11 oktober 2013

Samen in bad geloot


Een kleinkind dat plots wakker schiet en om aandacht schreeuwt, terwijl het een moment eerder nog vredig lag te slapen, kan storend zijn voor een man die op dat moment een interessant boek aan het lezen is en juist bij een moeilijke passage was aanbeland. De lectuur vroeg zijn gehele aandacht, want ook goede auteurs vertellen soms dingen die je zonder concentratie maar half kunt bevatten.
Deze situatie zullen vele grootvaders herkennen. Op hun leeftijd hebben ze wel ervaring, wat vaak helpt, maar soms zijn er scherpe formuleringen die om onverdeelde aandacht vragen.

Lichtere lectuur is in die omstandigheden aan te raden, en gelukkig zijn er ook boeken waarin dat schreeuwende kind zelf het personage is, zonder dat er een echt kind aan te pas moet komen dat wil eten of spelen of verhaaltjes horen of zelfs in bad moet.

Een geschikt boekje voor bij het babysitten is het nieuwste dingetje van David Van Reybrouck. Hij heeft het over lottrekking en over de voordelen daarvan boven de vervelende en nutteloze procedure van de stembusgang.

Door een interview in het dagblad Trouw ben ikzelf op die gelukkige gedachte gekomen om bij het babysitten het mij niet moeilijker te maken dan nodig. David vertelde in dat interview dat hij samen met Connie Palmen, in een bergdorp, nog in bad had gezeten:
“Twee maanden geleden was ik op een literatuurfestival in een bergdorp in Zwitserland en na het ontbijt zat ik in een bubbelbad met Connie Palmen, ja, ja! We hebben heel lang gesproken over D66 en Hans van Mierlo.”

Nu zegt u misschien: a gentleman never tells, maar dat komt hier niet te pas want D66 en Van Mierlo lijken mij geen aanstootgevende onderwerpen om met een weduwe te bespreken, vanzelfsprekend na de rouwperiode.

In zijn boekje zelf las ik met bijzondere graagte deze zinsnede: “…zoals een voormalig toppoliticus het mij eens off the record vertelde.”

Met echte kinderen heb je dat nooit: die schreeuwen wel maar vertellen alles for the record.

6 oktober 2013

Dobberen en dobbelen op het Schip van Staat


Voor een goede werking vereist de democratie betrokkenheid en inzet van alle burgers. Van sommigen worden zelfs offers gevraagd. Dit laatste geldt natuurlijk niet voor iedereen en in gelijke mate.
Zaterdag in De Tijd, op de pagina’s zesenvijftig en zevenenvijftig, in een lang onderhoud naar aanleiding van een pamfletje van hem over kansberekening, lazen we deze klacht van David Van Reybrouck:
“Ik had ook liever wat theater of poëzie geschreven. Maar ik kon niet anders. De westerse democratieën zijn tikkende tijdbommen. Het hele systeem dreigt op de klippen te lopen.”
Kennelijk voelt David zich ein bißchen überfragt zoals de Duitsers zeggen, en dat is begrijpelijk na de beslommeringen met zijn G1000/G708/G32 die ons allen nog vers in het geheugen liggen.

Maar David is te bescheiden. In deze enkele vier zinnen van hem zit meer poëzie, theater en zelfs geschiedenis dan in menig lang interview met een gewone sterveling.

De vergelijking maken met een psalm van David zou overdreven zijn, maar dat neemt niet weg: wie heeft er bij zijn woorden niet gedacht aan Maarten Luther, in 1521 voor de Reichstag van Worms: “Hier stehe ich, ich kann nicht anders”?

Weliswaar staat het niet vast dat Luther die woorden werkelijk gezegd heeft, maar hij had ze wel kúnnen zeggen. “En toch beweegt ze”, is misschien ook niet gezegd door Galileo. En zei Caesar werkelijk “καὶσύ, τέκνον” zoals Suetonius wist, of toch “tu quoque fili mi”, of helemaal niets? Zeker weten we dat niet, en zo is het best mogelijk dat in latere tijden ook David woorden in de mond zullen worden gelegd die hij niet echt gezegd heeft.

Laat hem in elk geval kracht putten uit een ander woord van Maarten: “Anstrengungen machen gesund und stark.” Die zei dat in zijn beroemde tafelgesprekken, die vaak grappig zijn, soms op het grove af, dit natuurlijk in tegenstelling met de ernstige maar soms wat saaie David. (De onbetaalbare Tischreden kosten 8 euro bij Reclam.) →

En hebben wij in bovenstaande vier zinnen geen poëzie gelezen? Wat is die eigentijdse beeldspraak over de tikkende tijdbommen, met die sprekende alliteratie dan anders? En die maritieme beeldspraak, over die klippen?

Bij deze laatste is de intertekstualiteit onmiskenbaar: David denkt aan Horatius die –in de veertiende Ode van Boek I– vreest dat het schip van staat de veilige haven niet meer zal bereiken. O navis, referent in mare te novi fluctus. O schip, zullen aankomende golven u de zee weer indrijven?

Nee, ik wil vele moderne gedichten inruilen voor één paragraaf uit een promospotje met David Van Reybrouck.


1 oktober 2013

Een voetnoot bij V.S.Naipaul


Nobelprijswinnaar Vidiadhar Surajprasad Naipaul schreef in 1981 zijn beroemde boek “Among the Believers, an Islamic Journey”. Dat was voor iedereen toen schokkende lectuur. Nu schrijven we 2013, en een artikel van Nicholas Pelham in The New York Review of Books deed me aan dit boek terugdenken. Een soort déjà-vu, of eerder nog een gevoel van continuïteit.
Nicholas Pelham schrijft al twintig jaar over de Arabische wereld en is journalist bij The Economist. Zijn artikel in de NYreview heeft als titel: Losing Libya’s Revolution.
Ik vertaal een stukje eruit zonder verdere commentaar want zijn tekst, net zoals die van Naipaul toen, spreekt voor zich:

Kan iemand de gewonde staat genezen? Ansar al-Sharia, de jihadgroep die ervan beschuldigd werd ambassadeur Stevens te hebben vermoord, levert een soort oplossing. Na de moordpartij verdreven omwonenden de Ansar uit de kliniek van Benghazi die zij zich hadden toegeëigend, en beledigd openden aan de overkant van de straat de Ansar daarop een centrum voor “alternatieve geneeskunde”.
Op een late avond bezocht ik de wachtzaal, die versierd was met de zwarte jihad-vlaggen van Ansar en gevuld met patiënten. Zij waren gekomen om de jonge sjeiks van Ansar te consulteren, die zich als uitdrijvers van djinns of slechte geesten stilaan een gevolg wisten te verwerven.
De verantwoordelijke, een zevenentwintigjarige ingenieur in de gebruikelijke witte tuniek, heette Fawzi al-Wafati en hij claimde een reeks successen. Zijn sjeiks waren gewapend met een boekje waarin ruqiat, bezweringsformules uit de koran stonden, en zo hadden zij een dokter weten te redden die bezeten was van liefde voor een vierhonderd jaar oude christelijke geest die Maria heette, en zij hadden ook een 2500-jaar oude Pakistaanse djinn uitgedreven die bezit had genomen van een boer. “Hoe ouder de djinn, hoe moeilijker uit te drijven”, verklaarde hij fier.
Op de vloer lag wijwater uit een glas, stonden er potjes met kruiden en honing, en twee grote luidsprekerkasten waar de sjeiks hun uitdrijvingsformules mee versterken “om zeker te zijn dat de djinns die horen”, zei Fawzi me. Om mijn twijfels weg te nemen haalde hij een fotoalbum uit, van patiënten met ruggen vol zwellingen en wonden. Het werk van hardnekkige djinns, zei hij.
Toen ik een foto wilde maken van een stok die in tweeën gebroken op de sofa lag, ritste Fawzi die weg. “Allah, Allah” klonken de kreten uit een aanpalend vertrek.
Tripoli, 10 september 2013




30 september 2013

Hij kon dat niet weten


Kristof Calvo is een beloftevolle jongen maar hij mist begrijpelijkerwijs nog wat recul om over alles te kunnen meepraten. Zo had hij het in Terzake vanavond over het "nieuwe fenomeen Wallo-Brux".
Nu is het waar dat er de laatste tijd veel drukte, battage rond die term is geweest, en Calvo hem dus wellicht pas ontdekt heeft, zoals trouwens veel politici, journalisten en Vlamingen in het algemeen. Nochtans is die strijdkreet, en de aanspraken die erachter zitten helemaal niet nieuw.

Vorige eeuw, in 1998 en de jaren daarop, nam ik vaak de trein of het vliegtuig naar Genève en terug.
Als je toen in Brussel-Zuid op het TGV-perron aankwam zag je, op vele borden: «Bienvenue dans la région Wallonie-Bruxelles». Dat was ook zo in Zaventem, in die lange gang.

Als ik dan mailde naar de verantwoordelijke uitgever van die affiches, want er was al internet in die tijd, dat ik die 'identité fédérée' nog niet kende, dan kreeg ik geen antwoord. Bij onze journalisten moest je met zulke bekrompen opmerkingen al helemaal niet aankomen en vandaar misschien dat Kristof, die toen nog op school zat maar wellicht al kranten las en tv keek, deze term en die "wij-zij" nu zo nieuw vindt, en dus dingen zegt als deze:

En waarom vond ik het statement van Stromae, net op het feest van de Franstalige Gemeenschap zo belangrijk? Omdat men in Franstalig België ook stilaan een even eenzijdig beeld van identiteit hanteert. Het nieuwe fenomeen van Wallo-Brux, hé, waar men opnieuw beleid gaat hanteren op basis van taal. Wij versus zij, ook dat moeten we achter ons laten.



20 september 2013

Hoe men over de doodstraf dacht in de Verlichting, en hoe men er vandaag over denkt


Élisabeth en Robert Badinter werden vandaag doctores honoris causa van de ULB. Je hebt universiteiten die licht omspringen met dit soort doctoraten en ze bijvoorbeeld uitdelen aan tennissers (VUB) of aan Coburgs (KUL), maar de ULB hoort daar niet bij. Het echtpaar Badinter heeft echte verdiensten.
Élisabeth is auteur en filosofe (en zakenvrouw). Haar man is advocaat, en was in de regeringen van Pierre Mauroy Minister van Justitie, of Garde des Sceaux zoals dat in Frankrijk heet met een naam uit het Ancien Régime. Hij kon na een lange strijd een wet laten goedkeuren die de doodstraf in Frankrijk afschafte.

Samen schreef het echtpaar meerdere boeken, waaronder biografieën zoals het standaardwerk “Condorcet, un intellectuel en politique”, 1988 bij Fayard. Ik noem nu speciaal dit boek omdat ik het deze zomer las, en omdat Condorcet al in de XVIIIde eeuw vocht tegen de doodstraf. Hij deed dat samen met mensen als de jurist Cesare Beccaria, wiens boek “Dei delitti e delle pene” van 1764 grote indruk had gemaakt in Europa, tot aan de Duitse en Russische Hoven toe. Het boek werd namelijk onmiddellijk in alle talen vertaald. Bij de moderne Franse vertaling (Flammarion, 1991) schreef Robert Badinter een schitterend voorwoord.

En nu lezen we even wat de bekende strafpleiter Piet Van Eeckhaut deze zomer in Humo verklaarde:
«Ik ben lange tijd een tegenstander geweest van de doodstraf. Ik ben een groot bewonderaar van François Mitter[r]and en zijn minister van justitie. Zij hebben in Frankrijk, het land van de guillotine, in 1981 de doodstraf afgeschaft. Maar vandaag vraag ik me toch af wat je met sommige hardcore misdadigers moet doen. Iemand die een weerloze oude vrouw doodt in haar eigen huis, ik weet niet of we daar zo veel mededogen voor moeten hebben. Ik vind dat wij, in uitzonderlijke gevallen, de filosofische en religieuze bezwaren opzij moeten zetten. Sommige mensen moeten verdelgd worden. Weinigen, maar ze zijn er.»

Iemand moet dat voorwoord van Badinter eens luidop voorlezen aan zijn bewonderaar meester Van Eeckhaut, het zijn maar 39 pagina’s. Of hij moet zelf eens lezen wat Condorcet te vertellen had in zijn brieven, verhandelingen en krantenstukken.
Voor een grondige bespreking van Condorcets argumenten is hier geen plaats, maar zelfs een terzijde van hem is de moeite waard en bevat een argument dat een strafpleiter zal aanspreken. Condorcet was behalve politicus ook een beroemde wiskundige en statisticus, nauwelijks minder geniaal dan bijvoorbeeld Leonhard Euler die hij bezocht en met wie hij correspondeerde.
Condorcet stelt dat gerechtelijke dwalingen niet te vermijden zijn, en dat ze statistisch eenmaal vaker voorkomen in zaken waar de emoties sterk oplaaien. Nu spreken feiten waar de doodstraf op staat altijd sterk tot de gemoederen, dus ook tot die van de rechters.

Statistieken zijn niet altijd leugens en misschien moet meester Van Eeckhaut hier eens aan denken als hij het heeft over zijn “weinigen”, en over “principes die overboord moeten”. Moet dat “verdelgen” van hem dan maar zonder principes?

Overigens moet hij ons ook nog vertellen hoe dat verdelgen precies in zijn werk zal gaan. Zullen we alvast de guillotine van het Gravensteen een opknapbeurt geven? of verkiest hij de wat modernere elektrische stoel? de gifspuit kan natuurlijk ook, lekker clean. De dood met de kogel moet mijns inziens voorbehouden blijven voor militairen, of onder omstandigheden ook voor incivieken.

Nu, welke methode Van Eeckhaut ook verkiest, zeker is dat het ambt van beul weer in het leven moet worden geroepen. En ambtenaren moet je aanwerven volgens bepaalde procedures. Wil Piet daarvoor Selor inschakelen, of kan het ook met een gewone politieke benoeming?


12 september 2013

Farage zet Verhofstadt op zijn plaats


Een scène in het Europese "parlement"

Nigel Farage: Ik ben even cynisch en sceptisch als velen onder de Europese bevolking, over de vraag wie die wapens heeft gebruikt, en tot we het volledige rapport zien, en we onze inlichtingen op orde hebben... wij trokken ten oorlog in Irak, omdat ons gezegd was dat Saddam wapens had… [Verhofstadt roept onverstaanbare dingen] …kijk, zou je ter afwisseling niet eens je bek houden en luisteren? Je bent wellicht, je bent vast de gemeenste en grofste man in de Europese politiek, en je tiert maar door en de voorzitter laat je begaan, omdat je eerste minister bent geweest van …België. Het zij zo.


I am as cynical and sceptical, as are much of the European public, about who has used those weapons and till we get the full report and we get the intelligence right… we went to war in Iraq, we went to war in Iraq, being told that Saddam had weapons of … why don’t you shut up and listen for a change? You must be, you really must be the vilest, rudest man in European politics and you rant on, and the Chair lets you get away with it, because you’re the former prime minister of …Belgium! Well, there we are.

Farage heeft volkomen gelijk natuurlijk, maar onze Guy komt uit het Belgische parlement, en dat heeft niet een traditie zoals het Britse House, waar soms ook kreten te horen zijn, maar waar vriend en vijand elkaar laten uitspreken. Parlementaire cultuur en goede manieren heeft Guy in onze eigen tweeledige verzameling verkozenen nooit opgesnoven, en in een internationaal gezelschap, met soms goede sprekers, valt dat helaas op. Het stak hem natuurlijk, dat juist het Britse Parlement blijk had gegeven van gezond democratisch verstand in de kwestie Syrië.
Voluntarisme al wat je wil bij Guy, maar gezond verstand gebruikt hij spaarzaam. Niet dat Verhofstadt er volkomen van gespeend is, en dat bleek in zijn Belgische carrière één keer, want in de kwestie van de Iraakse massavernietigingswapens nam hij de beslissing om niet deel te nemen aan de leugenachtige, misdadige oorlog van BlairBush.
Had Verhofstadt Farage laten uitspreken, zoals een welopgevoede jongen, en daarna gewoon het woord gevraagd, dan had hij dit in alle rust kunnen antwoorden.

9 september 2013

Wetten en Pantoffels


Oikofobie, de angst voor het eigene, is een nieuw boek van de Nederlandse auteur Thierry Baudet. Het verscheen bij Prometheus/Bert Bakker en bevat een goede vijftig essays, ondergebracht in vijf hoofdstukken, handelend over de EU, over modernisme, immigratie, Wilders enzovoort. Roger Scruton ontwierp die term “oikofobie” als tegenhanger voor het alom bekende xenofobie. De angst voor het eigene inderdaad, want οίκος is een Grieks woord dat in het Latijn “vicus” gaf, en bij ons “wijk”.


Een van de hoofdstukken in het boek heet “Rechtsstaat en Politiek” en de jurist en filosoof Baudet is daarin op zijn best en scherpst. Op vage juridische termen zoals bijvoorbeeld “mensenrechten” heeft hij het niet begrepen. Hij vindt deze rechten zelfs onverenigbaar met de democratische rechtsstaat en neemt geen blad voor de mond:

“Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg heeft zich de afgelopen jaren ontpopt tot een allesverslindend monster dat zonder enige legitimiteit talloze nationale wetten en regelingen buiten werking stelt. […] De centrale denkfout achter juridische codificatie van het mensenrechtendiscours is dat universele principes van rechtvaardigheid geen van tijd en plaats afhankelijke interpretatie zouden vergen. Maar dat is nu juist wél het geval.”

Het Hof heeft de neiging om het begrip “mensenrechten” eindeloos op te rekken, zegt Baudet: er komen altijd maar nieuwe rechten bij. Hij maakt deze stelling hard met vele bewijzen en voorbeelden en we mogen hopen dat onze politici hem zullen lezen, want zijn argumenten zijn klassiek, en ouder dan het Hof van Straatsburg. 

Ik moest hier denken aan de geniale achttiende-eeuwse diplomaat en econoom Ferdinando Galiani. Die zag toen al in dat concepten als “grondrecht” of “mensenrecht” aanleiding zouden geven tot het ontstaan van steeds weer nieuwe, afgeleide rechten. Galiani stelde voor om als eerste grondrecht “het recht om te stappen” te nemen. Hieruit volgt, zei hij, dat elke mens ook het grondrecht heeft om binnenshuis te stappen, en bijgevolg het grondrecht op pantoffels.

“Le droit naturel que tous les hommes ont à marcher et aux moyens de marcher, est tellement le premier de nos droits fondamentaux, que, sans lui, nous ne pourrions plus remuer nos pieds. Nous aurions peut-être des béquilles très anciennes, mais non des pantoufles fondamentales. Non, si nous ne remontons au droit de marcher pour trouver le premier principe de toutes les Pantoufles, il n’en est pas une dont nous puissions montrer la raison essentielle et primitive […]”

“Elke mens heeft het natuurlijke recht om te stappen, en op de middelen daartoe, en dat is zozeer het eerste van onze fundamentele rechten, dat wij zonder dat recht geen voet meer zouden kunnen verzetten. Wij zouden dan misschien wel heel oude krukken hebben, maar geen fundamentele pantoffels. Nee, als wij bij onze zoektocht naar het eerste principe van alle Pantoffels, niet teruggaan tot het recht om te stappen, dan is er niet één waarvan wij kunnen aantonen dat het een essentieel, een basisconcept is […].”

Rechten als pantoffels, en grondrechten als Pantoufles fondamentales, dat vraagt wat uitleg. Galiani speelde met een toen bekende uitdrukking: “raisonner pantoufle”, faire des raisonnements de travers (dictionnaire de l’Académie française, 1789), gebrekkig redeneren dus.

in : Ferdinando Galiani/Louise d’Épinay
Correspondance I, 1769-1770
Les Éditions Desjonquères, 1992, p. 274

16 augustus 2013

In memoriam Jacques Vergès


Telkens weer als men probeert om een multiculturele, multinationale staat in het leven te roepen, creëert men een explosieve toestand. Neem bijvoorbeeld België, dat een artificiële staat is die in de geschiedenis nooit echt heeft bestaan. Er waren prinselijkheden, prinsbisdommen, graafschappen, en Vlaanderen was min of meer een deel van de Lage Landen. Men heeft daaruit een staat samengesteld door Vlamingen, Franstaligen en Duitsers bijeen te brengen. Maar die staat kraakt in al zijn voegen, en je voelt goed dat België veroordeeld is en binnen een halve eeuw niet meer zal bestaan. Ook daarin was generaal de Gaulle zoals altijd profetisch, toen hij al zijn sympathie betuigde aan diegenen in Wallonië die de aansluiting bij Frankrijk wensten.


Chaque fois qu’on essaie de créer un État multiculturel, multinational, on crée une situation explosive. Prenez la Belgique, qui est un État artificiel et n’a jamais vraiment existé dans l’Histoire. Il y a eu des principautés, des princes évêques, de duchés, et la partie flamande plus ou moins rattachée aux Pays-Bas. On a crée un État composite en réunissant des Flamands, des francophones et des Allemands. Cet État craque pourtant de toutes parts, on sent bien que la Belgique est condamnée, que dans un demi-siècle elle n’existera plus. Là-dessus, le général de Gaulle, comme toujours, était prophétique, quand il a porté toute sa sympathie à ceux qui, en Wallonie, voulaient un rattachement à la France.

Woorden van de gisteren overleden advocaat Jacques Vergès.
En zoals hij niet geloofde in kunstmatig samengestelde staten, zo geloofde hij ook niet in kunstmatig afgescheiden staatjes. Ten tijde van de eerste oorlog van de VS tegen Irak (de couveuse-oorlog van Bush senior) verklaarde hij:
L’Irak a occupé le Koweit, mais le Koweit n’a jamais existé. Le Koweit a toujours été une province de ce qui s’appelle aujourd’hui l’Irak.
Irak heeft Koeweit bezet, maar Koeweit heeft nooit bestaan. Koeweit is altijd een provincie geweest van wat nu Irak heet.
En kwaadaardig en grappig als hij was, vergeleek hij nog Babylonië en Bagdad, met Disneyland en Las Vegas:
Je suis bien sûr du côté de la civilisation.
in: Intelligence avec l’Ennemi
Conversations avec Jean-Louis Remilleux
Éditions Michel Lafon, 1994

9 augustus 2013

Pat Condell en Marguerite Yourcenar


De Engelse Ier of Ierse Engelsman Pat Condell maakt al jaren videocauserietjes die te zien zijn op bijvoorbeeld YouTube, vier-vijf-zes minuten lang en ze gaan altijd over de islam. Op zich een vervelend onderwerp misschien, maar hij weet zijn praatjes zo te kruiden dat je niet de neiging voelt om in je neus te peuteren of iets met je teennagels te doen. Ieren en Engelsen bezitten de vis comica en hij bezit die dubbel.

In zijn praatjes vertelt Condell dus eigenlijk altijd hetzelfde. Hij beschrijft wat een normale Westerling denkt over de eigenaardigheden en eventuele onaangenaamheden die gepaard gaan met de introductie van een nieuwe godsdienst, in een maatschappij die zich van dergelijke dingen een paar eeuwen geleden al verlost dacht te hebben.

Velen zullen zijn causerietjes kennen – hij heeft miljoenen kijkers en nu wellicht nog enkelen meer, dankzij Hans Teeuwen die in het programma Zomergasten van de VPRO een fragmentje liet zien. Teeuwen sprak zijn grote bewondering uit voor Condell, en zei dat hijzelf de moed van die man niet kon opbrengen. Heel begrijpelijk en eerlijk en erg, maar laten wij de islam nu even voor wat hij is.

In een ander praatje –dus niet dat van Zomergasten– legt Condell uit dat hij absoluut geen reclame wil bij zijn videoboodschappen. Met zijn grote publiek zou hem dat nochtans veel geld opbrengen, maar hij is categoriek (3'55"):

I don’t want ads on my videos because people have no choice about whether they watch ads. Ads are intrusive. They poison everything they touch, and they get in the way. I started doing this in the first place so that I could finally speak my mind in public, without anything or anybody getting in the way.
Ik wil geen reclame bij mijn video’s want het publiek heeft niet de keuze of het reclame wel wil zien. Reclameboodschappen zijn opdringerig. Zij vergiftigen alles waarmee ze in aanraking komen en zitten in de weg. Ik begon indertijd hiermee, om eindelijk publiekelijk te kunnen zeggen wat op mijn lever lag, zonder dat iets of iemand mij in de weg zou staan.

Een man naar mijn hart. Alleen zo iemand kan zeggen dat hij vrijuit spreekt. Reclame maakt niet alleen straten en steden en de hele wereld lelijk, ze maakt zoals Condell zegt ook elke boodschap die in haar directe omgeving staat verdacht. Onafhankelijke meningen, onafhankelijke journalistiek zijn imaginair als er met de luimen en gunsten van reclamemensen rekening moet worden gehouden. Men mag nog zulke hoge muren optrekken tussen de redactionele en commerciële afdelingen van een krant of een tijdschrift, allemaal oogverblinding is het, want het perverse effect blijft.

Wijlen Marguerite Yourcenar, in een lang interview in 1980, zei hetzelfde maar korter: [...] ne pas se laisser prendre à l’imposture publicitaire.
Laat je niet vangen aan het boerenbedrog van reclame.

En behalve voor reclame gebruikte zij in dit interview de term “imposture” nog eens:
En ce qui me concerne, je crois que je répéterai volontiers devant les trois «religions du Livre», le judaïsme, le christianisme et l’islam, le mot dédaigneux que se passaient sous cape les libres esprits du Moyen Age: «Les trois Impostures.»
Voor mijn part wil ik in verband met de drie “godsdiensten van het Boek”, het jodendom, het christendom en de islam, graag het laatdunkende woord herhalen dat vrije geesten in de middeleeuwen al stiekem aan elkaar doorgaven: “De drie Huichelarijen.” 

Yourcenar had het goed kunnen vinden met Condell. 
Les yeux ouverts
Entretiens avec Matthieu Galey
Livre de Poche pp. 255&263


Arrosez vos plantes vertes!


De twintigste verjaardag van het verscheiden van Baudouin Coburg is weliswaar uitputtend behandeld in kranten, radio en tv, maar sommige dingen zijn toch onvermeld gebleven.
Bijvoorbeeld dat de regering toen, tegen de Grondwet in, voor eventjes de preventieve censuur meende te moeten invoeren. Het is dus niet zo dat schendingen van de Grondwet iets nieuws zijn in dit land, nodig bij bv. enkel de laatste verkiezingen, of de recente troonsopvolging, of de komende staatshervorming. Eigenlijk zijn in dit koninkrijk deze schendingen een techniek als een andere.

Die preventieve censuur bestond er toen in, dat men aan de landsgrens een nummer van Charlie Hebdo tegenhield omdat er enkele karikaturen in stonden die onze ministers onwelgevallig waren. Een kleine cartoonrel kun je zeggen – er zijn geen doden bij gevallen.

Ik schreef over die censuur al eerder hier, en de voorpagina toen van Charlie Hebdo kunt u daar zien. Waarom ik nu terugkom op die censuurkwestie is omdat ik bij het bladeren in een oud boek plots op een van die karikaturen ben gestoten. Voor ik mijn in Frankrijk gekochte exemplaar van het weekblad aan het VRT-archief schonk, had ik blijkbaar de voorzorg genomen om een mooie prent op p.3 te fotokopiëren, om als bladwijzer te dienen.

Bij wijze van in memoriam ziet u ze hier.

31 juli 2013

Wetenschap in het land van morgen


Dat de politicologie stilaan een echte wetenschap wordt, werd deze week opnieuw bewezen door zekere Tom Sauer die internationale politiek mag doceren aan de Universiteit van Antwerpen (even opletten: deze man niet verwarren met de echte Tom Sawyer).

Door zijn wetenschappelijke studiën weet Tom Sauer meer dan wij allemaal over landen als bv. Noord-Korea. En gelukkig voor ons: het is niet allemaal harde wetenschap bij hem, want wereldvreemd zal niemand Tom noemen.
Zo “voelt hij dingen aan” en heeft hij ook “verwachtingen”. Zoals iedereen dus, heel herkenbaar. Wetenschappelijk gesproken mogen die termen moeilijk definieerbaar zijn, ’s ochtends bij de bakker leveren ze nooit problemen op.

Een wat mindere noot: Tom zijn Nederlands is nog niet helemaal je dat, maar dan moet je rekenen dat grammatica ook een stuk moeilijker is dan politicologie.
Bijvoorbeeld een zin als: ”En zoals in veel landen is hij in eerste instantie niet belust op oorlog voeren…” zal niemand uit zijn pen krijgen die over enig taalgevoel beschikt. Natuurlijk, de lezer begrijpt wel wat Tom ongeveer bedoelt, maar hijzelf moet overweldigd zijn geweest door een werveling van politicologische gedachten, en heeft die werveling niet goed kunnen uitdrukken.
Tom vertrouwt in zulke gevallen op het verstand van zijn lezers. Een sympathieke trek van hem.

De auteur waagt zich ook buiten zijn eigen vakgebied (thinking out of the box, heet dat, hier), en hij kijkt dan diep in de ziel van zijn onderwerp, in dit geval Kim Jong-un die, zegt hij, zoals iedereen in Tomorrowland zou willen zijn.
De veronderstelling dat iemand in Tomorrowland zou willen zijn, is voor een gewone volwassene misschien bizar maar voor zulke inzichten ben je ook politicoloog. En Tom maakt zijn veronderstelling meteen daarop aannemelijk, met een Japanse analogie (een moeilijk woordje, maar net als Tom zelf vertrouw ik nu op zijn verstand als lezer).

Ja, wetenschap is er om dingen te verklaren! 

De jonge dertiger Kim wordt algemeen als menselijker aangevoeld dan zijn vader Kim Jong-Il. Al bij al doet hij het beter dan verwacht. En zoals in veel landen is hij in eerste instantie niet belust op oorlog voeren, maar op het consolideren van zijn macht met als hoofddoel het overleven van het regime. Geen baarlijke duivel of Oppergod, maar iemand van vlees en bloed, die als hij zou kunnen kiezen misschien vandaag ook liever in Tomorrowland zou zijn dan in eigen land. Tussen haakjes, zijn oudere broer werd ooit gespot in een pretpark in Japan.


29 juli 2013

Eer is veeleisender dan moraal



Bij de MR krijgt een stupide gans
als Gaëlle Smet geen tweede kans
maar bij de VLD
viel voor Brusseel het nog wel mee

    . . . .. . .          


P.S. De jonge lezer zal met vrucht dit bericht lezen, en vervolgens dit. Het zal hem daarbij ongetwijfeld opvallen dat er een verschil moet bestaan tussen enerzijds eervolle liberalen, en anderzijds eerloze.

23 juli 2013

Ook in de zomer maken kranten graag lijstjes


Le Soir had voor kort een lijstje met honderd namen. Allemaal mensen die Philippe Coburg, met het oog op zijn algemene ontwikkeling bij zich zou moeten roepen voor een goed gesprek. Opvallend is hoe evenwichtig  de lijst oogt: de ene dag zal Philippe al wat harder op zijn tanden moeten bijten, maar de dag daarop kan er alweer gelachen worden.
Dat Béatrice Delvaux op een lijst van Le Soir voorkomt, zal niemand verbazen maar sommige namen waren wel verrassend en de grappigste heb ik cursief gezet. Toegegeven, een hoop van de namen ken ik helemaal niet, en misschien zitten daar enkele voetballers tussen, of anders schilders want de redacteur die de lijst opstelde lijkt me wel een liefhebber van deze beide takken van de menselijke bedrijvigheid.

Nog even vooraf: de oplettende lezer zal zien dat er maar negenennegentig namen staan en geen honderd, maar dat komt omdat de gebroeders Dardenne vanzelfsprekend voor twee tellen.

Marc Wilmots, Jacques Rogge, Serge Brammertz, Bernard Foccroulle, Bart Sturtewagen, Albert Frère, Bob Verbeeck, Karel De Gucht, François Englert, Jan Fabre, Sidi Larbi Cherkaoui, Les frères Dardenne, Michel Delbaere, Benoît Poelvoorde, Jef Colruyt, Amelie Nothomb, François Fornieri, Vincent Kompany, Luc Tuymans, Carl Devos, Jan Goossens, Sven Mary, Gilles de Kerchove, Vincent de Coorebyter, Tom Lanoye, Jean-François Héris, Raf Simons, Eric Emmanuel Schmitt, Cécile de France, Jean-Pierre Lutgen, Ivan De Vadder, Béatrice Delvaux, Herman Van Rompuy, Alexis Deswaef, Fabrice Murgia, Olivier De Schutter, Anne Teresa De Keersmaeker, Guy Verhofstadt, Bernard Delvaux, Eric Domb, Didier Bellens, Sophie Dutordoir, Jean-Pascal van Ypersele, Peter Praet, François Pirette, Bob Van Reeth, Michael Roskam, Martine Durez, Wim Delvoye, Pierre-Olivier Beckers, Gabriel Ringlet, Nathan Clumeck, François Schuiten, Jean-Paul Dessy, Jean-Paul Philippot, Wouter Vandenhaute, Bernard Marchant, Marc Coudron, Philippe Samyn, Jean-Luc Fafchamps, Tom Barman, Xavier Damman, Semsettin Ugurlu, Eden Hazard, Diane Hennebert, Marc Uyttendaele, Jean-Philippe Mayence, Paul Bulcke, Thierry Bodson, Eric Goemare, Stromae, Pierre Galand, Albert Guigui, Herman Schueremans, Chris Dercon, Christian Van Thillo, Isabelle Casiers, Julien Klener, Philippe Van Parijs, Firouzeh Nahavandi, André-Joseph Léonard, Jean-Marc Meilleur, François Farcy, Emeline De Bouver, Hakima Darhmouch, Michel Hofman, Brice de Ruyver, Cédric Blanpain, Paul De Grauwe, Peter de Caluwé, Paul Dujardin, Alain Grignard, Philippe Delusinne, Dominique Collinet, Francis Alÿs, Michel Draguet, Philippe Geluck, Jacques Borlée, Michèle Coninsx.

20 juli 2013

Elio doet Andries zijn tenen krullen, en Marlène geeft af op de media


Op de Nederlandse televisie, bij de EO mocht Marlène Laurence Nathalie Josette de Wouters d'Oplinter een pleidooi houden voor de Coburgs. Dat deed ze heel mooi, want op een gegeven moment maakte de presentator Andries Gerrit Knevel een voor de hand liggende opmerking over het "Nederlands" van Di Rupo, en daar wist ze gelukkig ook iets op. "Dat is wat anders":


De week daarop in hetzelfde programma maar bij de onbetaalbare vervangpresentator Maarten van Rossem, had ze alweer een scherpe analyse klaar: de media spelen een perfide spel (De Standaard, De Morgen en de VRT bedoelde ze wellicht), want eigenlijk zijn die Coburgs heel populair.
Marlène verwees naar het vele volk dat in Luik was komen opdagen. "In de andere steden was er een iets mindere opkomst" voegde zij daar eerlijk aan toe, en misschien dacht zij aan de 200-koppige menigte in Gent, een stad met amper een goede honderdduizend inwoners.
Al kunnen we in dat laatste geval niet spreken van kwade wil bij de media, want van die tweehonderd kregen we enkel kikkerperspectieven te zien, zodat de opkomst toch nog iets leek. Enkel met behulp van foto's en beelden een dergelijke gunstige indruk wekken, was geen geringe opgave en de kritiek van Marlène op de media is dus unfair.

16 juli 2013

Over de Traagheid


Zoals iedereen heb ook ik in het Staatsblad gelezen dat de traagste onderzoeksrechter van het land, de Veurnse rechter Y.V. op eigen verzoek snel in ruste zal worden gesteld. Er is een koninklijk besluit en eind deze maand is het zover.
Nu wil het geval dat er tegen deze man ook een strafonderzoek lopende is, maar zoiets kan iedereen overkomen en een verband leggen met zijn pensionering is minstens voorbarig.

Volgens de gewone kranten, die natuurlijk geen aanspraak kunnen maken op de sérieux van het Staatsblad, zouden er aanwijzingen zijn dat Y.V. wel eens onder één hoedje durfde te spelen met fraudeurs, drugsdealers, erfenisdieven en zo meer. Bepaaldelijk zouden er als gevolg van de genoemde traagheid een aantal fraudezaken zijn verjaard, onder meer een grote immobiliënkwestie.

De aangeklaagde onderzoeksrechter ontkent echter dat hij zaken bewust heeft laten verjaren, en zonder bewustzijn geen schuld. Wel moet zijn onbewustheid min of meer aannemelijk worden gemaakt, misschien al door elementen in het dossier zelf en anders door zijn advocaat.

Mocht nu deze advocaat om goede argumenten of jurisprudentie verlegen zitten, dan kan padre Manuel da Costa, de zeventiende eeuwse Portugese jezuïet die hier onlangs nog ter sprake kwam, hem een helpende hand reiken. Bij hem lezen we over een rechtvaardige rechter die een zaak volkomen onbewust had laten aanslepen, omdat hij zich in de luren had laten leggen door wat de padre noemt “trage klauwen”.

Er zijn in deze sector onomkoopbare ambtenaren die hun plicht doen, en zelfs daar zijn trage klauwen actief. Ik zal dat uitleggen aan de hand van een opmerkelijk geval.

Een man die voor de rechter was gedaagd had er belang bij dat zijn zaak gedurende een jaar werd opgehouden. Nu was die rechter een Rhadamanthys in wiens huis nog nooit iets twee nachten was blijven liggen.
Op aanraden van zijn advocaat, een geslepen advocaat van kwade zaken, bracht hij de rechter samen met zijn eigen dossier ook een ander, van een banketbakker. Een enorm pak papier, het woog meer dan een arroba, en hij bond de paar vellen van zijn dossier daarop vast, alsof het één geheel was. Vervolgens toog hij naar het huis van de rechter, die, toen hij het pak zag, voor een keer zwak werd en opdracht gaf om het opzij te leggen voor de vakantie, met een bordje erop dat dat aangaf.
De opponent van de gedaagde stelde boud dat hun zaak niets met die andere te maken had en gemakkelijk in een kwartier afgehandeld kon worden. De rechter werd vertoornd om zoveel brutaliteit en dreigde de aanklager dat hij hem zou laten opsluiten in Limoeiro als hij nog een keer terugkwam op de zaak, die van dien aard was dat hij meer dan een maand studie vergde en dat hij hem daarom had gereserveerd voor de vakantie.
De vakantie vond een jaar later plaats, hij nam het dossier ter hand, de intrige kwam aan het licht en hij begreep het grote kwaad dat hij bij de klager had aangericht met de vertraging, die hij had kunnen vermijden als hij het dossier eerder had aangepakt.

De advocaat van Y.V. kan dit allemaal nalezen op pp.215-6 in De Kunst van het Stelen, uitgegeven bij Athenaeum–Polak&Van Gennep, Amsterdam 2010. Ik geef hem deze tip geheel gratis.

9 juli 2013

De juiste locatie van plek en plaats


Een kleine Kobbegemse krant schafte laatst een goed Nederlands woord af. Hun journalisten mogen nooit nog het woord allochtoon schrijven. En omdat deze krant, toen hij nog groot was niet in Kobbegem zat maar in Gent, hebben de Gentse vroede vaderen dat redactionele ordewoord ook tot het hunne gemaakt. Een gebaar van solidariteit.
Als vandaag Gentse bestuurders vanuit hun buik de genoemde term voelen opkomen, dan houden zij hun tanden stijf op elkaar en slikken hem snel weer in. In filosofische zin een vorm van terughoudendheid, al zullen medici misschien de term retentie prefereren.

Links en rechts werd er flink gelachen met die verordeningen, want in hoge nood komt er onvermijdelijk toch iets naar buiten omdat de realiteit zich niet stoort aan wat redacties en bestuurderen allemaal verbieden. Zij moeten dan telkens weer nieuwe termen en omschrijvingen verzinnen, die ze na de vervaldatum weer moeten ausradieren.
Ik lach daar niet mee, en zie er ook geen kwaad in als bestuurders of redacteurs zichzelf het gebruik van een bepaald woord ontzeggen. Zijzelf voelen zich daar ongetwijfeld goed bij en het gebaar kost ons bijna niets.

Een stuk erger dan woorden uitraderen of wegdenken, is het als een bestuur te veel woorden afscheidt, of zich overgeeft aan het gebruik van onnozele termen. Aan die ziekte lijden er veel, en helaas ook de Gentse Stadsbestuurders. Bij hen gaat het om woorddiarree, logorroe.

Beoefenden zij maar wat vaker de retentie, en hielden zij maar in stilte hun kak op”, zuchten beschaafde Gentenaars. Minder beschaafde Gentenaars gebruiken uitdrukkingen als: “Zoede gulder ulder muile ne kier nie hèwe?

Een goed voorbeeld van die stedelijke woordenkakkerij ziet u op de foto. Het is een plakkaat dat ze voor het Gravenkasteel hebben neergepoot ten gerieve van de toeristen.
De onderste twee teksten zijn nog acceptabel, in die zin dat ze in goed Frans en Engels gesteld zijn, en dat de grofste fouten van het origineel stilzwijgend zijn verbeterd.

De tekst bovenaan, in een Nederlands van eigen maaksel, toont ons helaas alles in zijn schamele naaktheid. Bekijken we de laatste twee zinnen:

Het werk van Garutti op het Sint-Veerleplein is een reflectie op de geschiedenis van het Gravensteen en het Sint-Veerleplein als locatie van terechtstellingen en dus van de dood. Nu is het de locatie van de geboorte, het nieuwe leven.

Deze beschamende uitscheiding, die ook door Nederlandse bezoekers gelezen wordt, vertelt hen om te beginnen twee keer op welk pleintje ze staan, en dat dat pleintje een heuse locatie is.
Nu ben ik altijd al geneigd om iemand die het woord “locatie” gebruikt als hij plek of plaats bedoelt als een intellectueel andersvalide te beschouwen, maar als datzelfde sujet ook nog eens uitlegt dat terechtstellingen tot de dood leiden en dat geboorten nieuw leven zijn, dan moet ik de geboorte van die auteur toch betreuren en kijk ik reikhalzend uit naar een mooie terechtstelling.

Nee, laat dit bestuur maar woorden afschaffen, dat kan helemaal geen kwaad en het gaat altijd goed.


Het eerste deel van deze ambtenarentekst staat hier
...en het is nog beschamender voor Gent die Fiere.
Een echte cultuurstad laat de steen met die tekst meteen vervangen.


P.S. men zal ook opmerken dat het kunstwerk oorspronkelijk op  de Vrijdagmarkt te zien was, toen wellicht als "reflectie op de geschiedenis van de Vrijdagmarkt".


5 juli 2013

Jos Van Eynde op de Zwitserse televisie


Interessant, wat Jos Van Eynde in 1968 aan de Zwitsers te vertellen had (10'14"), in perfect Frans:

Vous seriez belge, vous comprendriez, parce que vous ne vous résigneriez pas à estimer que la capitale de votre pays, n’est-ce pas, n'est pas une ville à l’image de ce pays. Et il y a beaucoup de choses qui changeraient si le climat, seulement le climat changeait.
Touchons un peu le climat.
Eh bien le climat, c’est le climat, n’est-ce pas, qui fait que dans beaucoup de cafés bruxellois, quand vous demandez un verre de bière en néerlandais on fait semblant de ne pas vous comprendre. Que le conducteur du tram, qui n’est peut-être pas un belge, n’est-ce pas, fait semblant de ne pas comprendre, ou ne comprend pas.
Qu’est-ce qu’il est, s’il n’est pas…
Ah, il peut être marocain, n’est-ce pas, fait semblant ou ne comprend pas le type, bon belge, bon flamand, qui lui demande son billet en sa langue maternelle, qui est la langue de la majorité de la population du pays. Alors ça vexe les gens, qui pour gagner leur pain quotidien viennent à Bruxelles tous les jours par milliers, par dizaines de milliers, et qui retournent chez eux, n’est-ce pas, avec l’impression, vraie ou fausse, que là il y a une hostilité préconçue et préméditée contre eux, et parce que...
Volontaire, oui?
Volontaire.



Als u Belg was, begreep u dit, want u zou zich niet neerleggen bij de vaststelling dat de hoofdstad van uw land niet een weerspiegeling van dat land zou zijn. En veel zaken zouden er anders uitzien als het klimaat, enkel het klimaat al veranderde.
Laten we het even over dat klimaat hebben.
Wel, ziet u, het is het klimaat dat ervoor zorgt dat als je in het Nederlands een glas bier bestelt, men in vele Brusselse cafés doet alsof ze je niet begrijpen. Dat de tramconducteur, die misschien geen Belg is, doet alsof hij je niet begrijpt, of je inderdaad niet begrijpt misschien.
Wat is hij dan? als hij geen…
Ah, het is misschien een Marokkaan, nietwaar? die echt of gespeeld een gewone Belg of Vlaming niet begrijpt als die hem in zijn moedertaal om een kaartje vraagt, dus in de taal van de meerderheid van de bevolking van het land. En dat zet kwaad bloed bij mensen die bij duizenden, bij tienduizenden elke dag naar Brussel komen om hun dagelijks brood te verdienen, en die naar huis terugkeren met het gevoel, terecht of onterecht, dat daar een vooringenomen en weloverwogen vijandschap tegen hen heerst, en omdat…
Bewust dan?
Bewust.

3 juli 2013

Over atheïsten die niet in god geloven


Of het nu stukjesschrijvers zijn, romanciers, journalisten, predikanten of dichters, allemaal staan ze voor dezelfde vraag: met welke beginzin zal ik mijn slachtoffer meteen bij de keel grijpen?
Goede voorbeelden zijn er genoeg en in alle talen. “Call me Ishmael” is een goed voorbeeld. Melville had de rest van zijn verhaal daarna maar in te vullen. Hij schreef 135 hoofdstukken, nog een epiloog en het boek was klaar.
“Ein Gespenst geht um in Europa - das Gespenst des Kommunismus”, is ook een mooi voorbeeld en Marx en Engels hebben er veel succes mee gehad.
In dezelfde stijl, iets ouder: “L’homme est né libre, et partout il est dans les fers.” Rousseau wist al hoe het moest.

Ook bij ons zijn er goede voorbeelden. “Een nieuwe lente, en een nieuw geluid” is sterk. Of: “Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht, No 37.”
Voor Karel van het Reve was die laatste zin niet te overtreffen. Hijzelf was ook sterk in eerste zinnen, en ik meen me te herinneren dat hij ergens vertelt over een stukje dat hij had geschreven, louter omdat hij een bepaalde openingszin niet kon laten liggen. Waar hij dat precies vertelt, weet ik niet meer maar in zijn Verzameld Werk staat het ergens.

Wat geldt voor een boek of een preek als geheel, kan natuurlijk geen kwaad voor de afzonderlijke delen. Een nieuw hoofdstuk, of zelfs een nieuwe alinea mag ook sterk beginnen.

In een boek dat ik net uit heb, van padre Manuel da Costa, een zeventiende eeuwse jezuïet, staan veel mooie aanhefzinnen. “Arte de Furtar” heet het boek, en het werd als “De Kunst van het Stelen” uit het Portugees vertaald door Harrie Lemmens. (Athenaeum–Polak & Van Gennep, Amsterdam 2010, 328blz.) 

Zoals de titel zegt, krijgen wij uitleg over alle trucs die dieven gebruiken. Het spreekt dat de padre niet de bedoeling heeft om zijn lezers het dievenpad op te sturen, stelen blijft immers zonde, maar hij legt ons hun trucs uit, zodat wij na lectuur gewapend zijn tegen struikrovers, bankiers, belastingontvangers en ministers.
Manuel da Costa begint een van zijn hoofdstukken aldus:

Ik ga ervan uit dat ik niet tegen hersenloze dieren praat, maar tegen denkende mensen, die dingen begrijpen, ook al zijn ze atheïst en geloven ze niet dat God bestaat en dat er een leven na de dood is. 

Wie zou na deze zin zijn boek snel weer een hoek ingooien?


28 juni 2013

Over Baldassarre&Ransdorf, bekende cafévechters


Professor doctor Hendrik Vos, politicoloog van zijn vak als ik het goed heb, sprak in zijn onschuld de zwaarste veroordeling uit die je over een vertegenwoordiger des volks kunt uitspreken.
Hij zei in Terzake namelijk, dat als je met alle macht wilde controleren of EU-parlementsleden zich niet aan oplichting schuldig maakten of valse verklaringen aflegden en dergelijke, je dan extra personeelsleden zou moeten aanwerven: “dus ook dat heeft een prijs”.
Een technische kwestie eigenlijk. Wat je hier wint, verlies je elders weer, vestzak-broekzak, het sop is de kool niet waard. En dat allemaal voor een paar “rotte appels in de mand”, was nog een bedenking van hem.



Vos bewijst hier alleszins dat een jeugdige leeftijd geen beletsel hoeft te zijn om complexe zaken in perspectief te zien. Morele aspecten, politiek-filosofische aspecten, tot werkingskosten van een vergadering toe: het past allemaal in één economische eerstegraadsvergelijking, en die is eenvoudig oplosbaar binnen het stelsel van de EU-axioma’s.
Een bij uitstek amoreel standpunt, dat hijzelf wellicht liever als een teken van wasdom en van zijn groeiende realiteitszin zal zien.

Wat professor doctor Vos onvermeld liet, en wat trouwens ook Terzake vergat, was dat de Europese burgers nog andere onkosten te wachten staan.
Er moeten in de EU-tempels immers ook mensen komen die de fysieke integriteit van lastige journalisten kunnen garanderen. De eigen veiligheidsdienst van het “parlement” is hier niet geschikt voor, dat zag iedereen. Iedereen, op Vos en Terzake na dan.

Nee, er moet een openbare aanbesteding komen met een nauwkeurig lastenboek, en de privéfirma die daar als beste uitkomt, zal dan een korps agenten mogen leveren om toe te zien op het lijfsbehoud van journalisten, en hen te beschermen tegen verkozenen die zich op het pad van het strafrecht dreigen te begeven.
We kijken allemaal uit naar dit lastenboek, dat onze parlementaire goudhaantjes helemaal zelf zullen opstellen.

14 juni 2013

Zijn en Tijd in de EU


Duitsers, en alleszins Duitse filosofen zeggen soms zulke diepzinnige dingen dat je als Nederlandstalige achterovervalt. Heidegger staat hierom bekend. “Das Nichts selbst nichtet”, is bijvoorbeeld een vernietigend mooie zin. Hij staat in “Was ist Metaphysik?” van 1929, op pagina 113 in mijn uitgave, en ik begrijp hem wel niet, maar daar staat tegenover dat ik de verduidelijking op pagina 114 evenmin begrijp: “Im Sein des Seienden geschieht das Nichten des Nichts.”
Toch vind ik beide zinnen prachtig en denk ik er af en toe aan, al las ik ze twintig jaar geleden.
Lang voor Heidegger, verklaarde Heinrich Heine wat het filosofische Duits zo bedwelmend maakt:

Franzosen und Russen gehört das Land,
Das Meer gehört den Briten,
Wir aber besitzen im Luftreich des Traums
Die Herrschaft unbestritten.
Van Sloterdijk heb ik hoogstens hier en daar iets gelezen. Wel hem vaak bezig gezien, ooit zelfs in Brussel in een debat ter gelegenheid van het Groot Beschrijf, en natuurlijk in zijn Philosophisches Quartett op de ZDF, met Safranski.
Dat filosofische kwartet werd door de ZDF helaas afgevoerd, en daarop heeft Belgacom heel de ZDF eruit gegooid.
Wat je altijd voelt als hij spreekt, is dat Sloterdijk, behalve op de Duitse taal zelf, ook kan teren op al die grote voorgangers van hem. Zij hebben zijn alaam klaargelegd en zijn messen gewet.

In februari was hij een uur op Duitsland 3, bij Peter Voß. U vindt dat gesprek op youtube. Hier geen gezwijmel over hemel, zwerk of geluchte, maar brute politiek en scherpe, grappige analyse.

Na 20’42”:
Vandaag al hebben de Europese politici zichzelf en hun landen in een zodanig parket gewerkt, dat het overheersende politiek discours enkel nog de vlucht vooruit kan zijn. Structureel zijn hier gelijkenissen met het financiële systeem en het kredietwezen, die wat de economische kant betreft de loop van de wereld bepalen tegenwoordig. Ook in het kredietwezen is de vlucht vooruit aangewezen als enige manier om tot stabiliteit te komen. Net zo in het politieke bestel. Aangezien de EU vandaag al niet naar behoren functioneert –en in haar huidige vorm door het gros van de bevolking gewantrouwd, zoal niet verworpen wordt – aangezien dat zo is, zien de verantwoordelijken enkel nog de vlucht vooruit als een zinnige uitweg. En aangezien “weinig Europa” al niet werkt, zal zich het antwoord “meer Europa” opdringen, en dan is de toekomst klaar: er komen nog meer dingen die niet zullen werken. Als gevolg daarvan zal weer een nieuwe vlucht vooruit onafwendbaar worden. En het verdwijnpunt altijd inderdaad … zijn die imaginaire Verenigde Staten van Europa.


Die Europäischen Politiker haben sich selbst und ihre Nationen jetzt schon in eine Lage manövriert, in der die Flucht nach vorne zum dominierenden Politikstil hat werden müssen. Das hat strukturelle Ähnlichkeiten mit dem Finanzsystem und dem Kreditsystem, daß gegenwärtig den Weltlauf in der ökonomischen Sphäre diktiert. Auch in der Kreditwelt ist die Flucht nach vorn, als die einzige Form wie Stabilität noch erreicht werden kann, vorgezeichnet.
Und ganz analogisch ist es im politischen System. Weil die Europäische Union jetzt schon nicht so funktioniert wie sie sollte, besteht ihre –und auch von den Mehrheiten der Bevölkerung in der jetzigen Form beargwöhnt, wenn nicht gar abgelehnt wird– weil das so ist, ist für die Verantwortlichen die Flucht nach vorne der einzige sinnvolle Ausweg. Und weil schon „weniger Europa“ nicht funktioniert, wird „mehr Europa“ die Antwort sein die sich aufzwingt, und die Zukunft ist vorher sichtbar: es wird noch mehr geben daß nicht funktioniert.
Deswegen wird noch mehr Flucht nach vorn notwendig sein. Und der Fluchtpunkt ist immer tatsächlich …diese imaginären Vereinigte Staaten von Europa.


8 juni 2013

Deiectus aquae


Al wie het onderwijsdebat van de vorige dagen en weken met vrucht wilde volgen, kon niet om een aantal natuurkundige termen heen. Meestal waren deze afkomstig uit de hydraulica. Doorstroming, instroom en uitstroom moest je vlot kunnen gebruiken, onverschillig of je in je jeugd nu Grieks en Latijn had gedaan of A3.

Ook watervallen (deiectus aquae) kwamen ter sprake. Dit is een wat complexer begrip dan de eerste drie, die tenslotte ook in de loodgieterij niet onbekend zijn. Wat we ons moeten voorstellen, is dat een hooggelegen hoeveelheid water op een catastrofale manier naar beneden komt.
Als er nu bovenaan voldoende instroom is, zal zo’n waterval blijven werken, en anders valt ze stil. Van beide fenomenen zijn er in de natuur voorbeelden te vinden.

In het onderwijsdebat echter, worden de natuurkundige termen in overdrachtelijke zin gebruikt, figuurlijk, metaforisch. Met de natuur, hoe interessant ook, zullen wij ons verderop dus niet meer bezighouden. Onthouden we vooral dat een waterval niet altijd naar behoren functioneert.

De degoutante uitspraak van Yves Desmet, over de “scholen voor de elite, waar dan de kinderen van Bart De Wever naartoe zullen gaan” werd hem door vriend en vijand kwalijk genomen. Het getuigt van weinig stijl om zoiets te zeggen, vinden ze. Een gebrek van de persoonlijkheid zelf, en bijgevolg ongeneeslijk.

Ik ben eerder geneigd om samen met Aristoteles die uitspraak aan een apaideusia toe te schrijven, een onopgevoedheid. Als er in de tijd van Yves Desmet een goed werkende waterval was geweest, dan hadden we aan hem nu misschien een uitmuntende kok, en had hij zijn broek niet moeten verslijten in de Latijnse, en later in de afdeling der “communicatie-wetenschap”, zoals bekend een vergaarbak aan de buitenmuur van vele universiteiten.
Dat zijn Latijnse studiën hem grotendeels zijn voorbijgegaan, en de jonge Yves wellicht beter kok was geworden, moet ik vanzelfsprekend toelichten.

Hij mocht, als oud-leerling van de historica Els Witte, bij haar emeritaat een toespraak houden en haar het “liber amicorum” overhandigen. Het is een hele eer om zoiets te mogen doen en je vertelt dan niet om het even wat.
Nu was er een kleine complicatie: het boek heette in dit geval niet gewoon liber amicorum, maar god weet waarom liber alumnorum.

De dag na die feestelijke uitreiking werd Yves gevraagd om voor de radio de rol en betekenis van Els Witte toe te lichten in een interviewtje. Het gesprek ging niet rechtstreeks maar werd vooraf opgenomen –toevallig door uw dienaar– en halverwege vroeg de journalist: “Wat betekent dat eigenlijk: alumnorum?”  Zulke dingen worden er achteraf uitgeknipt.
En je zou inderdaad denken dat iemand die de dag daarvoor een boek overhandigd heeft gewoon weet wat de titel ervan betekent, of het minstens zou hebben opgezocht om zijn speech te kunnen schrijven.
"Ja ...dat weet ik niet", antwoordde Yves.
Zo snel als de bliksem duwde ik op de intercom-knop, en zei in één adem: “genitief mannelijk meervoud van alumnus hij die gevoed is”.
Yves zijn gezicht betrok.
Toen ze de studio uitkwamen, voelde ik mij zedelijk verplicht om kennis te maken: "Mijn naam zal u niets zeggen, maar u kent me misschien van de blog victacausa?"
"Oh, zo hebben we elkaar dan eens ontmoet", zei Yves en verdween, ook als de bliksem.


http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html