Hoe herken je een echte schrijver?
Ik verkies de tweede soort.
In het verhaal “L’Escale de Buonaventura” –1946, en geen Maigret– beschrijft Simenon de grote, lege eetzaal/bar van een havenhotel ergens. Groot genoeg «pour servir à manger à cent personnes au moins, à cent personnes qui ne viendraient jamais.»
Er zijn wel twee klanten in de zaak. De ene speelt de hele tijd op een eenarmige bandiet en drinkt daarbij groene munt. De andere, “le Français”, staat aan de bar en drinkt whisky. Als lezer denk je aan Hopper die zulke mooie postkaarten kon schilderen.
Er zijn wel twee klanten in de zaak. De ene speelt de hele tijd op een eenarmige bandiet en drinkt daarbij groene munt. De andere, “le Français”, staat aan de bar en drinkt whisky. Als lezer denk je aan Hopper die zulke mooie postkaarten kon schilderen.
De whisky’s worden door barman Joe, «un nègre», eerst afgemeten in een metalen bekertje. Over de muntdrank vernemen we verder niets, maar de whisky is van matige kwaliteit. Le Français zegt dat zo: «La même chose, Joe, si infect soit-il !»
De jetons van de speler raken op, «sa lutte solitaire contre la machine à sous», en hij bestelt er nieuwe, samen met een vers drankje.
Veel meer valt er op dit moment niet te melden, en daarom acht Simenon het ogenblik geschikt om zijn lezer, die het spoor misschien bijster is geraakt, te hulp te komen:
«L’un buvait des whiskies, l’autre des menthes vertes.»
Eén zin, en je weet dat hier een schrijver aan het woord is die iets te vertellen heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten