Over de Traagheid
Nu wil het geval dat er tegen deze man ook een strafonderzoek lopende is, maar zoiets kan iedereen overkomen en een verband leggen met zijn pensionering is minstens voorbarig.
Volgens de gewone kranten, die natuurlijk geen aanspraak kunnen maken op de sérieux van het Staatsblad, zouden er aanwijzingen zijn dat Y.V. wel eens onder één hoedje durfde te spelen met fraudeurs, drugsdealers, erfenisdieven en zo meer. Bepaaldelijk zouden er als gevolg van de genoemde traagheid een aantal fraudezaken zijn verjaard, onder meer een grote immobiliënkwestie.
De aangeklaagde onderzoeksrechter ontkent echter dat hij zaken bewust heeft laten verjaren, en zonder bewustzijn geen schuld. Wel moet zijn onbewustheid min of meer aannemelijk worden gemaakt, misschien al door elementen in het dossier zelf en anders door zijn advocaat.
Mocht nu deze advocaat om goede argumenten of jurisprudentie verlegen zitten, dan kan padre Manuel da Costa, de zeventiende eeuwse Portugese jezuïet die hier onlangs nog ter sprake kwam, hem een helpende hand reiken. Bij hem lezen we over een rechtvaardige rechter die een zaak volkomen onbewust had laten aanslepen, omdat hij zich in de luren had laten leggen door wat de padre noemt “trage klauwen”.
Er zijn in deze sector onomkoopbare ambtenaren die hun plicht doen, en zelfs daar zijn trage klauwen actief. Ik zal dat uitleggen aan de hand van een opmerkelijk geval.
Een man die voor de rechter was gedaagd had er belang bij dat zijn zaak gedurende een jaar werd opgehouden. Nu was die rechter een Rhadamanthys in wiens huis nog nooit iets twee nachten was blijven liggen.
Op aanraden van zijn advocaat, een geslepen advocaat van kwade zaken, bracht hij de rechter samen met zijn eigen dossier ook een ander, van een banketbakker. Een enorm pak papier, het woog meer dan een arroba, en hij bond de paar vellen van zijn dossier daarop vast, alsof het één geheel was. Vervolgens toog hij naar het huis van de rechter, die, toen hij het pak zag, voor een keer zwak werd en opdracht gaf om het opzij te leggen voor de vakantie, met een bordje erop dat dat aangaf.
De opponent van de gedaagde stelde boud dat hun zaak niets met die andere te maken had en gemakkelijk in een kwartier afgehandeld kon worden. De rechter werd vertoornd om zoveel brutaliteit en dreigde de aanklager dat hij hem zou laten opsluiten in Limoeiro als hij nog een keer terugkwam op de zaak, die van dien aard was dat hij meer dan een maand studie vergde en dat hij hem daarom had gereserveerd voor de vakantie.
De vakantie vond een jaar later plaats, hij nam het dossier ter hand, de intrige kwam aan het licht en hij begreep het grote kwaad dat hij bij de klager had aangericht met de vertraging, die hij had kunnen vermijden als hij het dossier eerder had aangepakt.
De advocaat van Y.V. kan dit allemaal nalezen op pp.215-6 in De Kunst van het Stelen, uitgegeven bij Athenaeum–Polak&Van Gennep, Amsterdam 2010. Ik geef hem deze tip geheel gratis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten