bijgevolg infantiele en lege reclamekreet: “It’s up to you!”.
Dat Ipsos, net als andere enquêteurs, er wel eens flink naastpakt zal niemand behalve kwaliteitsjournalisten verwonderen, maar zelfs van hen had ik verwacht dat een devies als “Nobody’s Unpredictable” hun argwaan had kunnen wekken.
Is immers niet de clou van alle afgeleiden van de sociologie, waaronder het enquêteren, dat elk individu juist wél onvoorspelbaar is en dat er enkel –heel soms– over groepen iets betrouwbaars kan worden verteld?
Aan enquêteurs kun je beter nooit geld spenderen lijkt mij, maar als je dat voor je eigen comfort per se wilt, dan is het uitkijken naar een bedrijfje dat tenminste de eerste begrippen, de uitgangspunten van de zogenaamde maatschappijkunde lijkt te beheersen.

Maar hallelujah, we hebben nu cijfers! Die mogen dan even somber zijn als de realiteit op straat, zij hebben tenminste het voordeel dat je er een draai aan kunt geven. Studenten, weet ik nog, hebben tijdens de blok soms de neiging hun tijd te verliezen met het ordenen en herschikken van hun studeertafel. Op de duur zullen zij toch aan de slag moeten, en al geeft dat formele gedoe tijdelijk wat rust, straks moet er iets substantieels voor de dag komen.
In die zin begrijp ik een journalistieke fraze als: vrees voor botsende beschavingen even groot als tolerantie. Die geeft immers meteen aan waarom al dat gequantificeer geen zin heeft. Dimensioneel verschillende, uiterst vage termen als vrees en tolerantie verdragen geen vergelijking. Een wederzijdse implicatie ertussen, een gelijkheidsteken dus, is al helemaal ridicuul.
Bart Sturtewagen vertelt ons nog eerlijk dat die hele telefoonenquête eigenlijk niet zoveel voorstelt, een ruwe maatstok zegt hij, want bijvoorbeeld de groep van moslims werd niet goed bereikt. Blijkbaar zijn het niet enkel rockconcerten waar die groep voor past. Maar goed: bij hen alvast geen vrees voor een botsing van beschavingen. In tegenstelling met intellectuelen, aldus Sturtewagen: Opmerkelijk is dat met name hooggeschoolden en mensen met een kaderfunctie of een vrij beroep somber gestemd zijn over de interreligieuze spanningen. Terwijl je zou verwachten dat zij, vanuit hun bevoorrechte positie en beschutte omgeving, relatief gematigder zouden denken op dit gebied.
Een hoog aantal angstigen constateert Sturtewagen, maar misschien stond er op de redactie toen juist een liedje van die brave Vermandere op. De boude veronderstelling dat intellectuelen misschien iets beter op de hoogte zijn van de bloedige geschiedenis van die godsdienst durf ik nauwelijks te maken, maar: is een somber gestemde mens voor Sturtewagen ook automatisch een minder gematigde? Wat betekent die term "gematigd" trouwens? Wat betekent overigens zijn titel, als hijzelf toegeeft dat de moslims onvoldoende ondervraagd konden worden?
Dat de christelijk-atheïstische Europeanen ruimte willen geven aan moslims, is dunkt mij al lang aangetoond. Het omgekeerde nooit. Een kerk bouwen in een islamitisch land, waar zou dat kunnen? Sterker: een oorlogsmonument dat in een Rotterdamse buurt, De Baarsjes, stond – natuurlijk van lang vóór er een moskee werd gebouwd – moest wég vonden de aangename nieuwe bewoners. Dat monument had een "te christelijke uitstraling".
Ik weet het, dit is gewoon een feit, één uit vele misschien, maar geen wetenschappelijk cijfer. Toch, waar zat die wil van Sturtewagen om elkaar ruimte te geven?
Hij besluit licht kortademig dat er niet geheel onverwacht een duidelijke behoefte bestaat aan nog maar eens meer informatie. Ja, feiten graag! en die zullen wij van De Standaard krijgen.
Een krant die wél feiten rapporteert, de NRC, schreef over De Baarsjes. In Nederland is men de enquêtes al een tijdje voorbij, en komt men terzake. Het monument is teruggeplaatst. Die Nederlanders wensen blijkbaar dat Nederland Nederlands blijft.
Ook hier zullen enkele zaken weer op hun plaats moeten komen.
.

24 oktober 2006

A wise man does at once, what a fool does at last


.Mij gaat het niet snel genoeg, maar Yves Desmet lijkt op sommige punten tot inkeer te komen. Vandaag schrijft hij:

Een politicus die de scheiding der machten ter discussie stelt, is het niet langer waard te functioneren in een rechtsstaat.
Dit moment van klaarte zal op de instemming van elke rechtgeaarde democraat kunnen rekenen, en misschien is het wat flauw om Yves juist nu te herinneren aan zijn stilte toen enkele politici, al vóór Jean-Clo Vanco, niet deze scheiding ter discussie stelden, zoals hij zo mooi schrijft, maar haar koudweg aan hun laars lapten. Misschien waren er hogere Belangen in het spel toen, maar Desmet kwam bij die gelegenheden nauwelijks tot staatkundige beschouwingen.
Exemplorum gratia herinner ik mij Verhofstadt die een arrestatie in de Kamer aankondigde… en senaatsvoorzitster Lizin, née Verspeeten, die zich probeerde te bemoeien met een komende rechterlijke uitspraak.
Overigens heeft die Van Cauwenberghe in Charleroi niet, zoals Desmet in zijn ijver meent, “zich de absolute macht toegeëigend”, nee, Vanco had die macht van de kiezer gekregen.
Maar ook nu weer staan belangen op het spel, en dat weet Yves blijkbaar goed (C'est la logique présidentielle, et j'ai compris ça!). Zo lijkt het hem nuttig om een onterechte vergelijking te maken tussen wat Annemans na het Blokarrest zei over een (toen) komende verkiezingsuitslag, waarbij Annemans op vrijspraak rekende, en datgene wat Vanco zei over de voorbije uitslag, die volgens hem een kwitantie, zoniet een vrijbrief had opgeleverd. Voor de aankomende intellectueel Desmet is een dergelijk distinguo vooralsnog iets te hoog gegrepen.
Maar bovenal: wat ons krantenlezers moet worden ingeprent is dat Elio di Rupo totaal boven dat ouderwetse PS-gekonkel staat. En dát lijkt mij weer onwaarschijnlijk, gezien die man de PS van Charleroi een vol jaar liet betijen, misschien in de hoop dat zijn vertrouwensman Van Gompel de allergrootste frauduleuze kwesties nog rap “en règle” zou krijgen, met alle technieken die daartoe bestaan, en die helaas bijna allemaal onder het begrip valsheid in geschrifte vallen. Wellicht is Van Gompel daarin geslaagd, zodat zijn rol nu is uitgespeeld voor di Rupo. Van Gompel zal verder zwijgen, en hangen voor een verwarmingsketel. En dat is hem geraden ook, want naar mijn gevoel zit die man veilig waar hij nu zit, maar moet hij niet al te vlug de straat opgaan. Te cynisch? het zou niet de eerste afrekening zijn in dat milieu.
Absolute macht maakt totaal corrupt, zei lord Acton, en Desmet citeert hem goed, maar een ander citaat van Acton, bovenaan dit stukje, slaat zowel op hemzelf, Yves, als op Elio – al zou ik die laatste geen dwaas durven noemen.
________________________________
.
P.S. En misschien had onze kandidaat-Nobelprijs voor de Vrede, professor Spruyt wel gelijk in 2004 ? ...toen hij in zijn "Open brief aan alle democratische politici" stelde: Zoals wij aangaven en verder kunnen staven is het [in casu] Vlaams Belang immers niét geïntegreerd in de cultuur van de democratische rechtstaat – net dat wat zij eist van alle anderen – en lijkt het ons dan ook niet meer dan ‘normaal’ dat de staat ophoudt met het financieren […] en het normaliseren van aanvallen op de scheiding der machten.

20 oktober 2006

Werkpaarden en circuspaarden

.
Toen ik de titel van De Standaard gisteren zag, “PAARS IS WEER HELEMAAL TERUG”, met daarboven eerst een foto die goed de helft van mijn tabloid besloeg, toen dacht ik: wat voor beters kan een machthebber zich bedenken dan een braaf gareelpaard als Peter Vandermeersch? Peter likte zijn riemen en kettingen nog gewilliger dan de bijpaarden Yves Desmet en Luc Van der Kelen, al bleven ook die natuurlijk mooi aan de dissel lopen. Goeie werkpaarden alledrie.
Het zou verkeerd zijn om hier een vergelijking te maken met dressuurpaarden of met circuspaarden die zoals iedereen die niet blind is kan zien, hun kunstjes altijd met tegenzin vertonen omdat zij van de zweep hebben moeten leren. Gewone werkpaarden hebben geen zweep nodig en zijn content met wat suikerklontjes.
Er zijn mij geen financiële of andere experts bekend die het manègenummertje rond en om de begroting hebben toegejuicht, maar de zacht gefluisterde labeurpaardenafspraak was duidelijk: misschien niet het land, maar toch zeker Verhofstadt stond er weer, helemaal.
De volgende dagen mogen experts in dezelfde krantjes brandhout maken van de disselboom waar de correcte journalist aan vastzit. Geen probleem, want gezeur achteraf daar slaat geen mens nog acht op.
.

14 oktober 2006

Tom Naegels, Aznavour, Saint-Amour, Armenië en het begrip holocaust

.
Ik betwijfel sterk of het een goede tactiek is om tegen een interessante vrouw die je pas hebt ontmoet, al meteen in je openingszin over de holocaust te beginnen. Dat onderwerp lijkt mij wat scherp.
U zult hier opwerpen, lezer, dat in genoemde situatie nooit zekerheden bestaan, en dat elke methode haar verborgen mérites kan bezitten. Ik betwist dat niet, maar sprak in het algemeen. Even de taal van managers: bepaalde nichespelers zullen met deze ongebruikelijke methode eventueel hun voordeel kunnen doen.
Denken wij aan Tom Naegels. In de laatste Saint-Amour-show moet die zich hebben afgevraagd of het überhaupt mogelijk was een relatie aan te gaan met een vrouw die nog nooit van de holocaust had gehoord. Wat Toms antwoord was op zijn eigen vraag weet ik niet, maar de vrouwelijke kritiek op zijn optreden was niet mals.
Nochtans kun je de man begrijpen: in zulke situaties check je preliminaire voorwaarden meteen. En als ik zijn jongste column daarover lees, dan zou ook Naegels zelf nog iets kunnen hebben aan een holocaustgesprek met een intelligent wezen. Bijvoorbeeld met een wezen dat de holocaust niet niét kent, en dus evenmin hem ontkent.
Naegels heeft over dat onderwerp wel enkele ideeën, maar die lijken wankel, en dus gevaarlijk. Laten wij hem eerst lezen, want volgens hem kun je de ene holocaust rustig ontkennen, de andere niet.


En wat is 'ontkennen'? Ik sprak afgelopen zomer, tijdens een reis door Turkije, met een journalist van de Turkse kwaliteitskrant Zaman. Die erkende dat er in 1915 gruwelijk veel Armenen afgeslacht zijn, maar volgens hem ging het om een massamoord en niet om een genocide. De meeste Turken die ik ontmoette zaten op die lijn. Meestal zeiden ze ook: ,,In godsnaam, dat is negentig jaar geleden gebeurd, onder een ander politiek regime. Waarom vindt het Westen het zo belangrijk dat wij daarom op onze knieën gaan?"
Hier zitten wij meteen in een perverse gedachtegang, en ik zit al niet graag op een lijn. Het is allemaal een tijd geleden, ander régime, en dat op zich mag als rechtvaardiging gelden. Wat zijn de fijngevoelige onderscheiden tussen aanhoudende slachtpartijen en genocides? De autobiografie van Charles Aznavour is hier leerzaam: dat “andere regime” is gewoon een leugen. Aznavourian verhaalt hoe zijn hele familie is uitgemoord door de handlangers van Talat en consoorten, die het voor het zeggen hadden ook na de stichting van de (fascizerende) lekenstaat door Ataturk : […] mes oncles, tantes et grands-parents qui ne revinrent jamais de ce “Club Med de l’horreur”. Talat heeft nu nog standbeelden in Turkse steden, is het grote idool van de Grijze Wolven, en zijn nazaten waren vorige zondag op vele van onze kieslijsten terug te vinden. Wij mogen nog van geluk spreken dat het hier enkel om democratische lijsten ging. Sommigen, zoals genaamde Kir werden daarna zelfs eerste schepen als ik het goed heb.
Trouwens ook lang vóór 1915 zijn Armenen, en christenen in het algemeen door de Turken genadeloos uitgemoord. In de negentiende eeuw was de slachting misschien nog groter, en zij was al eeuwen aan gang – Turkije was tenslotte een christelijk land oorspronkelijk, Griekssprekend, waar de islam is verbreid …met het zwaard, zoals die geciteerde keizer nog moedig opmerkte.
Geen genocide! zegt Tom, aangezien het maar slachtpartijen waren. Ziet hij geen eeuwenlange systematiek? Zo blind kan iemand toch niet zijn? En hoe stelt onze Tom zich het lot van de christenen (0,3% nog…) in Turkije nú voor? Zijn hem geen recente feiten bekend? Hij wil ze niet kennen, maar dat is zijn recht want er is, als gezegd, een onderscheid tussen de negationismen:

Ik weet het, er is een precedent. De Holocaust mag ook niet ontkend worden. En daar ben ik wél voorstander van, toch als het gaat om de glasharde ontkenning: ,,Hitler had nooit de intentie om de Joden uit te roeien en heeft daar ook geen poging toe ondernomen.'' Maar de wet die het ontkennen van de shoah strafbaar stelt, gaat niet in de eerste plaats om geschiedenis. Uiteindelijk maken we ons geen zorgen omdat sommigen een historisch feit betwisten. We maken ons zorgen over de gevólgen van die betwisting. Iemand die de Holocaust ontkent, doet dat om de nazi's goed te praten, en hij praat de nazi's goed omdat hij hoopt dat hun ideeëngoed opnieuw opgang zou maken. Misschien wenst hij dat er een nieuwe Holocaust komt, opnieuw tegen Joden, of tegen zwarten of Arabieren of een andere bevolkingsgroep. Dát willen we tegengaan, dus verbieden we elke redenering die dat gedachtegoed kan ondersteunen. Wie de Armeense genocide ontkent, hoopt daarom nog niet dat de Armenen alsnog over de kling gejaagd worden. Die doet dat (meestal) omdat hij trots is op zijn Turkse identiteit en niet kan leven met een smet op het Turkse blazoen. Dat is verkeerd, maar het is wel van een andere orde. Het ontkennen van de Armeense genocide is minder gevaarlijk dan het ontkennen van de Holocaust.
Een weetje over dat "precedent", dat Tom wellicht van pas kan komen bij een volgende Saint-Amour, of bij een kwis: het woord holocaust werd, in de betekenis die wij nu kennen, voor het eerst gebruikt in Engelse kranten van tijdens de Eerste Wereldoorlog, en het sloeg op de genocide van de Turken, op de Armenen. Dus Tom, als je het woord gebruikt, dan met een onbepaald lidwoord graag, niet meer dé holocaust.
Verder lijken in bovenstaande alinea van hem vooral bedoelingen, vermoede bedoelingen dan nog, doorslaggevend om te besluiten tot strafbaarheid. Zoiets kun je niet ernstig nemen. Ik lees wel dat Tom een reis door Turkije heeft gemaakt, en daar interessante mensen heeft ontmoet, maar om dan meteen alles te geloven wat je hoort… dat past niet voor een journalist. Bijvoorbeeld mensen die hem zeggen dat er een “verkeerd soort aandacht” bestaat in Europa, aandacht van de verkeerde mensen bedoelde zijn bron: dat is filosofisch, en journalistiek, en gewoon voor een denkend mens onaanvaardbaar.
Journalistiek gaat eerst en vooral over feiten Tom, niet over meningen over feiten, noch over het soort van mensen dat, misschien enkel voor de sport, aan feiten herinnert.
.

9 oktober 2006

Stad en Platteland, Hemel en Hel

.
Tot mijn ontzetting las ik vorige week in de kranten dat het Vagevuur misschien zal verdwijnen. Goede journalisten schrijven dat het begrip vagevuur op de helling staat. Of het er ook zal afschuiven weet nog niemand. Dat blijft onduidelijk en het begrip vagevuur, zou een Engelsman zeggen, bevindt zich in limbo. Op een grens dus, etymologisch. Wat wij wel weten, is dat een aantal theologen in Rome zich over de kwestie buigen.
En het is geen geringe kwestie, want het vagevuur is op de meest ingewikkelde en vertakte manieren met de christelijke leer verbonden, en bijgevolg ook met de Europese geschiedenis. Al onze talen hebben spreuken en zegswijzen ...met dat vagevuur erin. Zo gezien kàn het begrip niet eens verdwijnen, en die Romeinen mogen beslissen wat zij willen.
Maar om even met hen mee te gaan: louter theologisch reiken de implicaties van een afschaffing vér, tot goed voorbij onze tijdrekening. Immers, wij spreken hier niet enkel over het limbus infantum – waar de kinderen terechtkomen die vóór het doopsel sterven – maar ook over het limbus patrum, waar velen van onze voorouders zich bevinden, of alvast toch diegenen die vóór de Verlosser aan hun eind zijn gekomen.
Wat mij als Europese atheïst ter harte gaat, en met alle begrip voor de theologische oneffenheden: ik zie het begrip ongaarne verdwijnen, al was het maar omdat het, aan de grens tussen hemel en hel, ons een vaag humanisme schenkt.
Maar dat was vorige week allemaal, en in deze nog jonge week zijn er weer andere beslommeringen waarover ik het wilde hebben.
De dichter Heine schreef in 1835 vanuit Parijs een boek over de literatuur van zijn Duitse landgenoten, Die Romantische Schule. Duitsland was toen helemaal versnipperd in vorstendommen, en dat bracht mee dat ook de plaatselijke literatoren zich op beperkt terrein bewogen, niet met hun tijd mee waren.
Om met Jef Geeraerts te spreken, als ik hem vandaag bezig hoor op de radio, in zijn nabeschouwingen over het stemgedrag van de niet-steedse Vlamingen: zij gingen naar de mis, en daarna begaven zij zich aan vendelzwaaien en nazi-kreten. Goed, deze man is zevenenzeventig, en niemand die het hem nog kwalijk neemt als hij zich eens te buiten gaat. Er zijn deerniswekkender voorbeelden dan Geeraerts.
Om over Heine verder te gaan, in zijn hoofdstuk zes vertelt hij aan de thuisgebleven Duitse collega’s over de Franse mentaliteit, die hij op vijf jaar tijd goed had leren kennen: hier in Frankrijk is Parijs zowat het enige dat telt.

Unter Frankreich verstehe ich Paris, nicht die Provinz; denn was die Provinz denkt ist eine ebenso gleichgültige Sache, als was unsere Beine denken; der Kopf ist der Sitz unserer Gedanken.
Met Frankrijk bedoel ik Parijs, niet het platteland; wat het platteland denkt maakt net zoveel uit als wat onze benen denken; het hoofd is de zetel onzer gedachten.
Heine is een buitengewoon grappige man, maar lezer, ik vrees dat ik terzake zal moeten komen, en eindelijk zeggen waar dit stukje over gaat. Niet over Parijs, of la Province, maar over Antwerpen en de rest van Vlaanderen.
Yves Desmet schreef gisteren over de grens tussen ‘t stad en het platteland. Over de grens ook in het stemgedrag van de Vlamingen, die op den buiten winst gaven aan het Belang, maar in de steden niet of nauwelijks. Yves Desmet aanroept in zijn stukje de wetenschap – die der sociologie of politicologie vermoed ik:
Niet het vermeende 'vreemdelingenlegioen' als zoveelste racistische uitleg van het Belang is daar de reden voor, wel een veel simpelere. Uit eerder wetenschappelijk onderzoek is al gebleken dat de centrumsteden van Vlaanderen goed tot zeer goed bestuurd zijn. Dat personen met nationale envergure, afkomstig uit alle democratische partijen, de stedelijke leefomgeving substantieel verbeterd hebben.
Dat heeft de burger niet alleen ook gezien, het is net dat wat hij of zij van zijn bestuurders verwacht. Als er één les te trekken valt uit deze verkiezingen, dan wel deze: wanneer een bevolking ziet dat het de goede kant uitgaat, dan beloont hij of zij het beleid.
Verderop heeft hij het nog over “slogans of hatelijk gezwam”, want als goede democraat weet Desmet beslist hoe je de dialoog met andersdenkenden gaande kunt houden.
Ach, tot daar het gelijk van onze Yves, die zich niet eens verontschuldigt als hij mensen onterecht beticht met zijn vooringenomen praatjes ...maar wat laat nu Het Laatste Nieuws aan zekere Jan Hertogen, socioloog, zeggen ?
Het Vlaams Belang is enkel achteruit gegaan of afgeremd in gemeenten met veel nieuwe Belgen van niet-Europese afkomst. Het zijn dus de allochtonen die in de grote steden, ook in Antwerpen, de democratie gered hebben. Dat stelt socioloog Jan Hertogen maandag.
Het Vlaams Belang is in Gent, Antwerpen en Mechelen niet gestopt doordat het Vlaams Belang minder kiezers lokte of door het "positieve beleid" dat er gevoerd wordt, zegt Hertogen. De verschillen worden vooral verklaard door de verhoging van het aantal stemgerechtigden van vreemde afkomst.
Hier geen vagevuur! Desmet moet klacht neerleggen tegen deze mijnheer Hertogen, een racist van het zuiverste water, die in de analyses treedt van de baarlijke Duivel Dewinter (die, te diens nadele gezegd, géén wetenschappelijk bewijs had, en zijn uitleg wellicht aan zijn eigen keukentafel had bedacht).
__________________

P.S. (10 oktober)

Wat mij bij Yves Desmet zijn mededelingen ook bijzonder intrigeerde was: dat hij blijkbaar op de hoogte is van wetenschappelijke studiën (uit welke discipline die afkomstig zijn deelt hij niet mee) die eindelijk hebben kunnen vaststellen of een stad (polis) goed, tot zeer goed wordt bestuurd.
Dat was sinds Plato en Aristoteles de vraag: wàt is goed bestuur? en als wij dat weten: is er bijvoorbeeld ook een ideaal bestuur?
Desmets mededeling is natuurlijk meer dan goed nieuws voor ons allemaal.
En precies zoals vóór enkele jaren de oplossing van de laatste stelling van Fermat mij plezier heeft gedaan, evenals de oplossing van het vierkleurenprobleem trouwens, en pas nog (door die rare Rus) de oplossing van het topologische vermoeden van Poincaré : ook hier, bij Desmets mededeling, verheug ik mij – zelfs in het besef dat zij mijn begripsvermogen overstijgt – over de oplossing van een zeer oud vraagstuk.
Het enige misschien dat hierbij een beetje steekt, is dat juist Yves Desmet hiervan eerder op de hoogte was dan ik... dat is kleinmenselijk, maar ja, journalisten zitten natuurlijk dichter op zulke nieuwtjes dan een simpele blogger. Euh, en ook steekt mij de bedenking dat deze wetenschappelijke doorbraak noodzakelijk het einde van de vrije mens aankondigt.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html