Een dwaling die in alle landen voorkomt
De naam Κασσάνδρα (Cassandra) wordt vandaag vaak afgeleid van κέκασμαι (kékasmai), schitteren, excelleren, en ανήρ (anèr), man, met als genitief andrós: zij die schittert onder de mannen. Bij Robert Graves (The Greek Myths, deel II, Penguin 1960) heette het nog dat de naam betekent “zij die mannen in verwarring brengt”. Wat er ook van zij – u mag zelf kiezen – feit is dat de mooie Cassandra in slaap was gevallen in de tempel en er bezocht werd door de god Apollo die met haar de liefde wilde bedrijven. Zij stemde toe als hij haar eerst de kunst van de voorspelling zou leren. Maar eens ze die gave bezat, weigerde ze hem haar gunsten. De god smeekte nu om tenminste een kus, en dat stond ze toe. Apollo spuwde daarbij in haar mond, waardoor niemand ooit nog zou geloven wat Cassandra allemaal voorspelde.
En inderdaad, toen de Grieken met het geschenk kwamen dat wij nu het paard van Troje noemen, nam niemand haar waarschuwingen ernstig.
Op zich was dat erg genoeg, maar wat ik in de Griekse mythen (we volgen hier Graves) niét heb gevonden, is dat men Cassandra’s voorspelling als oorzaak van de daaropvolgende ramp beschouwde.
Dat is tegenwoordig wel anders. In zijn beroemde speech van 1968 zei Enoch Powell: Bovenal zijn mensen geneigd om het voorspellen van problemen te verwarren met het veroorzaken van problemen, of zelfs het zoeken van problemen: “Als men”, willen ze graag denken, “als men er maar niet over praat, dan gebeurt het wellicht niet.”
In Frankrijk zie je dat ook, en ook bij ons komt de waangedachte voor dat de boodschapper die men – conform de Griekse mythe – eerst niet wil geloven, de oorzaak is van de kwaal. Het is een soort journalistieke bezweringsformule geworden.
In Duitsland is dat ook het geval, zo vertelt ons Frauke Petry van de Alternative für Deutschland, in een toespraak die ze in Zwitserland hield. Een fragment hieruit:
Nu weet u dat in Duitsland, door de meer dan één miljoen asielzoekers in het jaar 2015, een maatschappelijk werkelijk explosieve situatie is ontstaan waarbij het me telkens weer verblijdt te zien hoeveel burgers toch nog met grote gelatenheid omgaan met een situatie die ons niet enkel financieel maar ook wat het samenleven betreft sterk op de proef stelt, en niet zien wat onze politici ons land eigenlijk hebben aangedaan – met een uitkomst die open blijft welteverstaan! En als ze het vandaag over kleinere aantallen hebben, dan is dat precies niet de verdienste van de Bondskanselierster, maar eerder van zesentwintig van de achtentwintig EU-staten die tegen haar wil in handelden … wat zij vandaag echter als een succes van haarzelf verkoopt.
Dames en heren, vandaag in Duitsland zien wij werkelijk een verhitte toestand, wat zich weerspiegelt in demonstraties op straat, maar ook in niet te rechtvaardigen uitbarstingen van geweld, ook tegen asielcentra. En dan kijkt men graag naar het oosten, en zegt men dat in het oosten het bijzonder slecht gaat. Maar ja, als de natuurwetenschapper die ik als scheikundige ben, sta ik net als Churchill zeer kritisch tegenover elke statistiek die ik niet zelf vervalst heb. Feit is in elk geval dat, minstens in absolute aantallen gerekend het aantal gewelddadige overvallen gestegen is. En dit kent Zwitserland blijkbaar niet op die manier, en ik ben blij dat Zwitserland dit niet kent, want het is niet iets dat goedgekeurd kan worden door om het even wie die zich democratisch opstelt en zijn land ook als zodanig ziet.
Blijft echter het feit, dat wij het verwijt krijgen de aanstichters van dit probleem te zijn. En dat, dames en heren, is symptomatisch voor het politieke debat, zij het niet alleen in Duitsland, maar ik meen in vele delen, niet enkel van Europa maar misschien wel van de wereld. Men verklaart hier de boodschapper die met een slechte tijding komt tot veroorzaker van het probleem, omdat men over het eigenlijke probleem liever niet praat. En daarvoor hebben we dus de burger nodig, als het spreekwoordelijke kleine kind dat de situatie van vandaag precies onder woorden brengt: dat de keizer, of de kanselierster of wie dan ook in werkelijkheid spiernaakt is.
En als dit kind, dames en heren – hierin kunt u zich misschien inleven – zo voelt de AfD zich meermaals, en zij mag dan spot en hoon en hatelijkheid en allerhande laster slikken.
Maar als de burger, als u, burgers tenslotte diegenen zijn die deze discussie mee kunnen voeren, omdat het vanzelfsprekend is dat zij meepraten, dan zal deze soort hetze [drijfjacht] – ik noem het met opzet altijd een hetze omdat het verhinderen van democratische meningen niets anders is, en omdat politici die het onderscheid tussen kritiek en hetze niet meer kennen, eigenlijk diegenen zijn die het democratische discours al lang verlaten hebben. En daaraan moeten wij ze herinneren. Dat moeten in de eerste plaats precies ook politici zich van de Soeverein laten welgevallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten