Dat de verlichte vorst Josef II keizer-koster werd genoemd, leerden
wij op school. Hij bemoeide zich met de erediensten, bepaalde zelfs hoeveel kaarsen
op het altaar mochten branden en beperkte het aantal kermissen in de Oostenrijkse
Nederlanden. Vandaar.
Bij Élisabeth Badinter kun je over die man dingen lezen die men
op school onvermeld liet, terwijl ze de lessen geschiedenis nochtans hadden kunnen
verlevendigen.
In een voetnoot vernemen we:
À Mme de Herzelles, Joseph Kervyn de Lettenhove, Mémoires
couronnés et mémoires des savants étrangers publiés par l'académie royale de
Belgique, 2 juillet 1772: «Cet empereur, si ennemi des femmes [...] ne s’en sert que pour son amusement.»
Badinter verduidelijkt dit:
Il est vrai que s’il fréquentait le salon de quelques femmes de la haute aristocratie, en tout bien tout honneur, il faisait grande consommation de prostituées.
Élisabeth Badinter
Le Pouvoir au féminin
Marie-Thérèse d’Autriche
Flammarion 2016, Livre de Poche p. 319
2 opmerkingen:
:-D
Ik vermoed dat geschiedenisleraars zelfs nu dit niet meer vermelden :-) Meer nog: ik vermoed dat Joseph II al lang niet meer in de huidige geschiedenislessen voorkomt. Zou het eens aan mijn kinderen moeten vragen. Die al een kleine 30 jaar aan dat onderwijs ontgroeid zijn. Alhoewel - 2 zaten bij de jezuieten, wie weet. Mijn dochter niet, die moesten ze niet hebben omdat het een meisje was ;-)
Ja, in mijn tijd was zelfs het kuispersoneel mannelijk in Sint Barbara (Gent): daar kwam geen vrouw binnen!
Een reactie posten