11 december 2009

Gerhard Schröder moet zich wat vertild hebben



Een recht op minaretten?
De vadsige vrede van Gerhard Schröder

In Die Zeit van gisteren schrijft de oud-kanselier over “Het recht op torens”, en hij zegt: .“Het Zwitserse bouwverbod voor minaretten toont aan dat de kijk van Europa op de islam nog altijd het stempel draagt van angst en onwetendheid.” . Een antwoord.

De bekendste wijze gek van de Arabische wereld is Nasreddin Hodscha. Hij zou in de dertiende eeuw in Anatolië geleefd hebben, en onder Turken worden zijn avonturen vandaag nog doorverteld. Het gaat zo: Nasreddin kwam een theehuis binnen en verkondigde: “De maan is nuttiger dan de zon.” De mensen waren verbaasd en vroegen, hoezo? “Omdat wij ’s nachts het licht veel meer nodig hebben.”

Met zijn lucide inzichten betreffende de islam, doet het artikel van Gerhard Schröder over het Zwitserse minarettenverbod mij aan deze wijze man denken.
De vroegere kanselier schrijft over de maan: “De islam is geen politieke ideologie, maar een vreedzame religie. Dat leert de koran.” En als bewijs legt hij een dwaalspoor: “Het waren geen islamitische staten die zich aan de beide wereldoorlogen van de voorbije eeuw hebben bezondigd.”* Dat van die wereldoorlogen heeft ook niemand beweerd, maar hoe zit het met de Heilige Oorlog, die sinds zijn uitvinding in de zevende eeuw de helft van de toenmalig bekende wereld met zijn zwaard onderwierp, en die pas duizend jaar later, in 1693 voor Wenen, door de Polen gestopt kon worden? Leerde de koran dat?


Dubbele maatstaf
Tilman Nagel en Bassam Tibi, twee van de meest vooraanstaande islamexperten van onze tijd, deden hun opzoekingen, en doceerden in Göttingen, vlakbij Schröder. Beter dan ik hadden zij het hem kunnen uitleggen: islam betekent overgave aan de enige god. Hij omvat geloof, cultuur, levensbeschouwing en politiek. Zijn leer kent geen scheiding van Staat en Religie. Hij is ongetwijfeld ook een politieke ideologie, zelfs als Schröder dit graag van tafel geveegd wil hebben. Er zijn seculiere, verlichte moslims, maar de islam zelf kent tot dusverre geen Verlichting, en maakt de Mensenrechten ondergeschikt aan de richtlijnen van de sharia, het islamitische recht, zoals ook uit de Cairo-verklaring van de islamitische staten blijkt.
Wat Schröder schrijft over de minarettenkwestie is zonder meer discriminerend – voor seculiere moslims hier en bijvoorbeeld in Turkije.
Hij beschrijft de waarde van de democratie en de Verlichting vol-komen correct als “universeel”,  en tegelijk mag dat niet betekenen, “culturele en religieuze verschillen terzijde willen schuiven.” Ja, hoe zit het nu? In de controverse met de islam gaat het net om funda-mentele vragen, om de vrijheid van het individu, die religieus en cultureel bijvoorbeeld door het dwanghuwelijk ingeperkt worden, en om het afwerpen van religieuze betutteling. Schröder legt een dubbele maatstaf aan en relativeert.


Berekend relativisme
Je hebt enerzijds de Europeanen, die de Verlichting voor zich in pacht hebben genomen, en aan de andere kant de moslims, die zo ver nog niet zijn, en van wie je niet kunt verlangen dat zij de Mensen-rechten zouden eerbiedigen en toelaten, of dat zij in hun land kerken zouden toelaten.
Over de mannenvriendschap van Schröder met Erdoğan of over de hoop op democratie geen kwaad woord, maar de vrouwen in Turkije worden onder de AKP-regering alsmaar verder in de marge van de samenleving geduwd, het huis in dus.
Nog slechts één vrouw op vier heeft een beroep. Vóór Erdoğan was dat nog een op drie.  Maar dat lijkt Schröder niet zo belangrijk, want voor hem zijn het “de zeldzame gevallen van dwanghuwelijken” en het “hoofddoekenverbod” die het moeten ontgelden voor het slechte imago dat de moslims hebben. Het dagelijkse leven van de moslims lijkt de “Zeit”-auteur enkel bekend van de nieuwsberichten.
Zijn houding is die van een machthebber, die problemen relativeert en waarden formuleert als die in de politieke berekening passen. Deze houding heeft niet enkel de sociaaldemocratie en het sociaal werk decennia lang ook in de integratiepolitiek verkondigd. De moslim-migranten, daar ging men van uit, zijn nog niet zo ver, wij mogen van hen niet te veel eigen verantwoordelijkheid eisen.


Afgrenzing van de civiele samenleving
De moslims hebben recht op moskeeën en minaretten. Het referen-dum in Zwitserland over een verbod daarop was een angstkreet, een tragische beslissing. Er is amper een Zwitser namelijk die het recht bestrijdt van de moslims om hun religie te beleven, en zo goed als iedereen erkent het recht van de Zwitsers zelf, om uit te maken op welke manier zij met elkaar willen leven. Tragisch is de situatie hier-door, dat er op een legitieme manier een beslissing werd genomen over een zaak die er helemaal niet toe doet. Moslimorganisaties, de Turkse regering, en nu ook Schröder menen dat er over de vrijheid van godsdienst is gestemd, en dat er een minderheid werd gediscri-mineerd. Zulke critici van Zwitserland sloven zich uit in plaatsver-vangende schaamte voor het volk en voor Europa. Feitelijk willen zij niet de discussie over de islam aangaan maar, zoals altijd, die over de schuld van Europa.
Ook in Duitsland doen islamverenigingen aanvragen tot het bouwen van moskeeën. Er zijn 150 moskeeën met of zonder minaret gepland of in aanbouw. Meestal zijn het afkooksels van Osmaanse Sinan-moskeeën met koepel en minaret, helemaal zoals die in tienduizend-voud in Anatolië staan, waarlijk geen “architectonische wonderwer-ken”. Ook architectonisch heeft er geen integratie plaats. Hoogst zelden verneemt men wat er in die moskeeën zo nodig staat te gebeuren, of wie ze financiert. Meestal worden geen sacrale ruimten gepland, maar islamitische centra.
De moslimgemeenschap heeft problemen met een civiele, burgerlijke maatschappij. Een open dialoog over dat “wat” de islam is,  vindt namelijk niet eens plaats in de islamconferentie, er komt enkel ter sprake “hoe” een groep moslims de islam wenst te beleven, bijvoor-beeld met moskeeën en hoofddoeken, met de symbolen van de halve maan en het zwaard.


Systeem en geloof
Het echte “achtertuintje” is de afgrenzing tegenover de open civiele maatschappij. Het wantrouwen van de Zwitsers tegenover moskee-verenigingen komt ook voort uit de samenzwering die in de moskeeën beoefend wordt.  Zelfs de Zwitserse regering weet niet wat er in de moskeeën gepredikt wordt. Van de moslims vernemen de Zwitsers even weinig als de Duitsers. Maar ook dat zal onder de vrijheid van godsdienst vallen.
Dat de islam een “systeem” is, en niet enkel het geloof in één god, wil ook Schröder liever niet begrijpen, en opnieuw zijn het de Europea-nen en hun media die moeten veranderen, en die de moslims met “andere ogen” moeten bekijken. Met deze alweer enkel tot het Westen gerichte eis, valt de oud-kanselier ons, seculiere moslims, in onze strijd met de bewakers van de islam in de rug aan.
Ik weet niets van gasleidingen af, en dus schrijf ik er ook niet over. Ik schrijf over de islam en die is, Gerhard Schröder mag het van mij aannemen, niet dat wat men bij de schaduw van de halve maan ziet. Als Anatolische emigrante wil ik met de staatsman de wijsheid van Nasreddin delen: Hodscha ging altijd achterwaarts op zijn rijdier zitten, omdat hij niet in dezelfde richting wilde kijken als zijn ezel.

De sociologe Necla Kelek liet laatst het boek verschijnen: “Bitterzoet geboorteland, bericht uit het binnenste van Turkije”.


Text: F.A.Z., 11.12.2009

* Zoals een lezer van Die Zeit opmerkt, lijkt Schröder niet te weten dat Turkije in de Eerste Wereldoorlog aan Duitse zijde streed, en de djihad verklaarde aan de Serviërs in Kosovo. Ook moet het hem ontgaan zijn dat in de Tweede Wereld-oorlog de Arabieren, Albanezen, Kosovaren en Bosniërs met Hitler meevochten.

2 opmerkingen:

hel decker zei

Necla Kelek heb ik leren kennen via uw/jouw blog. A hell of a woman. En dat bedoel ik positief ;-)

Marc Vanfraechem zei

Dat doet mij plezier Hel Decker (en in het vervolg zeggen wij "jij" natuurlijk!).

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html