Leest heel zijn boek als een zedenpreek?
Ilja Leonard Pfeijffer verklaart in De Morgen: ‘Alkibiades geeft in mijn roman de volgende analyse van het politieke klimaat in Athene.’
En dan volgen tweehonderd woorden – u leest ze hier onderaan – waarin Alkibiades het opneemt tegen ...Wilders, Meloni, Dodik, Trump, Orbán, Netanyahu en consorten. Die Griek van Ilja Leonard bezit een heel moderne woordenschat, met uitdrukkingen als ‘gezonde volkswil’, ‘naadloos samenvallen’, ‘het eigen gelijk’ enzovoort – eindelijk weten we waar die negentiende-eeuwse Duitsers hun gesundes Volksempfinden vandaan hadden!
Pfeijffer zelf bekent in alle nederigheid: ‘Ik had mijn bezorgdheid over de staat van ons bestel niet beter kunnen formuleren dan hij.’ En ook onze hedendaagse journalisten zijn natuurlijk bij Alkibiades in de leer gegaan.
Nu goed, het is zoals hijzelf zegt een roman, géén geschiedenis, en van Alkibiades mogen dan helemaal geen speeches zijn overgeleverd, een romancier mag er natuurlijk altijd verzinnen.
Bij de grote graeciste Jacqueline de Romilly echter steekt Alkibiades geen speeches af. Dit is wat zij zegt in haar voorwoord bij Alcibiade, ou les dangers de l’ambition van 1995:
Vooreerst is het helemaal geen geromantiseerde biografie. Geen enkel woord wordt een personage in de mond gelegd dat niet in de teksten voorkomt. Er zijn geen dialogen, geen gereconstrueerde scènes, geen innerlijke overwegingen die iemand worden toegeschreven. Dit is een boek van een helleniste, getraind in respect voor bronnen en kritische nauwkeurigheid. [...] Daarom heb ik Ploutarchos, Thucydides en Plato vaak aan het woord gelaten. Soms kan men zich verbazen over bepaalde eigenaardigheden in hun stijl, maar deze teksten dragen het stempel van authenticiteit, en we kennen de waarheid over Alkibiades alleen daaruit.
In haar korte, wetenschappelijk verantwoorde boek zal de lezer óók parallellen met onze tijd ontdekken, al moet hij dat dan wel zelf doen: hij krijgt ze niet voorgekauwd in een predicatie die nooit één Athener heeft moeten aanhoren.
Zet u schrap lezer, want het ligt er allemaal nogal dik op, en Pfeijffer maakt van Alkibiades niet direct de meest opwindende orator:
Hoe verdeeld het volk ook is, er staan om de haverklap leiders op die de uiteenlopende vormen van onvrede mobiliseren en pretenderen dat zij namens het gehele volk spreken. Zij spiegelen het volk voor dat het een monopolie heeft op het gezonde verstand en dat het homogeen is in zoverre het wordt verraden door de politieke elite. Zij presenteren het als een vanzelfsprekendheid dat de gezonde volkswil, die door de heersende klasse wordt genegeerd, naadloos samenvalt met hun eigen standpunten en elke mening die afwijkt van die van hen, beschouwen zij als een verloochening van het soevereine volk en een verkrachting van de democratie. Zij doen een beroep op emotie en presenteren rationaliteit als een instrument van het establishment. Het volk heeft geen behoefte aan feiten of argumenten, omdat het volk donders goed weet dat argumentatie een onderdeel is van het complot om het volk te onderwerpen en dat dat de feiten zijn. Met de insinuatie dat de democratische instituties het werktuig zijn waarmee de politieke elite het volk knecht en kleineert, zetten zij het volk in naam van de democratie op tegen de democratie, die in hun visie geen democratie mag heten als zij niet neerkomt op een compromisloze alleenheerschappij van hun eigen gelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten