31 augustus 2023

Diplomatieke taal kan heel levendig zijn


De twintigjarige Virginia Verasis di Castiglione, la divine comtesse, was door Cavour en Victor-Emmanuel II naar Parijs gestuurd om Napoleon III te verleiden en hem inlichtingen te ontfutselen.
Dat lukte haar moeiteloos.

In een briefje van 1859 aan prins Poniatovski, meldt ze echter een probleempje – achteraf gezien van voorbijgaande aard – en gebruikt duidelijke, maar misschien wat ongebruikelijke diplomatieke taal:

La lettre suivante ne laisse aucun doute sur les sentiments que Virginia nourrissait pour son auguste amant. À ses yeux, l’empereur n’était qu’une lettre de change qui d’un moment à l’autre risquait de n’être plus valable :

« Je vois dans les journaux que le Vieux est alité, qu’il est très mal et qu’il ne vient pas. Mince alors !!!  S’il crève, on est f...  C’est pour ça qu’on ne doit pas traîner, je vous l’ai toujours dit. C’est le moment ou jamais. »

Benedetta Craveri
La Contessa
traduit de l’italien par Dominique Vittoz
Flammarion, 2021, p. 134

Volgende brief laat geen twijfel bestaan over de gevoelens die Virginia koesterde voor haar doorluchtige minnaar. In haar ogen was de keizer gewoon een wisselbrief die van het ene moment op het andere ongeldig riskeerde te worden:

“Ik zie in de kranten dat de Ouwe in bed ligt, dat hij erg ziek is en niet zal komen. Verhip!!!  Als hij verre
kt is het voor ons naar de kl...   Zodoende mogen we niet treuzelen, dat heb ik u altijd al gezegd. Het is nu of nooit.”



18 augustus 2023

Verboden en opgelegde plunjes


Mannen kunnen sneller lopen of fietsen of zwemmen dan vrouwen. Dat geldt ook voor mannen die zich vrouw noemen, zogenaamde transgenders. Het spreekt dat deze jongens in aparte competities moeten spelen, ofwel gewoon bij de mannen meedoen. Anders is het valsspelen.


Ook in de schaakwereld kent men aparte kampioenschappen voor mannen en vrouwen, maar van mannen die zich als vrouw voordoen en in hun competities willen meedingen is vooralsnog weinig bekend.

Aparte schaakcompetities gaan uit van de overweging dat vrouwen naast lopen, fietsen en zwemmen, ook niet zo goed kunnen nadenken als mannen. Een opmerkelijke gedachte.
Maar er zijn natuurlijk ook toernooien waarin zowel mannen als vrouwen spelen. En hier worden de mannelijke spelers mijns inziens terecht beschermd tegen kwalijke invloeden.

Het dragen van een nauwsluitende jurk met een diep decolleté kan de tegenstander
bij zijn overpeinzingen in verwarring brengen. Die tactiek werd wel eens gebruikt, maar viel bij de officials van de Wereldschaakbond (Fide) niet in de smaak. Zij hebben al in 2012 kledingvoorschriften ingevoerd om ervoor te zorgen dat het een fatsoenlijk spel blijft.

Vrouwelijke spelers mogen geen jurk dragen die meer dan tien centimeter boven de knie uitkomt, en alleen het eerste en tweede knoopje van hun blouse mag open blijven.
Diepe inzichten mogen dan eigen zijn aan het spel, ze moeten wel beperkt blijven tot de stelling op het bord.
Ook moet de kleding fris zijn, zonder overmatige slijtage of gaten, en vrij van lichaamsgeuren of parfums. Hoge hakken mogen, flipflops niet. De regels voor zowel mannen als vrouwen zegt men er nadrukkelijk bij vereisen een harmonieuze look, met passende kleuren, stoffen, schoenen en accessoires.
Na twee waarschuwingen, eerst mondeling dan schriftelijk, kan hij of zij die de dresscode blijft overtreden worden teruggestuurd om zich naar behoren te kleden.
Toeschouwers die niet correct gekleed zijn, gaan de speelzaal uit – een regel die in de smaak zal vallen bij die twee Knokse trutten die we net nog zagen.

De secretaris-generaal van de Europese schaakbond, Sava Stoisavljevic verklaarde echter dat de kledingvoorschriften er niét kwamen om vrouwen te beletten hun mannelijke tegenstanders af te leiden:
'De ingrijpende regels zijn ingevoerd om een gevoel voor decorum bij te brengen, nadat toernooiorganisatoren hadden gemerkt dat veel van de spelers geen fatsoenlijke kleren droegen. Toen ik een keer als arbiter werkte heb ik een speelster gewaarschuwd, ook al waren er toen nog geen regels, omdat ze altijd naar de speelzaal kwam, gekleed alsof ze naar het strand ging.’

Over speelsters die graag een beetje been laten zien, zei Sava nog: ‘Het is leuk om schaaksters met korte rokjes te zien. Het zijn heel mooie meisjes, maar ik vind dat er grenzen moeten zijn.’


De Fédération internationale des Échecs, de Wereldschaakbond mag dan sommige plunjes verbieden, er zijn ook landen die hun speelsters tot het dragen van bepaalde kledingstukken verplichten. Zo moeten Iraanse schaaksters een hoofddoek dragen, ook als ze in het buitenland spelen. Dat is geen kwestie van vrijwilligheid
de keuze van de vrouw, wat je hier vaak hoort – nee, daar is het dodelijke ernst.

Sarasadat Khademalsharieh, de beste schaakster van Iran, keerde niet naar haar land terug nadat ze zonder hidjab had gespeeld in twee internationale toernooien.
Zij was naar die toernooien afgereisd met haar man, Ardeshir Ahmadi, en hun zoontje van 10 maanden, en verhuisden daarop naar Zuid-Spanje. Ahmadi, een tv-producent en presentator, zat ooit drie maanden gevangen in Iran naar aanleiding van documentaires die hij had gemaakt.

Wel meer Iraanse vrouwen hadden bij internationale toernooien
de hidjab thuisgelaten:

–Dorsa Derakhshani deed dat in 2017, en verhuisde daarna wijselijk naar de Verenigde Staten.
–Mitra Hejazipour droeg geen hoofddoek bij de wereldkampioenschappen rapid en blitz in Moskou in 2020. Ze studeerde toen in Frankrijk en is nooit teruggekeerd naar Iran.
–Datzelfde jaar werd schaakscheidsrechter Shohreh Bayat in Shanghai zonder hoofddoek gezien tijdens het wereldkampioenschap voor vrouwen. Ze verklaarde dat ze bang was om terug te keren naar Iran en woont nu in Groot-Brittannië.

Aryan Tari, de Noorse grootmeester wiens ouders Iraans zijn, zei dat Khademalsharieh misschien het gevoel had dat ze geen andere keuze had dan af te zien van een hidjab. Te midden van de betogingen in Iran zou het dragen van een hidjab op het wereldtoneel ‘respectloos’ overkomen tegenover de demonstranten, zei hij.

Er werd inderdaad maandenlang gedemonstreerd na de dood van Mahsa Amini. Zij was in hechtenis genomen door de Iraanse zedenpolitie omdat ze haar hoofddoek niet helemaal volgens de regels droeg, en werd in de gevangenis doodgeslagen.

15 augustus 2023

Cosimo de' Medici verduidelijkt wat oorlog is


 Oorlogen gaan door tot de uitputting van één of van beide partijen. Een staakt-het-vuren komt wel voor, maar houdt gewoonlijk geen stand, en vredesonderhandelingen zijn het laatste van de gedachten omdat de strijders dat als een nederlaag zien.

Een oorlog komt er nooit zomaar. Der Krieg entsteht nicht urplötzlich; seine Verbreitung ist nicht das Werk eines Augenblicks, zegt Clausewitz. Hij is dus ook nooit het werk van één individu, al willen Amerikanen het zo voorstellen. Zij wenden vaak fijngevoelige, humanitaire bedoelingen voor, en herleiden daarom alles tot één slechterik: Saddam voor Bush, bin Laden en Khadaffi voor Obama, en nu Poetin voor Biden.

Is die slechterik gedood of gevangen, dan is in hun voorstelling van zaken de oorlog beslecht en de oorzaak ervan weggenomen – herinner u de vulgariteit van Paul Bremer: Ladies and gentlemen ...we got him!

Clausewitz waarschuwt tegen dat soort voorstelling van een oorlog: Er besteht nicht aus einem einzigen Schlag ohne Dauer.

Zijn tijdgenoot Stendhal geeft in een citaat een minder huichelachtige en realistischere kijk op oorlog dan waar zo'n Bremer toe komt: op enige duizenden militaire of burgerslachtoffers kwam het destijds in Firenze niet aan.

In plaats van de fijngevoeligheid van moderne prinsen voor te wenden, antwoordde Cosimo de' Medici de Oude [1389-1464] heel eenvoudig aan een burger die hem erop wees dat hij de stad aan het ontvolken was: 'Liever ontvolk ik ze dan ze te verliezen'.

Côme de Médicis, au lieu d'affecter la sensibilité des princes modernes, répondit tout naturellement à un citoyen qui lui représentait qu'il dépeuplait la ville: «J'aime mieux la dépeupler que la perdre.»

Vom Kriege
Hinterlassenes Werk des Generals Carl von Clausewitz
vollständige Ausgabe im Urtext, drei Teile in einem Band
Jubiläumsausgabe mit erneut erweiterter historisch-kritischer Würdigung von
Dr. phil. Werner Hahlweg
1980, Ferd. Dümmlers Verlag. Bonn, S. 210

Stendhal
Histoire de la peinture en Italie
Édition établie par V. Del Litto
Folio Essays, Gallimard 1996, p. 61

8 augustus 2023

Over de Vlaamse taal, en over de vrouwen


De wapenknecht eertijds van d’Artagnan was zekere Planchet – Bourvil was een kostelijke Planchet in een van de talloze musketiersfilms las ik.

Maar nu, Vingt ans après, zit die man in een lastig parket. Hij wordt gezocht, want was frondeur geworden en zelfs een van de leiders van de Parijse volksopstand tegen Mazarin. d’Artagnan echter was luitenant gebleven in dienst van de koning, en bijgevolg, zij het tegen zijn zin, ook in dienst van Mazarin.

Hij besluit zijn voormalige wapenknecht te helpen, want diens leven is in gevaar. Nu kwam het goed uit dat Madeleine, de waardin van de herberg waar d’Artagnan zijn intrek had genomen, behalve mooi ook een Vlaamse was, en dat Planchet een woordje Vlaams sprak. d’Artagnan bedacht terstond een plan waarbij Planchet voor haar broer zou doorgaan, maar dat uiteenzetten zou ons te ver voeren.

d'Artagnan heeft als Fransman geen hoge pet op van dat Vlaamse taaltje, tant pis, maar zijn knecht vertrouwt vrouwen niet, wat al helemaal incorrect is.

Nog een geluk dat d'Artagnan, die Madeleine goed kent,* hem gerust weet te stellen:

Even kijken ...spreek je een of ander patois?
–Ik spreek beter dan dat, meneer, zei Planchet, ik spreek een taal; ik spreek Vlaams.

En waar heb je dat in ‘s hemelsnaam geleerd?
–In Artois, waar ik twee jaar heb gevochten in de oorlog.** Luistert u: Goeden morgen, mijnheer! Ik ben begeerig te weeten gezondheitsomstand.

En dat betekent?
–Goedemorgen, meneer! Ik haast me te informeren naar uw gezondheidstoestand.

Dat noemt hij een taal! Ach, maakt niet uit, zei d'Artagnan, het komt wonderlijk goed uit.
D'Artagnan ging naar de deur, riep een knecht en beval hem de mooie Madeleine naar boven te roepen.

–Wat doet u, meneer, zei Planchet, u gaat ons geheim aan een vrouw toevertrouwen!
Maak je geen zorgen, haar zal geen woord over de lippen komen.

Op dat moment kwam de waardin binnen. Ze was met een lach op haar gezicht komen aanlopen in de verwachting d'Artagnan alleen aan te treffen; maar toen ze Planchet zag, deinsde ze verbaasd achteruit.


Voyons, parles-tu un patois quelconque?
–Je parle mieux que cela, monsieur, dit Planchet, je parle une langue; je parle le flamand.
Et où diable l’as-tu appris?
–En Artois, où j’ai fait la guerre deux ans.** Écoutez. Goeden morgen, mijnheer! Ik ben begeerig te weeten gezondheitsomstand.
Ce qui veut dire?
–Bonjour, monsieur! Je m’empresse de m’informer de l’état de votre santé.
Il appelle cela une langue! Mais, n’importe, dit d’Artagnan, cela tombe à merveille.
D’Artagnan alla à la porte, appela un garçon et lui ordonna de dire à la belle Madeleine de monter.
–Que faites-vous, monsieur, dit Planchet, vous allez confier notre secret à une femme!
Sois tranquille, celle-là ne soufflera pas le mot.
En ce moment l’hôtesse entra. Elle accourait l’air riant, s’attendant à trouver d’Artagnan seul; mais, en apercevant Planchet, elle recula d’un air étonné.

–––––––––––––––
  * We zien hen in een klassieke Russische verfilming.
** Atrecht viel in 1640.

Vingt ans après
Préface de Dominique Fernandez
Avec une vie de Dumas par Léon-François Hoffmann
Gallimard, Folio classique, 1962 et 1975, p.87

7 augustus 2023

Fransen over de taal en het klimaat van Engeland


Athos, Porthos en Aramis zijn de Drie Musketiers van Alexandre Dumas, en al snel kwam d'Artagnan er nog bij, die oorspronkelijk in een andere legereenheid zat. d'Artagnan werd na korte tijd door de drie anderen erkend als hun voorman. Hij was de slimste.

In Vingt ans après (Twintig jaar later, het vervolg op De Drie Musketiers) vernemen wij dat dit viertal nog een ultieme poging heeft ondernomen om de Engelse koning Charles I van de bijl te redden. Dat is mislukt zoals u weet, zij het door een toevalligheid, zoals wij nu weten.

Maar vóór dat alles moesten onze vier helden het erover eens worden om de oversteek naar Engeland te maken: er werd altijd collegiaal beslist (d’Artagnan had het geformuleerd: «Tous pour un, un pour tous.») en tegen de oversteek van het Kanaal waren er aanvankelijk bezwaren.

Aramis bijvoorbeeld had er geen zin in: Ik haat de Engelsen. Onbeschoft zijn ze, zoals alle lui die bier drinken.

Na overleg kreeg hun plichtsgevoel toch de overhand en besloten ze te gaan:

Welaan dan! riep d'Artagnan tenslotte woedend, nu jullie het toch willen, laten we onze botten dan maar achterlaten in dat schurftige land waar het altijd koud is, waar mooi weer mist is, mist regen is, en regen een zondvloed; waar de zon op de maan lijkt en de maan op een roomkaas. In feite maakt het voor ons niet uit of we daar sterven of elders, sterven moeten we toch.
– Overdenk alleen, mijn beste vriend, zei Athos, het betekent wél eerder sterven.

Hij maakte nog één voorbehoud:

Dus we zijn het eens, zei d'Artagnan, ik vind Engeland een charmant land, en ik wil er wel verblijven, maar dan op één voorwaarde.
– Welke dan?
Dat ik niet gedwongen word om Engels te leren.

Les Trois Mousquetaires
Introduction de Roger Nimier
Édition établie et annotée par Gilbert Sigaux
Gallimard, Folio classique, 1962 et 2001, 782 pages

Vingt ans après
Préface de Dominique Fernandez
Avec une vie de Dumas par Léon-François Hoffmann
Gallimard, Folio classique, 1962 et 1975, 928 pages


4 augustus 2023

Gecorrigeerde benaming voor de Bulgaarse Nationale Feestdag?

 

Bulgarije heeft zijn nationale feestdag op 3 maart. Officieel heet die dag: Денят на Освобождението на България от османско иго, Dag van de bevrijding van Bulgarije van het Osmaanse juk. Op deze dag in 1878 (19 februari in de oude stijl) werd het Verdrag van San Stefano getekend, ter beëindiging van de Russisch-Turkse Oorlog die na vijf eeuwen onderdrukking tot de bevrijding van Bulgarije leidde.

Het afwerpen van dat islamitische juk kwam er dus met de hulp van Rusland, want alleen kon het land die strijd niet aan. Talloze steden en dorpen hebben er standbeelden ter ere van de jonge soldaten van het Russische leger die toen sneuvelden. Het bekendste van die beelden, Alyosja, staat op een heuvel in Plovdiv.

Nu zijn Turkije en Bulgarije grenslanden en vele verkozenen in het Bulgaarse parlement hebben beide nationaliteiten, maar als puntje bij paaltje komt weegt hun Turkse afstamming het zwaarst. Begrijpelijk dus dat zij een andere benaming en een andere datum voor die feestdag willen zien.

Sommige Bulgaren willen liever 24 mei, de naamdag van Cyrillus en Methodius, heiligen van de negende eeuw. Cyrillus is de uitvinder van het glagolithisch alfabet (later vereenvoudigd tot het huidige Cyrillisch) en Methodius vertaalde de bijbel in het Oudkerkslavisch. Afwachten wat het Bulgaarse Parlement zal beslissen.

Hier en daar gaan zelfs stemmen op om ook die Russische Alyosja meteen maar te laten verdwijnen. Bij de EU en haar Amerikaanse bazen zullen zulke inzichten wel in goede aarde vallen. Tenslotte willen zij Turkije op de een of andere manier in de EU-club binnenloodsen, al vindt de Europese bevolking dat een Aziatisch land met een totaal andere religie en cultuur nooit Europees kan zijn.

Ons Belgisch afdankertje, Charles Michel, zou in die richting zelfs al toezeggingen hebben gedaan aan Erdoğan, vanzelfsprekend zonder goed te beseffen waar hij mee bezig was.


http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html