Post-truth in 1773
De lexicograaf Samuel Johnson hield in Londen een of twee keer per week een literary club in de Mitre Tavern. Ongeveer zoals men in die tijd in Parijs salons had, maar in deze club ging het zonder vrouwen. Er werd veel portwijn gedronken, en men sprak over alle onderwerpen. Soms had men het blijkbaar ook over wat wij nu samen met de Oxford English Dictionary 'post-truth' mogen noemen, al zou in Johnson's Dictionary een dergelijk Amerikaans woordbrouwsel nooit zijn weg hebben gevonden. Johnson hield het nog bij woorden die echt iets betekenen.
In tegenstelling tot onze dagen verschenen er toen ook in de mainstream media veel verdraaiingen en leugens, in de grote kranten en tijdschriften. Niet enkel in roddelblaadjes dus, zoals tegenwoordig in de sociale media zegevierde de leugen met af en toe een harde waarheid ertussendoor.
Wie vaak liegt – of belangrijke zaken verzwijgt, zeg ik erbij – wordt ongeloofwaardig. We lezen bij Johnson's biograaf, de Schotse advocaat James Boswell volgend gesprek:*


________
* in: Boswell’s Life of Johnson; Introduction by Sir Sydney Roberts, lately Master of Pembroke College, Cambridge. 1958, J.M. Dent & Sons Ltd.– Everyman’s Library n°1, deel I, p. 460.
** De Ier Oliver Goldsmith (?1730-1774) kennen we nog van The Vicar of Wakefield (1766). Hij was goed bevriend met Samuel Johnson.
[van links naar rechts: James Boswell, Samuel Johnson, Joshua Reynolds, David Garrick, Edmund Burke, Pasquale Paoli, Charles Burney, Thomas Warton en Oliver Goldsmith]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten