11 januari 2017

Post-truth in 1773


De lexicograaf Samuel Johnson hield in Londen een of twee keer per week een literary club in de Mitre Tavern. Ongeveer zoals men in die tijd in Parijs salons had, maar in deze club ging het zonder vrouwen. Er werd veel portwijn gedronken, en men sprak over alle onderwerpen. Soms had men het blijkbaar ook over wat wij nu samen met de Oxford English Dictionary 'post-truth' mogen noemen, al zou in Johnson's Dictionary een dergelijk Amerikaans woordbrouwsel nooit zijn weg hebben gevonden. Johnson hield het nog bij woorden die echt iets betekenen. 
In tegenstelling tot onze dagen verschenen er toen ook in de mainstream media veel verdraaiingen en leugens, in de grote kranten en tijdschriften. Niet enkel in roddelblaadjes dus, zoals tegenwoordig in de sociale media zegevierde de leugen met af en toe een harde waarheid ertussendoor
Wie vaak liegt  of belangrijke zaken verzwijgt, zeg ik erbij  wordt ongeloofwaardig. We lezen bij Johnson's biograaf, de Schotse advocaat James Boswell volgend gesprek:*

Goldsmith.** "There are people who tell a hundred political lies every day, and are not hurt by it. Surely, then, one may tell truth with safety." Johnson. "Why, Sir, in the first place, he who tells a hundred lies has disarmed the force of his lies. But besides; a man had rather have a hundred lies told of him, than one truth which he does not wish should be told." Goldsmith. "For my part, I'd tell truth, and shame the devil." Johnson. "Yes, Sir ; but the devil will be angry. I wish to shame the devil as much as you do, but I should choose to be out of the reach of his claws." Goldsmith. "His claws can do you no harm, when you have the shield of truth.

Goldsmith. “Er zijn mensen die elke dag honderd politieke leugens verkopen en daarmee wegkomen. De waarheid vertellen moet dan wel volkomen gevaarloos zijn.” Johnson. “Wel, eerst en vooral, Sir, haalt diegene die honderd leugens vertelt het effect van zijn leugens onderuit. En wat meer is: een mens heeft liever dat men honderd leugens over hem vertelt, dan die ene waarheid die hij niet graag hoort vertellen.” Goldsmith. “Wat mij betreft, ik zou de waarheid zeggen en aan die duivelse bekoring weerstaan.” Johnson. “Juist Sir. Maar de duivel zal boos worden. Niet minder dan u wens ik aan de verleiding te weerstaan, maar toch zou ik proberen uit zijn klauwen te blijven.” Goldsmith. “Zijn klauwen kunnen geen kwaad doen aan wie het schild van de waarheid bezit.”
________
* in: Boswell’s Life of Johnson; Introduction by Sir Sydney Roberts, lately Master of Pembroke College, Cambridge. 1958, J.M. Dent & Sons Ltd.– Everyman’s Library n°1, deel I, p. 460.
** De Ier Oliver Goldsmith (?1730-1774) kennen we nog van The Vicar of Wakefield (1766). Hij was goed bevriend met Samuel Johnson.

[van links naar rechts: James Boswell, Samuel Johnson, Joshua Reynolds, David Garrick, Edmund Burke, Pasquale Paoli, Charles Burney, Thomas Warton en Oliver Goldsmith]

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html