Over het metriek stelsel
Les Soirées de Saint-Pétersbourg (1821, postuum gepubliceerd, onafgewerkt) van Joseph de Maistre vond ik geweldige lectuur. Prachtiger Frans bestaat er niet, en de gesprekken tussen le Comte, le Chevalier en le Sénateur – samen elf entretiens die beginnen bij een boottochtje op de Neva – zijn behalve scherpzinnig ook bijzonder grappig.
Vaak noemt men Edmund Burke (l’admirable Burke, zegt Maistre) als incarnatie van het conservatieve gedachtegoed, maar dan is Maistre zelf toch een beter voorbeeld.
Zowat elke nieuwigheid is voor hem nieuwlichterij, en om te beginnen is modieus taalgebruik uit den boze. Nieuwvormingen en geleerddoenerij op basis van halfbegrepen Griekse of Latijnse stammen kunnen niet door de beugel. Ons krukkige begrip islamofobie zou hij dus afgekeurd hebben, en er zijn wel meer voorbeelden. Het laat zich raden wat hij van het huidige managers- en reclametaaltje met dat halfbegrepen Engels had gevonden.
Maar om bij zijn tijd te blijven: waarom moesten duim, voet en el zo nodig vervangen worden door andere lengtematen? Kan dat soort nieuwigheden een lang leven beschoren zijn?
Il manque deux petites choses à la philosophie pour créer des mots: l'intelligence qui les invente, et la puissance qui les fait adopter. Voit-elle un objet nouveau? elle feuillette ses dictionnaires pour trouver un mot antique ou étranger; et presque toujours même elle y réussit mal. Le mot de montgolfière, par exemple, qui est national, est juste, au moins dans un sens; et je le préfère à celui d'aérostat, qui est le terme scientifique et qui ne dit rien: autant vaudrait appeler un navire hydrostat. Voyez cette foule de mots nouveaux empruntés du grec, depuis vingt ans, à mesure que le crime ou la folie en avaient besoin: presque tous sont pris ou formés à contre-sens. […] Vous me direz que ce mot fut inventé par des misérables dans un temps misérable; mais la nomenclature chimique, qui fut certainement l'ouvrage d'hommes très éclairés, débute cependant par un solécisme de basses classes, oxygène au lieu d'oxigone. J'ai d'ailleurs, quoique je ne sois pas chimiste, d'excellentes raisons de croire que tout ce dictionnaire sera effacé; mais, à ne l'envisager que sous le point de vue philosophique et grammatical, il serait peut-être ce qu'on peut imaginer de plus malheureux, si la nomenclature métrique n'était venue depuis disputer et remporter pour toujours le palme de la barbarie. L'oreille superbe du grand siècle l'aurait rejetée avec un frémissement douloureux. Alors le génie seul avait le droit de persuader l'oreille française, et Corneille lui-même s'en vit plus d'une fois repoussé; mais, de nos jours, elle se livra à tout le monde.
in: Joseph de Maistre, Œuvres. Texte établi, annoté et présenté par Pierre Glaudes
Paris, Éditions Robert Laffont, 2007 (Collection Bouquins, pp. 505-6)
6 opmerkingen:
Oordeel zelf: dit is toch heerlijk om te lezen?
LE COMTE.
Vous tournez votre tasse, M. le chevalier: est-ce que vous ne voulez plus de thé?
LE CHEVALIER.
Non, je vous remercie, je m'en tiendrai pour aujourd'hui à une seule tasse. Élevé, comme vous savez, dans une province méridionale de la France, où le thé n'était regardé que comme un remède contre le rhume, j'ai vécu depuis chez des peuples qui font grand usage de cette boisson: je me suis donc mis à en prendre pour faire comme les autres, mais sans pouvoir jamais y trouver assez de plaisir pour m'en faire un besoin. Je ne suis pas d'ailleurs, par système, grand partisan de ces nouvelles boissons: qui sait si elles ne nous ont pas apporté de nouvelles maladies?
LE SÉNATEUR.
Cela pourrait être, sans que la somme des maux eût augmenté sur la terre; car en supposant que la cause que vous indiquez ait produit quelques maladies ou quelques incommodités nouvelles, ce qui me paraîtrait assez difficile à prouver, il faudrait aussi tenir compte des maladies qui se sont considérablement affaiblies, ou qui même ont disparu presque totalement, comme la lèpre, l'éléphantiasis, le mal des ardents, etc. Au reste, je ne me sens point du tout porté à croire que le thé, le café et le sucre, qui ont fait en Europe une fortune si prodigieuse, nous aient été donnés comme des punitions: je pencherais plutôt à les envisager comme des présents: mais, d'une manière ou d'une autre, je ne les regarderais jamais comme indifférents. Il n'y a point de hasard dans le monde, et je soupçonne depuis longtemps que la communication d'aliments et de boissons parmi les hommes, tient de près ou de loin à quelque œuvre secrète qui s'opère dans le monde à notre insu.
Ja, heerlijk inderdaad. 'Oxygène au lieu d'oxigone', zo pregnant, zo raak! Je geeft me zin om Maistre te gaan lezen.
Wat die “oxygène - oxygone”-kwestie betreft, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat Maistre (en al wie hem in dezen volgt) zich compleet vergaloppeert. Mijn kennis van het klassieke Grieks is weliswaar niet zo gedegen als die van de andere interveniënten hier, en ik ben dus graag bereid om te worden terechtgewezen als ik me vergis; maar laat ik toch maar even m’n nek uitsteken: m.i. betekent “oxygone” zoiets als “met scherpe hoeken” – een kwalificatie die, toegepast op een chemisch element, natuurlijk volstrekt onzinnig is. “Oxygène” daarentegen betekent “datgene wat scherpte doet ontstaan”; en laat een van de eerste verschijningsvormen waarin zuurstof zich aan de vroege chemici manifesteerde, toch wel die zijn van een stof die, gecombineerd met bepaalde andere elementen zoals koolstof, stikstof en zwavel, een zuur (d.w.z. een scherp smakende en riekende stof) deed ontstaan. Sta mij dus toe om – tot bewijs van het tegendeel – te geloven dat Lavoisiers term “oxygène”, in het licht van de kennis van zijn tijd, zowel raak gekozen als goed gevormd was – en dat Maistre in de geciteerde passage dus een beetje uit zijn nek heeft zitten kletsen.
Beste Marc Bergmans,
ik vind uw uitleg heel degelijk en terecht. Maar er bestaan ook woorden met het suffix -goon die een soort verwantschap aanduiden, bijvoorbeeld epigoon. Er zijn van die termen als 'theogonie' = de afstamming van de goden. Daar had Maistre het volgens mij op. Ik zie zijn opmerking als een leuke knuppel in het hoenderhok van zijn tijdgenoten :-) Maar uw scheikundige uitleg overtuigt mij direct: -gène doet ontstaan, -gone ontstaat.
Het is de Comte die ons hier zijn filologische inzichten meedeelt, soms een beetje een wijsneus inderdaad (veel etymologieën van hem zouden wij --of toch diegenen die daarover kunnen oordelen-- nu 'romantisch' noemen, of 'volks', of gewoon fout) en de andere twee aan tafel wijzen hem er wel eens op dat hij vaak erg lang aan het woord blijft, maar Maistre zelf spreekt door hun drie stemmen. We mogen na een toneelvoorstelling niet één acteur opwachten en hem verwijten naar de kop slingeren voor iets dat hij in het stuk zei!
Maar de toelichtingen hier over oxygène en oxigone vind ik heel plezierig en leerzaam, dus zeer bedankt daarvoor, Marjorie en Marc.
Ook bedankt voor de toelichting, allebei. Ik heb weer wat bijgeleerd, en zoals bekend: "du choc des idées jaillit la lumière" :-)
Een reactie posten