Balk en splinter
.
Wie over een gemene inborst beschikt, en daardoor van tijd tot tijd de aandrang voelt om iemand de grond in te boren, zo iemand heeft gewoonlijk weinig moeite om een geschikt doelwit te vinden. Zeker als de man ook Vlaamse kwaliteitskranten leest, kan een blinde greep al volstaan, want de ergernis ligt voor het rapen.
Echter, onmiddellijk stelt zich voor hem dan het probleem der middelen. Dient de man te kiezen voor gelijke wapens, de botte bijl dus, of houdt hij het bij zijn trouwe floret?
Ik dacht vanmorgen op de trein zowel aan bijl als aan floret, maar kwam in de loop van de dag tot de conclusie dat een propje staalwol al wapen genoeg was.
Het artikel van Reynebeau Marc, getiteld “Let op uw woorden” vertoonde tenslotte enkel wat vlekken. Voorts bedacht ik, gemeen, dat schaafwonden meer branden dan steekwonden.
Onze man schreef het volgende:
“Een gestudeerde N-VA'er vroeg zich af of het wel in het belang van een randgemeente is om bij een grootstad te worden gevoegd. Dat is een ernstige en relevante vraag. Maar zie hoe hij die vraag formuleerde: wat er te denken viel over een operatie waarbij 'een aantal landelijke gemeenten in een grootstedelijk wespennest worden meegesleurd' (DS 12 maart).
Het gaat me er nu even niet om dat deze Vlaamsnationalist, die ook nog eens taalkundige en docent is, hier een loeier van een taalfout maakt (het moet 'wordt' zijn in plaats van 'worden')...”
De columnist is zelf ook een gestudeerd man neem ik aan, anders word je geen columnist, en word je niet gevraagd voor grappige shows op de televisie. Nochtans gebruikt hij hier en verderop grootstad, een term die enigszins criticabel is, al wil ik daar niet zwaar aan tillen – het is een goed Belgisch woordje – en schrijft hij ook Vlaamsnationalist zonder streepje. Daar til ik evenmin aan.
Dat hij “worden” vervangen wil zien door “wordt” is erger.
Ik ga er voor het gemak nu van uit dat Marc in zijn studiën Latijn heeft gehad, misschien nog Grieks ook – denken wij aan het onderzoek in de krant van gisteren – al zou hij in dat geval wellicht de constructio ad sensum onthouden hebben uit zijn Spraakkunst. Of de constructie kata sunesin, κατα σύνεσιν om het wat deftiger te houden.
In elk geval, ook zonder Latijn of Grieks weet een gestudeerde Nederlandstalige dat “worden” hier volkomen correct is. Een ongestudeerde weet dat vanzelfsprekend. De VRT-taaldatabank geeft als een voorbeeld: Er zullen een aantal boeken verkocht worden voor het goede doel.
Goed, het kan altijd dat iemand een regel vergeet, en iedereen maakt fouten, zeker als het over grammatica gaat. Vocabularium blijft altijd het allerbelangrijkste in de Taalbeheersing.
Spijtig dan als wij Reynebeau een helemaal onbestaand woordje zien schrijven:
“...dat de Vlaamse Wooncode mogelijks discriminerend is.”
Mogelijk en zelfs mogelijkerwijs kende ik al, maar mogelijks ?
Ja, dat kende ik ook al, want Reynebeau gebruikte het eerder, en ik reikte hem toen nog kaars en bril aan.
Deze keer moet ik onze recidivist echter ferm ontraden om andere mensen zo terloops, zo offhand op taalfouten te wijzen. .Zinnetjes als: "Het gaat me er nu even niet om dat..." of. "Meneer Doomst, waarom denkt ook u niet eerst even na voor u wat zegt?" ...dát spel is hem te hoog gegrepen, zoals trouwens Mattheüs 7 5 onze columnist al een waarschuwing had moeten wezen:
Gij geveinsde! werp eerst den balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om den splinter uit uws broeders oog uit te doen.
–– Nu kom ik er niet meer toe om over de inhoud van zijn columnpje te spreken, maar dat kwam samengevat hier op neer: Leterme moet eens leren dat hij zijn woord moet breken, anders raken we nooit aan een mooie Belgische regering; die man moet aan de N-VA dringend uitleggen, en vervolgens aan zijn eigen kiezers uitleggen, dat al zijn woorden, tot eergisteren, geveinsd waren, en dat het plan altijd al was om gewoon voort te boeren.
.
2 opmerkingen:
Staalwol is een goede keuze. Dat dotje kan ik dan tegelijk ook gebruiken voor nog een andere balk en splinter. Reynebeau geeft ons, vanuit zijn moreel superioriteitsgevoel, de volgende keuze ivm met de door hem geviseerde persoon: "Ofwel is hij een politieke autist die alleen uit is op holle retoriek. Ofwel is hij zich eens niet bewust van het tendentieuze karakter van zijn taalgebruik. Om even later met een ultieme referentie zijn woorden kracht bij te zetten: "Dat bleek beangstigend helder uit de lange serie die De Standaard daar vorige maand over publiceerde".
Kijk, ofwel is Reynebeau zich niet bewust van het tendentieuze karakter van die 'lange serie', ofwel is hij een autistische historicus die denkt dat zijn krant een objectieve bron van bewijsmateriaal is.
Het adagium van de ware historicus: “Toon geen grote morele verontwaardiging, en moffel liefst ook het commitment ten opzichte van uw broodheer een beetje weg”, werd door Tacitus destijds kort vertaald als sine ira et studio.
Die ingesteldheid wil bij Reynebeau wel eens ontbreken.
Een reactie posten