Een nog jonge mythe
De Franse Bask Arnaud Imatz is historicus en essayist. Enkele dagen geleden gaf hij een conferentie voor de Parijse Cercle Aristote, en zijn hoofdthema was de onbruikbaarheid van de begrippen 'links' en 'rechts'. In 1997 schreef hij een boek met als titel: Par-delà droite et gauche. Volgens Imatz is het verschil tussen links en rechts, vanuit historisch oogpunt minstens équivoque, onduidelijk, een term die hij van Aron leent. Ik vertaal het einde van zijn verhaal:
Laat ik eindigen met de weerstanden tegen immigratie, aangezien dit een thema is dat ons bezighoudt. Ook hier moet u weten dat de traditie van republikeinse gastvrijheid en totale openheid een complete mythe is. Integendeel is nationale aanhorigheid lange tijd het voorkeursprincipe van iedereen, of van bijna iedereen geweest. Nationale aanhorigheid was zelfs een links principe in de jaren negentientwintig en -dertig, en later de algemene regel van iedereen, tot in de jaren tachtig en negentig. Ik praat wel eens met Spaanse vrienden die weet hebben van wat zich bij het einde van de Spaanse Burgeroorlog heeft afgespeeld. Wel, als zij in Frankrijk aankwamen, bestond die traditie nog niet. En wie was het ook alweer... Daladier stond aan het roer, en die traditie van openheid was er nog niet.
Zo werden tussen de twee oorlogen – om even concreet te worden – wetten aangenomen, een wet van 22 juli 1923, over het aanmoedigen van grote inlandse gezinnen; de wet van 11 augustus 1926 ter afscherming van de nationale arbeidsmarkt; de wet van 10 augustus 1932 ter bescherming van de werknemers.
In die periode van 1920 en ’30, eist de CGT* de meest strikte onbuigzaamheid ten aanzien van vreemdelingen, en werpt zich op als voorvechter van quota. In december 1936 laat de minister van binnenlandse zaken van het Front Populaire, Roger Salengro 10 decreten ter bescherming van de landgenoten-werknemers aannemen.** En nadat hij Léon Blum is opgevolgd doet de radicaal*** Daladier hetzelfde. In 1938 laat ook hij tientallen wetten en decreten aannemen die de inwijking en het verblijf van vreemdelingen op het nationale grondgebied op drastische manier regelen.
Na afloop van de Tweede Wereldoorlog blijft de houding van de meerderheden ongewijzigd. De radicalen, de radicaal-socialisten, de socialisten en de christendemocraten gaan zo goed als allemaal akkoord om op de gevaren van immigratie te wijzen. Het is pas aan het eind van het tweede mandaat van Mitterrand en onder het presidentschap van Chirac dat de mythe van een republikeinse traditie van openheid en gastvrijheid is bedacht: een compleet verzinsel.
________
* Confédération Générale du Travail, socialistische vakbond.
** Dat moet postuum gebeurd zijn want hij stierf in november 1936 (zelfmoord na een lastercampagne uitgaand van de Action française).
*** Parti radical.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten