Palestrina - Bach - Heine - Marx - Lenin ...Cioran
Nu de christelijke ramadan bijna voorbij is, en Pasen nadert, zullen we op de radio veel Bach horen, of Palestrina, religieuze muziek, en dat is zeer welkom, ook voor mensen die zich niet tot enige religie geroepen voelen.
Over religie zei Karl Marx in 1844, in Zur Kritik der Hegelschen Rechtsphilosophie: Zij is de opium van het volk, „das Opium des Volkes.“ Vladimir Lenin verving het voornaamwoord door een voorzetsel: „Religion ist Opium für das Volk.“ …en dat maakt een groot verschil, zoals Karel van het Reve al toelichtte. Voor Marx is religie door de mensen zélf uitgevonden, voor Lenin wordt zij door de heersende klasse opgelegd, om de kleine man onder de duim te houden.
Nu was een paar jaar daarvoor, in 1840, een boek verschenen onder
de titel Heinrich Heine über Ludwig Börne (latere
uitgaven kregen als titel Ludwig Börne. Eine Denkschrift), met daarin
een lofzang op de religie:
De hemel is uitgevonden voor mensen aan wie de aarde niets
meer te bieden heeft... Heil aan deze uitvinding! Heil aan een religie die een
paar zoete, slaapverwekkende druppels goot in de bittere beker van de lijdende
mensheid, spirituele opium, een paar druppels liefde, hoop en geloof!
Marx bewonderde Heine, bezocht hem ook in Parijs, en had dat boek natuurlijk gelezen. Het was een soort schandaalboek trouwens, een bestseller.
Later werd Heine ziek en raakte verlamd. Fanny Lewald, een Duitse vriendin, bezocht hem in zijn ‘matrassengraf’ en laat hem aan het woord in haar herinneringen:
Tegenwoordig kan ik eigenlijk alleen nog mijn armen en handen vrij bewegen. En dat alles, ging hij door, terwijl er een lachje over zijn van pijn vervulde trekken gleed, dat alles moet ik nu verdragen zonder de bijstand van Onze Heer Jezus Christus! Maar ik heb toch ook mijn geloof. Geloof maar niet dat ik het zonder religie red. Opium is ook een religie. Als zo’n beetje grijze stof in mijn vreselijk pijnlijke brandwonden wordt gestrooid en de pijn daarna onmiddellijk ophoudt, moeten we dan niet zeggen dat dit dezelfde verzachtende kracht is die in religie werkzaam is? Er is meer verwantschap tussen opium en religie dan de meeste mensen zich in hun dromen durven voorstellen.
Tegenwoordig worden auteurs die wij altijd voor goede atheïsten hadden gehouden plots katholiek, en dat overkwam ook Heine ...bijna. Maar u zult het met mij eens zijn: hij had daar ook een goede reden voor:
Franscheska had besloten deze nacht, al knielend en biddend alleen tot heil van haar ziel te benutten. Tevergeefs bood ik aan om te delen in haar gebedsoefeningen; – toen ze bij haar kamer kwam, sloot ze de deur voor mijn neus. Tevergeefs stond ik een vol uur buiten, smekend om binnengelaten te worden, alle mogelijke zuchten slakend en vrome tranen veinzend, en de heiligste eden zwerend – natuurlijk, onder geestelijk voorbehoud. Ik voelde me langzamerhand jezuïet worden.* Ik werd er helemaal slecht van, en bood ten langen leste zelfs aan om voor die ene nacht katholiek te worden.
“Franscheska!” riep ik, “ster van mijn gedachten! Gedachte van mijn ziel! vita della mia vita! mijn mooie, vaak gekuste, slanke, katholieke Franscheska! voor deze ene nacht die je me nog gunt, wil ikzelf katholiek worden – maar dan alleen voor deze ene nacht! Oh, de mooie, zalige, katholieke nacht! Ik lig in je armen, streng-katholiek geloof ik in de hemel van je liefde, met onze lippen kussen we elkaar het zoete geloof, het woord wordt vlees, naar vorm en gedaante wordt het geloof verzinnelijkt, wat een religie! Jullie, papen, jubelen ondertussen jullie Kyrie eleison uit, klingelen en branden wierook, luiden de klokken, laten het orgel daveren, laten Palestrina's mis weerklinken. ‘Dit is het lichaam!’** – ik geloof, ik voel me zalig, ik val in slaap – maar zodra ik de volgende ochtend wakker word, wrijf ik de slaap en het katholicisme uit mijn ogen en kijk weer helder in de zon en in de Bijbel, en ben weer protestants verstandig en nuchter, zoals voorheen.”
Reisebilder IV. Italien. Die Stadt Lucca
Heine had zich inderdaad protestants laten dopen. Als Doctor in de Rechten had hij gehoopt op een academische carrière, maar deze weg lag voor een jood niet open. Die doop noemde hij zijn entreebiljet tot de Europese cultuur.***
In Die Bäder von Lucca ontmoet hij vervolgens een man die hij nog van vroeger kende, en die hij eerder op de berg Sinaï dan in de Apennijnen had verwacht. Hirsch was zijn naam en hij had in Hamburg loterijbiljetten verkocht, maar nu heette hij Hyacinth en was kamerdienaar bij een rijke heer. Ze raken in gesprek over het voor en tegen van katholicisme en protestantisme:

“Maar, meneer Hyacinth, wat vindt u van de protestantse
godsdienst?”
“Die is mij dan weer té redelijk, doctor, en als er in de protestantse kerk geen orgel zou zijn, dan wás dat helemaal geen religie. Onder ons gezegd, die religie doet geen kwaad en is zo puur als een glas water, maar baat brengt ze ook niet.”****
Alvast wat dat orgel betreft is Emil Cioran het eens met Hyacinth, en zijn tweede zinnetje had van Heine kunnen zijn:
Sans Bach, la théologie serait dépourvue d'objet, la Création fictive, le néant péremptoire. S'il y a quelqu'un qui doit tout à Bach, c'est bien Dieu.
Zonder Bach ware de theologie verstoken van een voorwerp, de Schepping een fictie, en het Niets voldongen. Als er iemand is die alles aan Bach te danken heeft, is het wel God.
Syllogismes de l'amertume
Gallimard, Folio Idées, 1952, 1980, p.119
____________
* Hoewel men hierbij vaak aan de jezuïeten denkt, is de leer van het geestelijk voorbehoud, de reservatio mentalis, niet van hen afkomstig. Het is een tak van de casuïstiek, in de late Middeleeuwen en Renaissance ontwikkeld, die onder omstandigheden toeliet te liegen.