Persvrijheid laat de gevestigde pers koud
Alles begon met de Afghan War Diary van WikiLeaks in 2010,
met daarin de onweerlegbare bewijzen van de Amerikaanse martelingen en andere oorlogsmisdaden in Afghanistan.
Helemaal toevallig vroeg Zweden kort daarop aan
Groot-Brittannië de aanhouding en uitlevering ‘wegens verkrachting’ van de
journalist Julian Assange, de man achter Wikileaks. Die klacht is sindsdien
door de betrokken vrouw zelf ingetrokken, en alles wijst erop dat ze er kwam na
enige druk door de Amerikaanse geheime diensten. Blijkbaar leverde Zweden hen gewillig
hand-en-spandiensten.Een geheime Amerikaanse jury onderzocht nu beschuldigingen
van spionage. Er volgde een uitleveringsverzoek door Uncle Sam, en Assange vond
asiel in de Britse ambassade van Ecuador. Daar verbleef hij jarenlang in gruwelijke
omstandigheden, tot Ecuador besloot dat ze hem toch liever uitgeleverd zagen.
In de US wacht hem een gevangenisstraf van 175 jaar, een marteldood eigenlijk, en na enkele zeer merkwaardige vonnissen willen hun Britse knechten Assange uitleveren aan dat land.
Nils Melzer wilde aanvankelijk niet bij deze zaak betrokken
raken, tot wanneer hij Assange in de gevangenis bezocht. Daar merkte hij wat
er echt aan de hand was, en schreef hij het verhaal van een politieke vervolging. Assange
moet als afschrikwekkend voorbeeld dienen voor iedereen die zou overwegen om ooit nog smerige
Amerikaanse geheimen te publiceren.
Melzer stuurde eerst nog stukken naar verschillende kranten, Amerikaanse, Engelse, Australische (Assange is een Australiër), maar die bleven veilig in de redactielokalen liggen. De pers weet wat ze mag schrijven en wat niet.Als speciaal rapporteur voor foltering kreeg ik van de VN-Mensenrechtenraad het mandaat om toe te zien op de naleving van de wereldwijde verboden op foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen en straffen, vermeende schendingen van deze verboden te onderzoeken, en vragen en aanbevelingen door te geven aan de betrokken staten om individuele gevallen uit te klaren. Toen ik de zaak van Julian Assange onderzocht, vond ik onweerlegbaar bewijs van politieke vervolging en willekeurige rechterlijke beslissingen, en van doelbewuste marteling en mishandeling. Maar de verantwoordelijke staten (de VS, het VK, Zweden en Ecuador) weigerden met mij samen te werken en de naar internationaal recht vereiste onderzoeksprocedures te volgen.
De zaak Assange is het verhaal van een man die wordt vervolgd en mishandeld vanwege het onthullen van de smerige geheimen van de machtigen, in het bijzonder oorlogsmisdaden, marteling en corruptie. Het is een verhaal van welbewust willekeurige rechterlijke beslissingen, genomen door westerse democratieën die zich graag laten voorstaan op hun voorbeeldige palmares inzake mensenrechten. Het is een verhaal van het doelgericht samenspannen van inlichtingendiensten, zonder medeweten van de nationale parlementen of het publiek. En het is een verhaal van gemanipuleerde en manipulatieve berichtgeving door de reguliere media om moedwillig een individu te isoleren, te demoniseren en te vernietigen.
[…]
De reguliere pers in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië lijkt niet altijd het existentiële gevaar te begrijpen dat het Assange-proces vormt voor de persvrijheid, het respect voor procedures, de democratie en de rechtsstaat. De pijnlijke waarheid is dat het zou volstaan dat de belangrijkste media van de Angelsaksische wereld zich bezonnen, om de vervolging van Assange morgen een eind te laten nemen.
Melzer stuurde eerst nog stukken naar verschillende kranten, Amerikaanse, Engelse, Australische (Assange is een Australiër), maar die bleven veilig in de redactielokalen liggen. De pers weet wat ze mag schrijven en wat niet.Als speciaal rapporteur voor foltering kreeg ik van de VN-Mensenrechtenraad het mandaat om toe te zien op de naleving van de wereldwijde verboden op foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen en straffen, vermeende schendingen van deze verboden te onderzoeken, en vragen en aanbevelingen door te geven aan de betrokken staten om individuele gevallen uit te klaren. Toen ik de zaak van Julian Assange onderzocht, vond ik onweerlegbaar bewijs van politieke vervolging en willekeurige rechterlijke beslissingen, en van doelbewuste marteling en mishandeling. Maar de verantwoordelijke staten (de VS, het VK, Zweden en Ecuador) weigerden met mij samen te werken en de naar internationaal recht vereiste onderzoeksprocedures te volgen.
De zaak Assange is het verhaal van een man die wordt vervolgd en mishandeld vanwege het onthullen van de smerige geheimen van de machtigen, in het bijzonder oorlogsmisdaden, marteling en corruptie. Het is een verhaal van welbewust willekeurige rechterlijke beslissingen, genomen door westerse democratieën die zich graag laten voorstaan op hun voorbeeldige palmares inzake mensenrechten. Het is een verhaal van het doelgericht samenspannen van inlichtingendiensten, zonder medeweten van de nationale parlementen of het publiek. En het is een verhaal van gemanipuleerde en manipulatieve berichtgeving door de reguliere media om moedwillig een individu te isoleren, te demoniseren en te vernietigen.
[…]
De reguliere pers in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië lijkt niet altijd het existentiële gevaar te begrijpen dat het Assange-proces vormt voor de persvrijheid, het respect voor procedures, de democratie en de rechtsstaat. De pijnlijke waarheid is dat het zou volstaan dat de belangrijkste media van de Angelsaksische wereld zich bezonnen, om de vervolging van Assange morgen een eind te laten nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten