Hoever mag een auteur gaan?
Michel Houellebecq laat in anéantir een personage, een babyboomer, enkele van zijn lievelingsauteurs opnoemen, en tot mijn groot plezier waren dat onder meer Cardinal de Retz, Joseph de Maistre, Stendhal en Alexandre Dumas.
Ook zegt Houellebecq terecht dat die babyboomers voor een ware cultuuromslag hebben gezorgd:
... dat zeer specifieke moment waarop, voor het eerst in de wereldgeschiedenis, de populaire cultuur zich esthetisch superieur toonde aan de culturele productie van de elite. De genreroman, misdaad of sciencefiction, was in die tijd veruit superieur aan de mainstream roman; stripverhalen waren stukken beter dan de creaties van de officiële representanten van de beeldende kunst; en bovenal maakte de populaire muziek de gesubsidieerde pogingen tot “experimentele” muziek belachelijk.
Kunnen we allemaal volgen, maar op een ander specifiek moment laat hij Cécile, een uitmuntende kokkin, in de gastronomische hoofdstad van Frankrijk, in Lyon asperges met sauce hollandaise voorschotelen aan een gezelschap van rijke burgers.
Geen kwaad van die sauce hollandaise –er bestaat geen lekkerder saus– maar Cécile dient die asperges wel op in januari, terwijl het seizoen pas in april begint, en eindigt zoals u weet op 24 juni, de dag van Sint Jan Baptist.
Mij stoort het niet dat Houellebecq geregeld onfatsoenlijke woorden gebruikt die je in een deftig woordenboek niet zult aantreffen en dan op het web moet zoeken, maar hier gaat hij wel érg ver.


2 opmerkingen:
Chinese?
Mogelijk... en zo krijg je ook nog wat zeldzame aardmetalen naar binnen.
Een reactie posten