.Hoe kun je als krantenlezer met relatieve zekerheid vaststellen of een journalist of columnist overtuigd is van zijn eigen boodschap? Voluntarisme kan ook onder journalisten lelijk huishouden, en in welke mate bijvoorbeeld tracht niet een auteur vooral zichzelf te overtuigen van wat hij schrijft?
Is er voor de wakkere lezer wel een waarmerk of watermerk te vinden? Lijkt een moeilijke vraag, maar het antwoord is eenvoudig.
Het laatste namelijk wat je in twijfelgevallen moet doen, is de eigenlijke boodschap van de auteur in beschouwing nemen. Datgene wat aan de lezer expliciet wordt ingeprent laat je best even rusten. Je leest die boodschap natuurlijk, daar koop je tenslotte een krant voor, maar de reflex moet zijn om meteen een vracht haakjes en accolades er bij te halen.
In het atheneum of college, in de les algebra, leerde je wellicht hoe je haakjes en vierkante haakjes en accolades efficiënt kunt openen en sluiten. Heel ingewikkelde vergelijkingen werden plots zodanig versimpeld dat er nog maar een paar bewerkingen overbleven. Pas aan het eind werkte je die haakjes weg. Als nu de leraar wiskunde een menslievende persoon was, dan bleek de gevonden oplossing altijd 1, of 0, of –1, zodat je tegelijk ook wist dat je goed had gezeten met je haakjes. De deugd was haar eigen beloning.
Net zo bij het krantenlezen. Misschien kun je enkele van de mededelingen in een nieuwsbericht of opiniestukje zelf wel beoordelen, omdat je toevallig kennis van zaken hebt, en dan hoef je geen haakjes, maar in de meeste gevallen ben je overgeleverd aan een auteur van wie je niet weet in wiens dienst hij schrijft, of wat voor programma hijzelf voor ogen heeft. Inhoudelijk oordelen is moeilijk genoeg als je bij gebeurtenissen zelf aanwezig was, laat staan dat je aangewezen bent op het verslag van iemand die misschien voortdurend naar de ogen van zijn broodheer moet kijken of een wit pootje wil halen bij de communis opinio van de andere redactieleden.
Inhoud dus komt tussen haakjes, maar eens dat gebeurd, kun je je als lezer verlaten op een eenvoudig en volkomen afdoend criterium: stijl, gebruikte zinswendingen, uitdrukkingen.
Die verraden zoveel. Het is een beetje zoals met de misdaad. Een achtergebleven peuk leert ons meer dan de geleerdste psychologieprofessor.
Laten we een praktisch voorbeeld nemen. Evita Neefs begint in De Standaard een artikel met: Het nieuwe jaar is vrij rustig begonnen in de Franse steden. De gevreesde opflakkering van de rellen is uitgebleven. Toch is de rust maar schijn, waarschuwen jongeren in de banlieues.
Dit is al veel te ingewikkeld voor mij om zomaar te beoordelen. Evita Neefs was met Nieuwjaar misschien in het vrij rustige Frankrijk, maar ik niet en om haar zonder meer te geloven is veel gevraagd aangezien wij uit andere verslagen weten dat er slechts 425 auto’s in brand zijn gestoken toen.* Haakjes aanbrengen dus. Ook de vriendelijke, bijna civieke waarschuwingen van die jongeren in de banlieues lijken mij aparte haakjes te verdienen.
Zo verdwijnt de hele inleidende alinea al tussen vierkante haakjes.
Ook de volgende paragrafen verdwijnen op die manier. Geen feitelijke mededelingen, enkel duiding ter verdoezeling. Accolades openen en sluiten!
Aan het eind vertelt Evita toch iets waarvan je zou kunnen denken dat het haar eigen woorden zijn. Zij klinkt meteen zo vals als een kat: ..We kunnen van een moslimmigrant niet verlangen dat hij boerenkool met worst en een glas trappist lust, […].
Ze heeft dat zinnetje deels afgeschreven uit een Hollands recept denk ik, want weinig autochtone Vlamingen eten boerenkool met worst, en zelfs de aanschaf van een echte boerenkool is hier niet altijd eenvoudig. Anderzijds drinken vermoedelijk weinig Hollanders trappist.
Vlamingen en Hollanders mogen dan onverdraagzame zuurpruimen zijn, ik heb nog nooit gehoord dat zij van de moslim-immigranten zouden verlangen om bizarre eetgewoonten aan te nemen.
Die ene stinkende peuk van een zin vertelt mij dat Evita weliswaar hard naar haar woorden heeft gezocht, en tot in verre windstreken op zoek is gegaan naar argumenten ...maar tegelijk ook dat het weinig nut heeft om al mijn haakjes nog verder uit te werken.
____________________________________
Ingrediënten:
1 kilogram boerenkool, 1 deciliter water, 1 kilogram aardappelen, 500 gram rookworst, 2 kopjes melk, nootmuskaat, peper, zout, azijn.
Bereidingswijze:
Breng de gewassen gestroopte en kleingesneden boerenkool aan de kook met kokend water en zout. Voeg, zodra de kool geslonken is, de geschilde aardappelen erbij. Leg de worst er bovenop. Breng alles aan de kook en en laat het zachtjes doorkoken tot alles goed gaar is (ongeveer 20 minuten). Neem de worst uit de pan en houd hem warm. Stamp de massa goed door elkaar en roer daar de boter, melk, eens scheutje azijn en naar smaak de zout, peper en nootmuskaat door. Leg de worst er bovenop.
{en haal een [(trappist) uit de kelder(!)]}
___________________________________
* [noot van 6 januari] Over het treinincident van Nieuwjaar, tussen Nice en Lyon (vernielingen, roof en sexuele aanrandingen) met twintig-dertig jongeren (je hoort soms ook het getal van honderd, maar het blijft moeilijk te beoordelen, omdat gewoon verslag uitbrengen van zulke gebeurtenissen niet meer kàn, en je bijgevolg aangewezen bent op duiding, waar je dan zelf halve feiten uit moet distilleren) was mij op het moment nog niets bekend. Wel lijkt Yves Desmet vandaag in zijn editoriaal artikeltje toch liever het thema van het blanke racisme te willen aansnijden...