Valse gêne
Wat me nogal zou benieuwen is de naam van de journalist die de uitdrukking ‘van kleur’ heeft bedacht. Nederlands klinkt die wending niet, maar goed, het gaat om een journalistiek bedenksel.
In het hoofd van de uitvinder, man, vrouw of welke variëteit ook, moeten racistische demonen gespeeld hebben die het gebruik van bijvoorbeeld ‘bruin’ of ‘zwart’ onkies maakten.
Maar neem nu een puur racistische kreet als Black Lives Matter. Daar hebben journalisten nooit problemen mee, waarom dan wel met zwart of bruin? Voetballers, ‘van kleur’ of niet, hebben er evenmin problemen mee: zij knielen er zelfs voor.
Die journalistieke uitdrukking drukt een bepaalde gêne uit. Men acht een soort eufemisme nodig voor wat iedereen domweg ziet. Draagt bijvoorbeeld iemand een groene trui, dan noemen we die gewoon groen. Zo’n banale zaak is toch niet van aert om te zeggen ‘die man zijn trui is groen van kleur’ – al zou het hier nog wel kunnen, want groen is inderdaad een kleur. Met een substantief als ‘mensen’ lukt dat niet echt.
Nochtans zal die gekunstelde uitdrukking, hoe raar ook, blijven bestaan en bloeien. Woordenschat en taal veranderen immers voortdurend, zoals Horatius tweeduizend jaar geleden zei:
58 licuit semperque licebit
signatum praesente nota producere nomen.
ut silvae foliis pronos mutantur in annos,
prima cadunt; ita verborum vetus interit aetas,
et iuvenum ritu florent modo nata vigentque.
58 Oorbaar was en blijft
Een woord geslagen met het stempel van vandaag.
Zoals in het neigend jaar het woud zijn blad verruilt,
Het oude valt: zo ook de oude generatie
Van het woord, en nieuwe termen bloeien als de jeugd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten