17 oktober 2024

Begrijpelijke voorzichtigheid

Lectrr is een cartoonist van De Standaard, en gisteren in De Afspraak antwoordde hij bijzonder diplomatisch op de vragen van Bart Schols. Zo wilde hij geen 'bevolkingsgroepen discrimineren' als hij achter zijn tekentafel zit, en tekent hij dus na de terreuraanslagen, en om het bij Frankrijk te houden, op Charlie Hebdo, in de Bataclan, in de Hypermarché, op de Promenade des Anglais in Nice, op joden, op verschillende kerken enzovoort ook nog moslims.
Nu voelen moslims zich inderdaad snel gediscrimineerd, maar ontbreken tussen de cartoons van Lectrr zouden zelfs zij vermoedelijk draaglijk vinden.
Ook dacht Lectrr dat de Je suis Charlie-beweging 'vrij huichelachtig' was, en er minder ophef zou zijn geweest als die aanslagen niét door moslims waren gepleegd. Hij zal Breivik vergeten zijn, maar dat is ook alweer van 2011 geleden.

Bart Schols: Zou jij nog cartoons over moslims durven maken…
Lectrr: Tuurlijk,
Bart Schols: …à la Charlie Hebdo?
Lectrr: …maar niet à la Charlie Hebdo. Ik bedoel, ik maak nog op mijn manier… nog altijd… waarom zou ik iemand uitsluiten? Ik zou het pas erg vinden moest ik bepaalde bevolkingsgroepen moeten gaan discrimineren, en daar geen cartoon meer over maken.
Bart Schols: Maar is er te veel verdwenen van Je suis Charlie van tien jaar ...want toen was dat…
Lectrr: Ik denk dat het op dat moment ook al dat ...allez, veel cartoonisten hadden op dat moment ook al wel door dat dat vrij huichelachtig was hoor, hé. Hè, allez, die aanslagen hadden niet moeten gebeurd zijn door ...door moslims, dan zou een groot deel van het politieke spectrum zich niet achter Charlie geschaard hebben hé, ja, dus…


14 oktober 2024

Signalen geven!


Wat politici vaak vertellen als ze wat in verlegenheid zijn omdat ze over onaangenaamheden moeten praten, is dat de kiezer een signaal heeft gegeven

Nu kun je een absolute meerderheid moeilijk nog een signaal noemen, al deed Bart De Wever dat wel. (Overigens had hij, terwijl hij uitpakte met aquila, senatus populusque, victrix &c. beter ook de term praenuntio kunnen gebruiken in plaats van het banale signaal.)

Terwijl hij blijkbaar zes jaar geleden al inzag dat het ondemocratisch was om signalen te negeren! Welke waarde heeft zijn bewering dan nog dat hij het cordon sanitaire verwerpt? en het nooit ondertekend heeft? 

Uitleg in het Latijn graag, Bart! immers, naar het woord van de dichters Jean Pierre Rawie en Driek van Wissen:

        ...want in het Latijn
        kan het nooit gelogen zijn


11 oktober 2024

Over een lapke stof, 'un fichu'


De Québécois Mathieu Bock-Côté, politiek denker, analyseert bij CNews dagelijks de Franse actualiteit. Vanwege zijn nogal hoge spreeksnelheid wordt hij door de redactieleden soms aangemaand om het wat rustiger aan te doen. Zonder succes, maar wat hij te vertellen heeft is wel de moeite waard.

Niet vanwege zijn spreeksnelheid, maar door zijn scherpte komt het dat de goede, gestroomlijnde media, Le Monde, Libé, France Inter etc. er zelfs niet over dénken hem bij hen aan het woord te laten.

Overal waar de hoofddoek zich installeert laat hij zich gelden als een dominante cultuur die niet van plan is ooit te plooien, ooit terug te deinzen, en die haar normen wil opdringen aan de samenleving die haar in alle naïviteit verwelkomt.

Zelfs de meest linkse linkerzijde erkende destijds dat de hoofddoek een probleem was, maar dat is voorbij. Maak jullie niet ongerust, het is een identitair fait-divers.

Wat is er intussen gebeurd? Wel, er zijn de drie woorden die je altijd moet herhalen als het over die kwesties gaat: de aantallen, aantallen en aantallen. Er is een massa mohammedanen, bewerkt door het islamisme – we onderscheiden hier islam en islamisme, maar we stellen vast dat het islamisme een stevige greep heeft gehad op de islam in Frankrijk. Die veroveringsislam heeft zich hier genesteld – dat is niet de hele islam, maar wel een deel ervan – heeft zich in de publieke ruimte ingewerkt met steeds meer symbolische veroveringen, identitaire veroveringen, en probeert zijn normen overal op te leggen.

Zo raakte onze samenleving gedestabiliseerd. Frankrijk, jazeker, maar de westerse wereld in zijn geheel evengoed. Wat voor bedenkingen had men daar zoal bij? 
Nemen we het probleem dat de hoofddoek betekent serieus? Nemen we het probleem serieus dat erin bestaat dat kleine meisjes gesluierd worden? Aangezien we geen antwoord hebben en niet in staat zijn het probleem op te lossen, hebben we besloten dat er geen probleem is.

Overal in het Westen doken er nu twee technieken op, die ook in Frankrijk hun werk deden om de kwestie van de hoofddoek aan te pakken. Er was, wat je de benadering op zijn Amerikaans zou kunnen noemen: men zag dan in de hoofddoek een symbool als een ander van de individuele vrijheid. Je kunt een cowboyhoed dragen, je kunt een string dragen, je kunt in bermuda op straat lopen ...en je kunt een hoofddoek dragen. Erg is dat niet, het is maar een sjaaltje zoals er wel meer zijn.* Geen zorg dus, laat ons met rust, het is maar een sluier en evengoed had het iets anders kunnen zijn.

Dus de manier om de sluier te aanvaarden bestond erin, hem te ontdoen van zijn religieuze, culturele en politieke betekenis. Men herleidde hem tot alleen een vorm van …het is een doekje als een ander waarvan een vrouw beslist of ze het op haar hoofd wil en zij had net zo goed iets anders kunnen kiezen.
Men wijzigde dus …men kondigde van onze kant een nieuwe betekenis voor de hoofddoek af, om hem aanvaardbaar te maken: het is de uitdrukking van een individuele keuze. Waar zouden we ons zorgen over maken?

Vervolgens was er de collectieve interpretatie van de hoofddoek. De collectieve interpretatie zegt: ja, het is een identitair symbool, en ja, het is een symbool dat ons vreemd is, maar juist daarom moeten we het in ons hart sluiten, want onze samenleving is gesloten, onze samenleving is op zichzelf gericht, en de hoofddoek verplicht ons om, juist in de publieke ruimte, vragen te stellen over de identiteit van de Andere. En wij, met onze zo koloniale, zo imperiale, om niet te zeggen racistische mentaliteit, wel: de hoofddoek verplicht ons om onze identitaire zekerheden in twijfel te trekken.
Zo gezien is het een collectief symbool dat niet het onze is, en juist daarom moeten wij het omarmen.
Een omkering van de betekenis.

__________ 
  Wie denkt hier niet aan onze eigen politiek denker Steve Stevaert met zijn lapke stof ?

10 oktober 2024

Over LE en LA voile

 

Storend is dat je vandaag in kranten leest over ‘LA voile’, waar ze het over de islamitische hoofddoek hebben. BDW moet dat zo hebben gezegd – in Terzake meen ik – en dan neemt men dat over. Hij had 'LE voile' moeten zeggen, al bestaat ‘la voile’ inderdaad ook, maar dan is een zeil bedoeld, of de zeilsport, of het zeilen: faire de la voile. Opgelet dames: niet prendre le voile, want dan raak je in een klooster verzeild. De illustraties hier mogen een geheugensteuntje zijn voor onze journalisten.


8 oktober 2024

Munchausen bij Raspe, Bürger, Bomans, Brouwers en Hermans

In Londen verscheen in 1785 Baron Munchausen's Narrative of his Marvellous Travels and Campaigns in Russia. Dat boekje verscheen anoniem, maar de Duitser Rudolf Erich Raspe had het geschreven – geldnood had hem daartoe gebracht: de eerlijkste drijfveer voor een auteur zei iemand – en in de snel opeenvolgende drukken vulde hij zijn verhaal aan met nieuwe avonturen. Zoals u hiernaast ziet, bracht Dover Publications Inc. Mineola, New York, in 2005 een prachtige uitgave van de tekst, exact zoals die in 1865 was verschenen bij Cassel, Petter, and Galpin, London and New York. ($15.95)

Gottfried August Bürger bracht al in 1786 de Duitse vertaling, Wunderbare Reisen zu Wasser und zu Lande: Feldzüge und lustige Abenteuer des Freiherrn von Münchhausen, en voegde daar avonturen van weer eigen vinding aan toe. Een prachtige uitgave is die van Manesse Verlag, 1978, Zürich.

Godfried Bomans heeft Raspe vertaald in 1974, samen met enkele aanvullingen van Bürger, en hij klonk vanzelfsprekend bomansiaans maar bleef toch dicht bij de tekst. Heel genietbaar.

Jeroen Brouwers vertaalde getrouw Bürger (1978) want diens baron is geestig, zei hij in zijn nawoord, en die van Raspe humoristisch. Een onderscheid dat hij bij Willem Frederik Hermans vandaan had, maar anders dan Hermans prefereert Brouwers de geestige baron. Voor mij onbegrijpelijk.

Raspe laat zijn baron na enkele straffe avonturen bijvoorbeeld toegeven: Notwithstanding all my courage, notwithstanding the speed, the cleverness, the readiness of my horse, I was not always successful. Ondanks al mijn moed, ondanks de snelheid, de schranderheid, de paraatheid van mijn paard, was ik niet altijd succesvol.

