5 februari 2017

De "deplorables" van de achttiende eeuw


In die term deplorables van Hillary Clinton zit toch een bepaalde empathie (om ook eens die modeterm te gebruiken), maar in de achttiende eeuw noemde men slechte kiezers nog gewoon the dregs of the people.


Reflections
on
The Revolution in France
and on the Proceedings in Certain Societies in London Relative to that Event
in a Letter Intended to have been sent to a Gentleman in Paris
Edmund Burke
[1790]

In de gezaghebbende uitgave van Conor Cruise O'Brien (1986, Penguin Classics) staat wat hier volgt op de pagina's 145-146


Ik weet wel dat men ons voor een saai, futloos volkje houdt, dat lijdzaam is geworden omdat het zijn situatie wel draaglijk vindt, en dat aan zijn mediocre vrijheid juist een beletsel heeft om deze ooit ten volle te bereiken. Uw leiders in Frankrijk deden eerst nog alsof ze het Britse stelsel bewonderden, bijna adoreerden. Maar eens zij veld hadden gewonnen, keken ze er met diepe minachting op neer. Bij ons hier hebben de vrienden van uw Assemblée Nationale een al even lage opinie over wat eertijds nog als de trots van hun vaderland werd beschouwd.
De Revolution Society* is tot de bevinding gekomen dat de Engelse natie in onvrijheid leeft. Onze onevenredige vertegenwoordiging is, daar zijn ze van overtuigd, ‘een zo grof en tastbaar defect van ons bestel, dat dit hooguit in formele zin of in theorie voortreffelijk kan heten.’ En verder vinden zij dat niet enkel in een koninkrijk een wettelijk geregelde volksvertegenwoordiging de enige basis vormt voor elke constitutionele vrijheid, maar dat dit ook zo is voor ‘elk legitiem bestuur, en dat bij gebreke hiervan regeren gewoon neerkomt op usurperen’ – en dat ‘als de vertegenwoordiging maar partieel is, het koninkrijk enkel partiële vrijheid kent; en als ze extreem partieel is, er alleen een schijn van vrijheid bestaat; en indien niet enkel extreem partieel maar nog eens valselijk verkozen, dan wordt ze een hinderpaal.’
Dr. Price** beschouwt deze inadequate vertegenwoordiging als onze fundamentele reden voor misnoegdheid. En van deze valse schijnvertegenwoordiging hoopt hij dat ze nog niet haar volmaakte en diepste punt van verdorvenheid heeft bereikt. Hij vreest dat ‘er niets ondernomen zal worden om ons vooruit te helpen op weg naar die onontbeerlijke zegening, tot een of ander grof machtsmisbruik onze verontwaardiging oproept, of anders een grote ramp ons flink schrik aanjaagt, of wie weet, totdat de zuivere en evenredige vertegenwoordiging in andere landen schaamte bij ons opwekt, omdat wij met onze afschaduwing daarvan uitgelachen worden.’ En hij voegt hier een noot aan toe, in deze bewoordingen: ‘Een volksvertegenwoordiging, goeddeels gekozen door het Bestuur van de belastingen, en verder door een paar duizenden uit de droesem van de bevolking die voor hun stem gewoonlijk betaald worden.’
Hier zult u wel glimlachen bij de rechtlijnigheid van die democraten die in een onbewaakt ogenblik de meer bescheiden lagen van de gemeenschap met de grootste minachting bejegenen, en tegelijk voorwenden ervoor te zullen zorgen dat alle macht bij hen zal berusten.
________


* De Revolution Society was gesticht in 1788, ter herdenking van de Glorious Revolution een eeuw eerder – de term ‘revolutie’ had in Engeland toen nog een gunstige klank. Na de val van de Bastille stuurde de voorzitter van de Society, Charles Mahon, third Earl Stanhope, een felicitatiebrief aan de revolutionairen.
** Richard Price (1723-1791), dissidente presbyteriaanse predikant, voorstander van de Amerikaanse en Franse revoluties. Zijn A Discourse on the Love of Our Country van 4 november 1789, was voor Burke reden te meer voor het schrijven van de Reflections.

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html