Het witte des dooiers
Paul Claes heeft tot nu toe honderdveertig boeken geschreven, lezen we. Dat het er veel waren wist ik – hier staan er een paar trouwens – maar honderdveertig, dat wist ik niet.
Wat ik van hem heb zijn klassieke vertalingen, essays enzovoort, maar hij schrijft ook gedichten en romans. Die laatste bezit ik niet, omdat ik van het principe uitga dat een romancier minimaal één eeuw onder de zoden moet liggen voor ik hem lees.
Soms kán een uitzondering wel, maar het principe blijft en – hoe betwistbaar ook – de classicus Claes zal er hopelijk begrip voor opbrengen want hij vindt de moderne roman te flauw om dood te doen, voorspelbaar, zoutloos en moraliserend. Je weet al alles wat erin staat, en dat streelt de smaakpapillen niet. De Vlaamse schrijfbroeders zijn brave katholieke knapen die niet eens beseffen dat ze de brave christelijke mythes braaf volgen. Dat moet een flinke belediging voor hen zijn.
De praat van een oude brombeer, vond men bij Klara. Maar het was Job, een nog veel oudere beer die vroeg: ‘Wordt ook het onsmakelijke gegeten zonder zout? Is er smaak in het witte des dooiers? Mijn ziel weigert uw woorden aan te roeren; die zijn als mijn laffe spijze.’
Claes lacherig wegzetten als brombeer bewijst juist zijn gelijk, al staat daartegenover dat men hem toch aan het woord heeft gelaten met zijn boodschap, en dat was verrassend en verfrissend genoeg in het, naar ik verneem, duffe literaire wereldje:
Paul Claes: Ja ik ben classicus, ik weet namelijk dat je zelfs door het spel niet kan ontsnappen aan die mythen. Ik bedoel, zoals onze beschaving …is bijvoorbeeld christelijk, en alhoewel alles wordt gedaan om daartegenin te gaan – dus de Kerk betekent niets meer, d’r wordt om gelachen en d’r mag om gelachen worden – en toch, als ik dan bekijk wat eigenlijk onze moraal is, dan vind ik die verschrikkelijk christelijk. Politiek correcte moraal, zoals je die in onze media ziet, dat is eigenlijk een vorm van christendom. Dat is tegen beter weten in eigenlijk toch het moraliseren van álles. Bijvoorbeeld literatuur wordt op dit ogenblik alleen goedgekeurd als daar een mooie moraal inzit. Nu, dat herken ik op een vreselijke manier, namelijk: in mijn jeugd mocht je geen boeken lezen als dit tegen de christelijke moraal was. D’r moest altijd een stichtelijke boodschap aanwezig zijn, anders…
Gudrun De Geyter: Is dat zo, tegenwoordig?

1 opmerking:
De Statenvertaling is altijd prachtig en majestueus, maar Luther vertaalde toch een stuk begrijpelijker: Kann man auch essen, was ungesalzen ist? Oder wer mag kosten das Weiße um den Dotter? Was meine Seele widerte anzurühren, das ist meine Speise, mir zum Ekel.
In modern Nederlands (vond ik op een site van de EO): Eet men flauwe spijzen zonder zout, zit er smaak aan het wit van een ei? Ik keer mij af van zulk voedsel, het is weerzinwekkend.
Een reactie posten