Bürger begreep hem niet: Trotz aller meiner Tapferkeit und Klugheit, trotz meiner und meines Pferdes Gewandtheit und Stärke gings mir in dem Türkenkriege doch nicht immer nach Wunsche. Brouwers vertaalt: Niettegenstaande al mijn dapperheid en inventiviteit, niettegenstaande mijn eigen snelheid en die van mijn paard, mijn vindingrijkheid en kracht, ging het mij in de oorlog tegen de Turken toch niet geheel naar wens.

De baron zet zichzelf hier in het zonnetje, en zijn paard krijgt een bijrolletje. Dan vraag je je toch af hoe iemand de breedsprakige Bürger kan verkiezen boven Raspe?

Hermans zegt in een esseej dat Raspe's gelaagde stijl in zijn tijd gewoon niet begrepen werd (behalve in Engeland dan, want het succes was daar ogenblikkelijk):

De zwarte humor van de baron Von Münchhausen

Wat Baron Munchausen’s Narrative tot het meesterwerkje maakt dat het is, komt uitsluitend uit de koker van Raspe. […]
Ook de beroemde bewerking van Bürger, waardoor Munchausen aan zijn oorspronkelijk vaderland teruggegeven werd, en de naam het Von, een h. en de in het Engels overbodige Umlaut herkreeg, vertroebelt de toon van het origineel. Bürger, zomin als iemand anders in zijn tijd, bleek gevoelig voor de grandioze stijl van het origineel. […]
De tekst van Bürger is geestig, die van het oorspronkelijk humoristisch. […]
Het meesterlijke ligt om te beginnen in de toon en het karakter van de baron zoals die in de eerste edities zijn. Deze toon is nergens grappig, of geestig of ironisch, zelfs op een uitzondering na niet sarcastisch. De toon is deftig, kortaangemeten, maar niet haastig: stijf, zeer baronachtig kortom.
Deze zo hyperfantastische geschiedenissen worden verteld alsof het eigenlijk allemaal vanzelf spreekt, alsof dit allemaal eigenlijk de moeite niet loont er woorden aan vuil te maken. Men heeft de indruk dat een niet nader genoemde aanwezige de baron na lang aandringen tot vertellen heeft overgehaald en dat hij zich hoffelijk, maar toch wel verveeld kwijt van de taak zijn gasten bezig te houden.
Alle animo ontbreekt deze baron.

Raspe's baron is inderdaad niet de opschepper die de nadrukkelijke Bürger van hem maakt, en daardoor werkt bij hem the suspension of disbelief feilloos. Je gelooft zijn verhalen!

Willem Frederik Hermans
Het sadistische universum
Amsterdam, 1964
Uitgeverij de Bezige Bij

Godfried Bomans
De wonderbaarlijke avonturen
van Baron von Münchhausen
met prenten van Gustave Doré
1980, Van Holkema & Warendorf – Bussum
Standaard Uitgeverij – Antwerpen

Gottfried August Bürger
Wonderbare reizen te land en ter zee
veldtochten en vrolijke avonturen
van de Baron von Münchhausen
zoals hij deze in de kring zijner vrienden
met de fles onder handbereik zelf pleegt te vertellen
In het Nederlands vertaald door
Jeroen Brouwers
Van nieuwe illustraties voorzien
door William D. Kuik
1978, Amsterdam ⸱ Uitgeverij de Arbeiderspers

Oud Goud

2 oktober 2024

Cupido en 'gender'

De Munchausen van Raspe kwam hier al vaak aan bod, maar over de echte, reële, waarachtig werkelijk bestaan hebbende, onvervalst authentieke baron Hieronymus Carl Friedrich von Münchhausen (1720-1797) valt ook een en ander te vertellen …maar nu eerst een verhaal over een oom van hem, Gerlach Adolph von Münchhausen (1688-1770), gezant van Hannover in Londen, of beter gezegd over diens vrouw, van wie Horace Walpole in een brief aan een vriend iets wist te melden:

Een van de Duitse dames, Madame Munchausen, de vrouw van zijn* gezant, is zo vriendelijk bij te dragen aan het vermaak van de stad. Ze is lelijk, devoot, en van een soort koketterie die voortkomt uit een deugdzaamheid die haar eigen zwakheid zo goed kent, dat ze gealarmeerd raakt ook al is er niets krenkends bedoeld. Bij een groot diner dat ze vorige week gaven, merkte iemand op dat de suikeren figuurtjes bij het dessert allemaal meisjes waren: de baron antwoordde, “Sa est frai; ordinairement les petits cupitons sont des garsons; mais ma femme s'est amusée toute la matinée à en ôter tout sà par motestie.” Deze correctie van haar is een opmerkelijke verfijning, al zijn tegenwoordig alle genieën in de weer met het verzinnen van nieuwe ideeën voor desserts. De hertog van Newcastle’s jongste inval was een baby-Vauxhall,** verlicht met een miljoen lampjes in allerlei kleuren.

                                             

__________

  * Van George II, tevens keurvorst van Hannover.
** cfr. de voetnoot hier.
Horace Walpole
Selected Letters
Edited and introduced by Stephen Clarke
From a selection by William Hadley
Everyman’s Library, 2017

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html