8 december 2023

Ostentatio genitalium, de geslachtsdelen tonen

 In de krant lezen we over een voetbalcommentator die aan de wereld graag zijn genitaliën laat zien.* Dat kunnen we dégoûtant vinden maar we weten al langer dat exhibitionisme ook in de media wel voorkomt en de gazetten schrijven daar graag over.

Toch zou hun schriftuur erbij winnen en minder onsmakelijk zijn, als ze een voorbeeld namen aan een groot stilist als Giacomo Casanova.

In Genève, stad van Calvijn, ontmoette hij zekere Hélène die net als hijzelf beslagen was in de theologie: «La théologienne avait vingt-deux ans et elle était plus que jolie.»
Op een dag maken ze al discussiërend een wandeling, in het gezelschap van Edvige, een even mooi nichtje van Hélène, en al even bedreven in de theologie.
Casanova wierp een vraag op: «Admettez-vous que le Christ réunissait en lui toutes les perfections humaines?», want al sinds de XVde eeuw toonde de katholieke schilderkunst de geslachtsdelen van Christus, als bewijs van zijn menselijkheid: ostentatio genitalium.
Edvige antwoordde: «Tout à fait; en revanche, il ne participait pas aux infirmités humaines.» Maar in dat geval komt Zijn algehele menselijkheid in het gedrang, en men overwoog even om de kwestie voor te leggen aan Voltaire die vlak in de buurt, in Ferney woonde.

Maar zover kwam het niet, de gedachten dwaalden af:

En parlant de choses et d’autres nous arrivâmes à un bassin dont les marches en marbre descendaient vers une eau claire comme du cristal. Bien que l’atmosphère fut assez fraîche, nos têtes n’en étaient pas moins échauffées; l’idée me vint de proposer aux dames un bain de pieds qui leur ferait beaucoup de bien, et je leur demandai l’honneur de leur enlever leurs chaussures et leurs bas. «Eh bien, dit la nièce, je descends – Et moi de même, s’écria Hélène. – Parfait, mesdames ! Veuillez donc prendre place sur la première marche.» Je descends alors jusqu’à la quatrième marche, et en un clin d’œil les chaussures et les bas sont retirés. De très belles jambes s’offrent à mes regards dans tout l’éclat de leur blancheur d’albâtre; j’en vante les charmes, sans regretter pour le moment que me demeurent cachées les beautés qui se trouvaient plus haut. En descendant jusqu’à la marche où leurs pieds allaient toucher l’eau, les nymphes furent obligées de retrousser leurs jupes; la nièce du pasteur dit alors en riant à Hélène: «Qu’importe, les hommes aussi ont des cuisses!» Hélène ne voulut pas paraître moins courageuse que la cousine. Enfin, je leur déclarai que ça suffisait, car elles allaient s’enrhumer si elles restaient plus longtemps dans l’eau. Les jupes toujours retroussées, elles remontèrent alors les trois marches à reculons; puis ce fut à moi de les sécher avec tous les mouchoirs que j’avais. Le lecteur imaginera facilement que je mis à profit, dans toute son étendue, le précieux privilège de voir et de toucher ce qui réclamait mon assistance. La nièce du pasteur prétendit que j’étais un peu trop curieux, mais si c’était vrai, c’était la faute d‘Hélène; elle s’y prêtait en effet avec un regard si tendrement languissant que seul un Groenlandais aurait pu rester ici dans les bornes prescrites. L’essuyage achevé, je remis aux dames leurs bas en leur déclarant, en toute naïveté et franchise, que j’étais ravi d’avoir découvert les charmes les plus secrets des deux plus belles vierges de Genève.«Et quelle impression, demanda la cousine, vous a laissé cette vue? – Je n’ose pas vous en montrer le résultat, mais votre intuition devrait vous en informer».

in: Alain Boureau
Casanova
Un générateur de hasard
Paris, 2022, Les Belles Lettres, pp. 48-9


Vergelijk de twee laatste zinnen. De vertaling van Theo Kars is hier wel érg vrij, maar er zijn verschillende versies van Casanova's tekst gepubliceerd.

De kritische uitgave van Histoire de ma vie verscheen bij Laffont in 2013 in de reeks Bouquins, en werd verzorgd door Jean-Christophe Igalens en Érik Leborgne. Niet te verwarren met de eerdere versie (ook bij Bouquins, maar niet meer herdrukt) van Francis Lacassin.

Hier mijn vertaling:

Terwijl we praatten over een en ander, kwamen we bij een bassin met marmeren trappen die beneden uitkwamen op kristalhelder water. Al was de sfeer nogal kil, onze hoofden bleven niettemin verhit; het idee kwam bij me op om de dames een voetbad te suggereren dat hen veel goed zou doen, en ik verzocht om de eer hun schoenen en kousen te mogen uittrekken. “Nou,” zei het nichtje, “ik kom naar beneden – en ik ook,” riep Hélène uit. – Perfect, dames! Nemen jullie plaats op de eerste trede. Ik stapte nu naar beneden naar de vierde tree en in een oogwenk waren de schoenen en kousen uit. Prachtige benen lieten zich aan mijn blikken zien in al hun albasten witheid; ik prees hun charmes,** zonder spijt op dat moment dat de schoonheden die hogerop zaten voor mij verborgen bleven. Toen ze afdaalden naar de trede waar hun voeten het water zouden raken, moesten de nimfen hun rokken opschorten; het nichtje van de dominee zei daarbij al lachend tegen Hélène: "Wat maakt het uit, mannen hebben ook dijen!" Hélène wilde niet minder dapper lijken dan haar nicht. Ten slotte zei ik dat het genoeg was, want ze zouden kou vatten als ze nog langer in het water bleven. Met hun rokken nog opgeschort stapten ze achterwaarts de drie treden weer op; nu was het mijn beurt om ze af te drogen met alle zakdoeken die ik had. De lezer zal zich makkelijk kunnen voorstellen dat ik ten volle profiteerde van het kostbare voorrecht om alles te zien en aan te raken wat mijn hulp nodig had. Het nichtje van de dominee beweerde dat ik iets té nieuwsgierig was, maar als dat zo was, dan was het de schuld van Hélène; zij leende zich er immers toe met een zo innig smachtende blik, dat alleen een Groenlander hier binnen de voorgeschreven grenzen had kunnen blijven. Toen het afdrogen voorbij was, gaf ik de dames hun kousen terug en vertelde hen in alle naïviteit en openhartigheid dat ik dolblij was de meest geheime charmes te hebben ontdekt van de twee mooiste maagden van Genève. “En wat voor indruk heeft die aanblik op u gemaakt?” vroeg het nichtje. – Het resultaat ervan durf ik je niet te laten zien, maar je intuïtie zou het je moeten vertellen".
__________________

  * De pudendis rebus cogit necessitas loqui, honestas circumloqui (Augustinus).
Noodzaak dwingt [ons] over oneerbare zaken te spreken, het fatsoen om dat omfloerst te doen.
** Al zegt Casanova elders dat, om hun schoonheid te beoordelen, hij de benen van vrouwen buiten beschouwing laat.
 

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html