Naïeve anti-identitaire goedmenendheid bevalt mij niet
.
De Heilige Barbara, de beschermheilige van de mijnwerkers, blijkt uit Turkije afkomstig, schrijft Lars Kwakkenbos in De Standaard. Aanleiding voor zijn artikel is een tentoonstelling in Genk, gewijd aan deze Barbara.
“Een Allochtone Heilige” zegt de titel.
Om de een of andere reden vind ik dit soort grapjes vermoeiend.
Vooraf gezegd: dat ik een goeie veertig jaar geleden mijn broek heb versleten in het Gentse college dat naar deze wonderbaarlijk mooie vrouw is genoemd, komt hierbij nog niet in mijn gedachten en heeft met mijn wrevel geen uitstaans.
De paters jezuïeten kweekten in die dagen wel meer apostaten weet ik, maar ook die onverlaten zullen begrip hebben, want of je toen geloofde of niet: tegen het examen godsdienst moest je je katholieke stof wel kennen. En zonder mij te mengen in het debat rond – resumerend gezegd – kennisoverdracht versus mondigheid, beklaag ik mij niet eens dat ik een aantal wellicht nutteloze Europese zaken nog weet, of toch half nog weet. Wat is een pateen, een pallium, een monstrans, een albe, een tabernakel, wat is de fractio panis, de agapè, de communie, wat is een vesper of een aflaat, een bul, een anathema, de Heilige Stoel, een karmeliet, een hond van de Heer, wat betekent het verlossende ite missa est dat wijzelf wel tien keer in ons binnenste hadden gezegd voor het eindelijk door de minister legitimus werd uitgesproken, wat is een apostaat tenslotte?
De Heilige Barbara leefde in de 3de-4de E., zij het enkel als een mooi verzinsel van latere vrome auteurs, want bijvoorbeeld de Heilige Hiëronymus met zijn slecht karakter vermeldt haar niet. Pas in de 8ste E. mag Barbara plaatsnemen in haar toren met de drie luikjes (Mysterium Trinitatis!). Ons schoolblad heette passend "Open Luik".
Barbaras wrede vader, Dioscuros, had wegens haar bijzondere schoonheid, en omdat zij zich tot het christendom had bekeerd, haar daarin opgesloten. Toen zij nog een gearrangeerd huwelijk weigerde, keelde hij haar, niet zonder eerst haar borsten te hebben afgesneden. Waar het verhaal van Barbara speelt is onduidelijk. Vaak wordt aangenomen dat zij een autochtone bewoonster van het Klein-Aziatische Nicomedia was – Νικομήδεια, in het Grieks, tegenwoordig İzmit, in het Turks. Oude bronnen geven ook Heliopolis in Egypte, andere weer Toscane (dat weten wij niet uit de eerste drie Burgermanifesten, het vierde mij nog onbekend zijnde, maar wel uit het Martyrologium Romanum parvum), of nog Antiochië, of Rome. Over Turkije was in die eeuwen nog weinig geweten.
Lars Kwakkenbos zal trouwens veel moeite hebben om een paar (volgens hem) niet-allochtone heiligen op te vissen uit die tijden. Er zijn er natuurlijk. Augustinus is een autochtone Algerijn, maar wat met bijvoorbeeld de Engelsman, bisschop Bonifatius? In onze streken hadden de autochtone, want al lang ingeweken Germanen het niet begrepen op het christendom en zij hebben aan die missionerende bisschop in het jaar 755, of 756 te Dokkum het martelaarschap verleend. Later pas steeg het getal der autochtone Europese heiligen explosief.
Merkwaardig vond ik dat de term allochtoon zo complexloos werd gebruikt door De Standaard: geen aanhalingstekens. Zelf gebruik ik ook nooit aanhalingstekens bij een term die vanzelf duidelijk is, maar veel mensen zie je tegenwoordig met hun wijs- en middelvingers naast hun oren staan krullen als zij zulke woorden gebruiken.
Maar dat er toch iéts te zeggen is voor die Turkse identiteit van Barbara, of eerder misschien voor een kennismaking van het 9de eeuwse Europa met een bijna vergeten barbaarsheid, geeft Kwakkenbos op onschuldige wijze zelf aan: En hoe waanzinnig is het dat een vader zijn dochter vermoordt?
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten