22 december 2004

Aan de Standaard: Nieuws is geen confectiepakje dat je kan ophalen bij de wetenschappelijke stomerij


.Met een artikel als dat van woensdag, "Spiegeltje, spiegeltje..." op p.9, waar de "impressiescores" van een aantal politici worden vergeleken: daarmee gaat deze tabloid een stap te ver! Om op de pagina "politiek" een verhaaltje te moeten lezen dat volledig speelt in de virtuele kinderwereld van enquêtes en "politieke communicatie" ...dat is teveel gevraagd van uw publiek. Twee politieke "wetenschappers" hebben zichzelf werk verschaft op kosten van de gemeenschap: dat is zowat het enige dat een ernstige mens hier kon opsteken.

Over het statuut van hun tak der wetenschappen zou veel te vertellen zijn, en iemand als Karl Popper, of bij ons Karel van het Reve, heeft dat gedaan. Het komt erop neer dat woorden als "communicatie", "beeldvorming" &cet. helemaal niet behoren tot enige wetenschap, maar wel verdoken propaganda- en reclame-instrumenten zijn.

Neem liever een voorbeeld aan een krant als Het Parool, om er één te noemen, en doe aan reporting, ipv van aan zogenaamde duiding. Zo gaf Het Parool gisteren het bericht over de terechtstelling van kinderen in Iran. Dit is een FEIT, zij het een nogal confronterend feit, niet passend in de jongste "presidentiële" toespraak van Guy Verhofstadt.
Of zeg eens iets over de nieuwe Rushdie-affaire in Birmingham? Dat de auteur moet onderduiken. Het Parool doet dat wél.

Probeer dus, geachte redactie, in het vervolg zulke artikels als "Spiegeltje..." aan het jarige Dag Allemaal te slijten, en vertel uw lezers wat er gaande is in de echte wereld.

Om er even Timothy Garton Ash bij te halen, in The Guardian juni vorig jaar:


"What can we do against this real-life Matrix? Find the facts, and report them. "Facts are subversive," said the great American journalist IF Stone. A friend and I have long had a fantasy of starting a newspaper called, simply, The Facts. Not The Truth: that is so difficult to find, and so much a matter of interpretation. Just the facts."

20 december 2004

Karel de Gucht heeft zichzelf gedeclasseerd

.
Hoe beschamend is het niet dat De Gucht (in de Zevende Dag) de feitelijke maar wederrechtelijke bezetting van een stuk van Griekenland heeft erkend: "Heb je al eens gezien waar Cyprus ligt?" zei hij aan Vanhecke, "...dat ligt nog onder Turkije ! onder die bocht! het is nog verder dan Turkije!".

Dat klopt maar half (Turkije loopt nog wel iets verder door naar het Oosten) maar daar gaat het niet om: De Gucht was even buiten adem en wist gewoon niet meer wat gezegd. Dat kan gebeuren. Buitenlandse Zaken is een moeilijk departement, en de wereldkaart is groot. En, zoals geloof ik Bomans opmerkte: een klein land heeft meer buitenland dan een groot.

In plaats van er onder omstandigheden het zwijgen toe te doen, als een verstandig man, permitteerde De Gucht zich liever een ongelooflijke lichtzinnigheid (die overigens aan de ingebedde moderator ontsnapte).

Voor wie een moment nadenkt is De Guchts feitelijke erkenning van de Turkse bezetting van Cyprus volslagen eerloos, maar hijzelf dacht blijkbaar dat het wel zou passeren, al was zijn uitspraak tegen het volkenrecht in.

En zo'n man zetten wij aan tafel bij de komende "onderhandelingen" met Turkije ...een man die al lang blij is als Erdoğan een vage, mondelinge toezegging doet over een soort van handelsovereenkomst met Nicosia. Een gebaar in het najaar volstaat voor onze neofiet.

Stelt u zich even in de plaats van een christen burger van Nicosia: wat zou u denken als u de vertaling onder ogen kreeg van wat Karel De Gucht daar in de Zevende Dag uit zijn nek heeft gekletst? "Die minister geeft blijkbaar weinig om óns Europees burgerschap", zal hij zeggen; of, "Burgerschap is voor jullie misschien iets anders dan voor ons ...maar ja, wij nieuwkomers stellen ons allicht te veel voor"?

Nu geloof ik nooit dat De Gucht zelf de draagwijdte van zijn woorden heeft beseft: kwaadaardig is die man immers niet ...al kan hij beter stevig aan de leiband worden gehouden.

Aan die Nicosiaan zou ik de situatie zo uitleggen: Wat die minister zei was niet meer dan een duizeling, een dwaasheid, een zwakte, een lafheid in de hitte van het debat. Kortom wat wij hier noemen: "een slechte communicatie".

Maar ik vrees dat hij antwoordt: De consequenties van wat uw minister De Gucht heeft gezegd, die blijven! en die zullen in Ankara, iets voorbij Cyprus, uitstekend ontvangen zijn..

..

17 december 2004

Is Yves Desmet een intellectueel?

.
Ik las in De Morgen van 20 november:

De enige beperking op de vrije meningsuiting, zei oud-president Jefferson ooit, is dat je niet 'Brand' mag roepen in een overvolle theaterzaal.

Enkele opmerkingen: Jefferson heeft dat misschien ooit gezegd, maar op Desmet na heeft niemand daar weet van. De uitspraak wordt algemeen toegeschreven aan opperrechter Oliver Wendell Holmes, Jr. (geboren in 1841, jaren na Jeffersons dood). Holmes beriep zich hiervoor op John Locke. Detail: Holmes sprak van "een volle zaal", niet van een "overvolle". Zo'n hype-adjectief als "overvolle" is ten gronde een afzwakking van Holmes' uitspraak, maar alla, het is Desmet vergeven want hij is het zo gewend. Blijft dat de intellectuele eerlijkheid verbiedt om met namen te pochen die men niet eerst heeft gecheckt.

Nog een detail, alweer een kwestie van stijl: waarom hem oud-president Jefferson noemen? Gewoon president toch? de man is dood. Anderzijds, je kunt inderdaad spreken over Caesar als de ex-keizer van Rome.

Nog een Terzijde. Desmet begint al eens een stukje met: Ik heb vroeger al geprobeerd uit te leggen dat…
Als lezer word je bij zo’n zinnetje overvallen door een bepaald schuldgevoel. Zóveel parels heeft die man al voor de zwijnen gegooid. We zullen in het vervolg aandachtiger zijn bij de lectuur!

Maar nu Terzake:

De kinderen van de Verlichting hebben in hun vooruitgangsdenken de kapitale fout gemaakt te denken dat de Romantiek definitief had afgedaan, dat er voor die schim uit het verleden geen plaats meer was [deze zin gaat nog een tijdje door, en ik wil mijn lezer de vele adjectieven en bijwoorden besparen; hetgeen hierna volgt is zelfs wat betreft interpunctie eigenaardig, maar het stond er zo. Desmet besluit:] Dat het ideale maatschappijmodel van die Romantiek nooit bestaan heeft en dus een volslagen mythe is, is: daarbij geen punt, maar zelfs een element van aantrekking. Eigenlijk hoeft dat niet eens zo verrassend te zijn voor wie zijn geschiedenis een beetje kent. […] Dat maakt het politieke gevecht zo moeilijk, en tegelijk de fascinatie voor het Belang begrijpelijk: net omdat de partij in een totaal ander politiek paradigma speelt, dat van de Romantiek, botsen alle tegenargumenten van de Verlichting erop af. Sterker, ze dringen er zelfs in door.

Ja, voor wie zijn geschiedenis een beetje kent heeft “De Verlichting” nooit één argument gegeven tegen “de Romantiek”, om de uitstekende reden dat de Romantiek later kwam.
(Hier moeten we voorzichtig zijn; niet overal in Europa liep de geschiedenis synchroon. Duitsland, Engeland, vervolgens Frankrijk: zo ongeveer ging het met "de Romantiek". Zou het kunnen dat zijn menselijkerwijs beperkte, Vlaamse herinnering Desmet hier parten heeft gespeeld? In onze gewesten kwam de Verlichting inderdaad pas zéér laat. Wanneer eigenlijk?)

Goed, waarschijnlijk drukt Desmet zich enkel onhandig uit; er zijn tenslotte ook waardevolle denkers die niet over de vlotste pen beschikken. Toch is een heldere stijl vaak een uitvloeisel van een heldere gedachtegang. Desmet babbelt losjes over "verlichting" en "romantiek", daarbij nergens vermeldend wat hij precies bedoelt met deze begrippen, noch bijvoorbeeld welke personen onder zijn mooie, maar raadselachtige begrip "kinderen van de Verlichting" vallen. Dat maakt zijn geschrijf geheel vrijblijvend, en naar willekeur aanpasbaar aan de wisselende actualiteit.

Er zijn nochtans goede boeken die deze materie behandelen, bv. over de rol van Herder &cet. als reactie op Kant &cet.
Zodus: beginnen met een goede algemene inleiding zou ik aan Yves Desmet willen suggereren. Misschien Isaiah Berlin’s postume “On Romanticism” ?

Basic! hoor ik hem kraaien ...maar toch niet slecht, vind ik.

o-o-o-o-o
.

16 december 2004

Europese democraten rest enkel nog de INNERE EMIGRATION

.
De feiten vandaag zijn, wat onze politici ten gerieve van hun "achterban" ook mogen vertellen: nog vijf-zes jaar en Turkije is volwaardig lid van de Europese Unie, en er gelden géén voorwaarden meer voor de uitzwerming van miljoenen Turken over ons oude continent.

Bij hun beslissing hebben onze politici aangetoond dat ze geen enkel eergevoel hebben, en ze hebben ook alle logica met voeten getreden: als zelfs de brave Standaard vandaag schrijft, post factum dus …dat de hele Turkije-kwestie puur een Amerikaans verzinsel is! Bushblair heeft Europa in het hart getroffen, en bediende zich daartoe van het "Europarlement" als van een stel draadpoppen.

Ernstige argumenten, geografische, historische, religieuze, culturele argumenten zijn door die perspectiefloze politici weggeblazen. Wie over zulke zaken nog maar begint, wordt op de meest geniepige manieren verdacht gemaakt. Zelfs hun eigen schertsargumenten, de zogenaamde “Kopenhagencriteria” hebben ze noodgedwongen ingeslikt, want het rapport daaromtrent zei dat Ankara simpelweg aan geen énkel van deze criteria voldoet. “Er werden grote inspanningen geleverd, dus zijn er geen beletsels meer”, heet het nu... credo quia absurdum.

Noch het Turkse negationisme wat betreft de volkerenmoord, 1915 en later, op de Armeense christenen (“in dit stadium is het te laat om daarover te beginnen”), noch de wederrechtelijke bezetting van een stuk van Europa (“in dit stadium is het te vroeg om daarover te beginnen”) tellen nog mee.
Al nemen zij vaak woorden als “historische kans” in de mond: onze politieke ignoramussen hebben geen besef van geschiedenis en zijn daar nog fier op ook, want zij kijken vóóruit en niet de hele tijd achteruit! (Karel de Gucht)

Een onbenullige democratische bemerking: de Europese bevolking is tégen deze “toetreding”, enkel de “volksvertegenwoordigers” zijn er voor. En dan hoor je Karel Pinxten op de radio het woord “geloofwaar­digheid” in de mond nemen. Pinxten over geloofwaardigheid, mijn God !

In de Standaard van de week dacht deze Karel nog een heel slim argument te hebben gevonden om Turkije "Europees" te verklaren. Eén van zijn medewerkers moet hem een tekst in de hand hebben geduwd, waarin stond dat tsaar Nikolaas I. ooit sprak over Turkije als "de zieke man van Europa". .Dus! zegt onze historicus Pinxten: hier zie je toch, Turkije wordt al lang als een deel van Europa beschouwd.

Helaas voor hem, a bit of learning can be a dangerous thing! Wat Nikolaas bedoelde was namelijk heel iets anders. Er is daaromtrent een geschreven bron, maar die lag verder dan de armlengte van de VLD-studiedienst.

De Britse gezant in StPetersburg, Sir G.H. Seymour schrijft op 22 januari 1853 een brief aan Lord John Russell en rapporteert daarin dat de tsaar tijdens een onderhoud: het Byzantijnse Rijk "een man" had genoemd, en die man was na de eindeloze reeks Turks-Russische oorlogen "in een staat van aftakeling" geraakt. Er zijn ook aanwijzingen dat de tsaar iets zei in de aard van: dat Rijk is zo ziek en zo verzwakt, dat het voor het grijpen ligt voor een Europese staat, Frankrijk, of eerder nog Engeland. Ze konden het zo koloniseren! In dát opzicht noemde hij "Turkije" ...van Europa.

Mijn vraag is nu: kun je van alle hout pijlen maken? Zeker, Cupidon fait flèche de tout bois, maar mogen politici dat ook?
Of anders gezegd: gesteld dat Pinxten van het bovenstaande kennis had gehad ...dit gesteld, zou hij dan afgezien hebben van zijn aanlokkelijke en erudiete "argument"?

P.S. (noot van 24 maart 2006) De genaamde Karel Pinxten heeft dit bericht, dat hij persoonlijk heeft gekregen, nooit beantwoord. Iedereen mag daar het zijne van denken, maar ik denk dat hij te laf is om zijn mond open te doen als hij iemand tegenkomt die zijn halfbakken wijsheden ontmaskert. En het zijn niet eens zijn eigen wijsheden... hij heeft ze ook maar van horen zeggen, en is al lang blij dat hij mee mag blaten met de andere schapen.

15 december 2004

Dreigen met terrorisme IS al terrorisme !

.

,,Als de Europese Unie denkt dat ze simpelweg een christelijke club kan blijven, kan ik daar niets aan doen. Maar als ze de bruggen naar de rest van de wereld verbrandt, zal de geschiedenis haar dat niet vergeven.'' Dat zei de Turkse premier Tayyip Erdoğan afgelopen weekeinde bij de opening van het eerste moderne-kunstmuseum in Istanbul. Volgens hem kan een weigering van Turkije als EU-lid zelfs leiden tot meer geweld van islamitische terroristen, omdat de EU zich dan nog verder zou verwijderen van de islamitische wereld.


Mooie woorden zijn dat van vriend Tayyip Erdoğan, en voor ons Europeanen zijn ze erg leerzaam.

Vooraf: omschrijvingen als "christelijke club" zou een beleefd aankloppend kandidaat-lid achterwege mogen laten. Een beschaafd en welopgevoed mens zegt zoiets niet, en geeft vooraf géén kwalificaties aan een "club" waar hij dolgraag lid wil van worden, en die hij bijgevolg geacht wordt te respecteren in de vorm waarin hij nu bestaat.

Erdoğans omschrijving is echter behalve primitief, ook leugenachtig en hypocriet.

Leugenachtig omdat Europa een seculier land is, niet puur formeel zoals Turkije, maar in de harten van de Europese mensen! Dat Europa christelijke wortels heeft betwist niemand, maar dat er in Europa naast de christenen ook een groot deel atheïsten en andere niet-gelovigen leven, in onderling respect, dàt moet Erdoğan eens uitleggen aan zijn bevolking die zo graag christelijke kerken vernietigt. Hier in Europa leven tientallen miljoenen honden en varkens, zoals de islam ongelovige mensen betitelt. Europa is voor een belangrijk deel een zwijnenstal in plaats van een "christelijke club" en de Europese christenen, die een heel beschavingsproces achter de rug hebben, zien daar geen been in! Het Europese wij-gevoel, dat wel degelijk bestaat, is juist daarop gebaseerd. Galatasaray is een club, maar Europa is iets anders, beste heer.

Hypocriet is Erdoğan omdat hij aan zijn muzelmannen probeert wijs te maken dat Europa voorlopig nog niet islamitisch is, maar toch toebehoort aan "een volk van het boek", de Bijbel, wat voor islamieten nog net verteerbaar is (zij het niet in de praktijk, toch in theorie). Over dat Europese atheïsme houdt Erdoğan echter zijn besnorde bek als hij een "museum voor moderne kunst" opent.

De tweede uitlating is minder leugenachtig of hypocriet, maar wel even schandalig: Erdoğan zegt noch min noch meer dat zijn land potentiëel een terroristische staat is, en hij wil dus onder bedreiging lid worden van Europa. Nu, dreigen met terrorisme is al terrorisme!

Erdoğan beseft blijkbaar heel goed dat hij zelfs met zulke adelbrieven wel wegkomt bij figuren als Balkenende of Verhofstadt of Schröder: die willen immers meteen met hem aan tafel, ook al erkent Turkije niet eens alle landen van hun "club".

10 december 2004

Valt "negationisme" onder een soortement gedoogbeleid ...volgens Karel De Gucht?

.
Enkele dagen geleden verklaarde Karel De Gucht, na een vraag over de Turkse genocide op de christelijke Armenen: dat we in de eerste plaats vooruit moeten kijken en niet achteruit.

Die houding van “zand erover” is echter onwaardig, schandelijk, en ik meen strafbaar naar vigerende wet.

Aan Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken, moet een aantal zaken worden herinnerd tenzij, wat ik niet durf te denken, ze nieuw voor hem zouden zijn.

Ten eerste: die genocide is wel degelijk een historisch feit, en het gaat over grote cijfers. Ik neem aan dat De Gucht dat weet.
Ten tweede: aan Franse journalisten heeft, via zijn woordvoerder de Turkse buitenlandminister recent nog laten weten: "Notre position est bien connue [...] nous ne reconnaissons aucun soi-disant génocide et nous ne le reconnaîtrons jamais". Dat is duidelijke taal Karel. Abdullah Gül bedoelt natuurlijk: ook niet tijdens de komende toetredingsonderhandelingen.

Nu is het niet meer dan normaal dat er aan iemand die nieuw is op een departement als Buitenlandse Zaken veel zaken ontgaan, en De Gucht is zeker niet slechter dan die cocasse voorganger van hem (die met zijn ski’s, zijn motorfiets en zijn prille democratieën) maar er zijn toch enkele zaken die De Gucht beter onder ogen zou nemen: zo heeft nog in 2001 Turkije een aantal bestellingen van Franse wapens afgezegd, en heeft het land ook officiële bezoeken afgezegd, omdat er in Franse media nogal wat te doen was over die Turkse genocide op de Armenen.

Zulke details kunnen een minister ontgaan, maar niettemin vraag ik aan De Gucht en aan de regering: is er in dit land, tegen de wet in, een soort van gedoogbeleid voor negationisten afgekondigd? Kunnen wij bijgevolg met een gerust hart aan tafel gaan zitten met mestkevers die misdaden tegen de mensheid, niet enkel ontkennen maar blijven ontkennen?
Zulk gedoogbeleid zou verstrekkende gevolgen hebben, ook voor de binnenlandse politiek.
Moet kunnen zegt Karel De Gucht, want hij wil met de Turken aan tafel. Trouwens: “zoals wij zelf weten: het vraagt tijd om met het eigen verleden in het reine te komen”.

Ik neem aan dat De Gucht, pas terug van zijn eerste grote missie, hiermee ons koloniaal verleden bedoelde? Welnu: met die slachting destijds in Kongo, daar hebben wij allemaal, op de bende van Laken na, allang mee afgerekend. Je hoort geen Vlamingen zeggen, ook al hadden de meesten part noch deel in de misdaden van de Coburgs: "et nous ne le reconnaîtrons jamais".
Iemand moet trouwens aan De Gucht eens uitleggen wat zijn Turkse collega bedoelt met het woordje "jamais"; Elio di Rupo moet dat kunnen.

De Gucht heeft nu twee mogelijkheden:
–– óf hij ageert om de wetten op negationisme &cet. af te schaffen (niet omdat hij vindt dat er nooit een shoa is geweest, maar omdat er geen wetten kunnen bestaan die aberrante meningen verbieden)
–– óf hij aanvaardt het gezelschap van Adolf Hitler, die ook vond dat je niet telkens het verleden moest oprakelen, en die vlak voor zijn inval in Polen in een speech verwees naar de Armeense kwestie, en daarbij het De Gucht-standpunt vertolkte: "Wie zou er nu nog denken aan de volkerenmoord in Armenië?"[1]

_____________
[1] "Wer denke schon noch an den Völkermord in Armenien?" De Turken ontkennen natuurlijk ook dat Hitler dat zou hebben gezegd; consequent als je het feit zelf van die genocide tot op de dag van vandaag ontkent, maar in 1985 werden de geheime notities van admiraal Wilhelm Canaris gepubliceerd, en daarin komt die zinsnede wel degelijk voor.
cfr. K.B. Bardakjian, Hitler and the Armenian Genocide (Cambridge, MA: Zoryan Institute, 1985)

.

8 december 2004

Las u dat "Ontwerp van een Europese Grondwet" ?

.


Ik las het gedeeltelijk... vooral de pagina’s over de Grondrechten interesseerden mij.
__________

De oorspronkelijke Belgische Grondwet was een staaltje van gedegen juridisch denkwerk leerden wij allemaal. Een voorbeeld voor de rest van de wereld toen. Haar bepalingen waren bondig, duidelijk, eenvoudig, principieel. Vaag of nietszeggend waren ze nergens, en de rechtsleer spreekt tot op onze dagen van een liberale wet. Die grondwet was niet aristocratisch maar juist burgerlijk en emanciperend.

Wat vorm en stijl betreft ademde het wetboek nog helemaal in de weldoende geest van de achttiende eeuw. Logische fouten en overbodigheden had men vrijwel vermeden. Het geheel bezat een bijna mathematische, juridische elegantie.

In dat laatste opzicht was die Grondwet een kind van de Napoleontische wetboeken, die eenzelfde bekoorlijkheid uitstraalden, soms ook voor niet-juristen. Stendhal, ongemakkelijk gezeten op het scharnier tussen de XVIIIde en de XIXde eeuw, zei over “goede stijl” het volgende: "Je ne vois qu’une règle : le style ne saurait être trop clair, trop simple […]. J’ai horreur de la phrase à la Chateaubriand." Hij was als de dood voor hoogdravende en nietszeggende frasen.
’s Ochtends, alvorens hij zich aan het schrijven zette, en om zichzelf te behoeden, las Stendhal wel eens enkele artikelen uit de Code Civil. "En composant la Chartreuse, pour prendre le ton, je lisais de temps en temps quelques pages du Code civil". Hij nam eerst zijn medicamenten, zei geloof Victor Hugo.

Terug naar onze tijd. Het ontwerp van “Europese Grondwet”, met daarin een aantal “grondrechten”, gaat zowel inhoudelijk als stilistisch in tegen de rationele XVIIIde-XIXde E.'se regels.[1]

Laat ik ter verduidelijking eerst een klassieke Nederlandse auteur aanhalen, namelijk Gerard (Cornelis van het) Reve.[2] Die man zegt, in een ontroerende volzin van hem: “Hoofdzaak is dat wij zuiverheid betrachten op eigen lichaam en geest, eerbied tonen jegens de Natuur, en lief zijn jegens dieren en vogels, gekooid of in vrijheid, die net als wij, in angstige barensnood, wachten op verlossing.”

Bij dit morele voorschrift van Reve zal een logicus of jurist opmerken dat het niet nodig was om de vogels, wezen zij gekooid of in vrijheid, te onderscheiden van de dieren. Waarschijnlijk zal hij daaraan toevoegen dat, ten principale en voor de vogelbescherming, zulk een onderscheid eerder een verzwakking inhoudt.

Onze zelfbenoemde Europese grondwetgever doet nochtans net hetzelfde. Een voorbeeld uit vele.
Behalve tegen de lengte van de opsomming hebben weinigen bezwaar tegen een bepaling als:
Artikel II-21: 1. Iedere discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuigingen, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, is verboden.
Als je daar echter aan toevoegt:
Artikel II-23: De gelijkheid van mannen en vrouwen moet op alle gebieden worden gewaarborgd, met inbegrip van werkgelegenheid, beroep en beloning
dan stelt zich niet enkel een probleem van elegantie en stijl, maar ook van doelmatigheid.
Latere jurisprudentie zal er immers niet omheen kunnen, en moeten besluiten dat, om een voorbeeld te nemen uit artikel II-21: 1., ... de gelijkheid van man en vrouw nooit als volledig gelijk kan zijn bedoeld! Immers artikel II-23 geeft aansluitend een opsomming van omstandigheden waarin die gelijkheid speciaal van toepassing is …en elke opsomming is beperkend, nolens volens.
Van deze logische fout zijn er meerdere voorbeelden te geven, ook als we ons beperken tot het gedeelte “grondrechten”.

Een ander probleem is de ongebreidelde groei van het aantal grondrechten.
Grondrechten zijn prioriteiten en ze gaan aan een aantal gewone rechten vooraf. En die gewone rechten kunnen best groot in aantal zijn. De Europese “grondwetgever” lijkt dit niet te beseffen, en hij doet niet onder voor sommige regeringen, die al eens enkele dozijnen “prioriteiten” durven aankondigen.

Wat te zeggen bijvoorbeeld over een grondrecht als het “recht op arbeid”? Of sterker nog, het daaruit afgeleide grondrecht op 'kosteloze arbeidsbemiddeling' (artikel II-29)?
Staat, in de geest van deze wetgever dit recht op één lijn met principes als “alle burgers zijn gelijk voor de wet”? of met het recht op vrije meningsuiting, inclusief de keuze van een religie? of met het recht op vrijheid van vereniging? of het eigendomsrecht?

Hadden Valéry Giscard d’Estaing, Giuliano Amato en Jean-Luc Dehaene, voor ze de pen ter hand namen, toch maar één medicament genomen! Bijvoorbeeld een paragraaf van Ferdinando Galiani, een man die in de XVIIIde E. al vond dat men met “grondrechten” uiterst voorzichtig moest omgaan. Voor hem gingen sommigen toen al te ver…
De consequentie van een ongebreidelde groei, zei hij, was dat wij op den duur nog elkeens grondrecht om te stappen zouden erkennen, en bijgevolg ook het grondrecht om binnenshuis te stappen, en bijgevolg het grondrecht op pantoffels.
Le droit naturel que tous les hommes ont à marcher et aux moyens de marcher, est tellement le premier de nos droits fondamentaux, que, sans lui, nous ne pourrions plus remuer nos pieds. Nous aurions peut-être des béquilles très anciennes, mais non des pantoufles fondamentales. Non, si nous ne remontons au droit de marcher pour trouver le premier principe de toutes les Pantoufles, il n’en est pas une dont nous puissions montrer la raison essentielle et primitive […]”[3]

Moeten wij, dit gelezen hebbende, het voorliggend “ontwerp van Grondwet” ernstig nemen?
Geen burger zal om zijn mening worden gevraagd, maar velen zullen zeggen: moi pas "raisonner pantoufle" !
_________________

[1] Ik heb het nu even niet over het feit dat wij burgers deze “Grondwet” nooit zullen mogen beoordelen, ook al staat boven de Preambule ervan een woord van de geschiedschrijver Thucydides: Xρώµεθα γάρ πολιτεία ... καί όνοµα µέν διά τό µή ές ολίγους áλλ’ ές πλείονας οικεĩν δηµοκρατία κέκληται : onze constitutie ... wordt democratisch genoemd, omdat de macht niet in handen is van een minderheid, maar van de grootst mogelijke meerderheid
[2] Volgens een Vlaamse minister van cultuur is Reve de schrijver van het boek “De Nachten” !… dat die minister op recepties nog kan verschijnen zonder dat iedereen dubbel gaat van de lach bewijst dat de problemen van de “Vlaamse cultuur” waarschijnlijk onoplosbaar zijn. Diezelfde kerel, in zijn dagboek had het ook even over onze door allochtonen "verreikte" samenleving". De dag daarop was het al "verrijkte" maar who cares! Dat is toch onbelangrijk voor een politicus die vanuit zijn buik redeneert.
[3] Grondrechten als Pantoufles fondamentales: Galiani verwijst naar een toen bekende uitdrukking; "raisonner pantoufle": faire des raisonnements de travers (dictionnaire de l’Académie française, 1789)
.

7 december 2004

di Rupo en het referendum over de Europese grondwet

.
Volgens de Standaardjournalist Verschelden heeft di Rupo in de senaat verklaard: “Een volksraadpleging kan het debat over Europa grondig verstoren. Het zal aanleiding geven tot xenofobe en zelfs racistische opmerkingen. We hebben al een koningskwestie gehad over een volksraadpleging en doen er goed aan een nieuw avontuur te vermijden”.

Laten we deze drie zinnen afzonderlijk bekijken.
–”Een volksraadpleging kan het debat over Europa grondig verstoren.”: dat is ongetwijfeld zo, en logisch mankeert er aan deze zin niets, maar hetzelfde kan over gelijk welke verkiezing worden gezegd.
–”Het zal aanleiding geven tot xenofobe en zelfs racistische opmerkingen.” Elio di Rupo vreest die reacties niet, hij lijkt er wel zeker van te zijn dat ze onvermijdelijk zullen volgen. Ik vermoed dat in zijn geest die reacties vooral Vlaams zullen zijn?
–”We hebben al een koningskwestie gehad over een volksraadpleging en doen er goed aan een nieuw avontuur te vermijden.” Hier moet aan Verschelden worden opgemerkt dat hij waarschijnlijk het omgekeerde bedoelt van wat hij schrijft. Maar, ter verontschuldiging: wat di Rupo in het Frans zei was even goed naast de kwestie. Een lukrake bewering kan de aandacht afleiden van de echte vragen zal die hebben gedacht.

Le Soir” vond het ook nog de moeite waard om de waarschuwingen van di Rupo aan te halen in verband met de “forces centrifuges” in dit land, en ze citeerden verder ook: “Ce qui est normal dans d'autres pays ne l'est pas forcément en Belgique où cohabitent plusieurs entités fédérées”. Waarschijnlijk herinnerde di Rupo zich hier de woorden van Marc Eyskens, zijn medestander in dit verband. Deze minister verklaarde ooit: “In elk serieus land zou ik ontslag genomen hebben, maar niet in België”, of woorden van die strekking. Deze olijkerd gaat bij velen nog steeds door voor iemand die respect heeft voor de democratische spelregels! Blijkbaar is ook volgens di Rupo België een uitzondering op de gewone gang van zaken.

Misschien komen er over de democratische opvattingen van Elio di Rupo of over de Europese grondwet nog wel ernstige artikels en commentaren in de kwaliteitskrant, maar die artikels zullen niet van de hand van Wouter Verschelden zijn, want deze reporter zag enkel dit: “De paarse meerderheid kibbelt ondertussen in de commissie Grondwet nog steeds over het voorstel.

Ik zou aan Peter Vandermeersch willen suggereren om Verschelden in het vervolg niet meer te storen voor kibbelpartijtjes, en hem enkel nog in te zetten als er raadplegingen of verkiezingen op til zijn die er werkelijk toe doen. Misschien bij de komende Castar-verkiezing al?

3 december 2004

Donatus Kwik in Goudland; plus deel 2: Donatus Kwik in Olieland

.

Bij vuurgevechten in het Wilde Westen kwam het wel eens voor dat iemand van een gewisse dood werd gered door het bijbelboek dat hij in zijn borstzak meedroeg. Een kogel die recht op het hart afging was in die bijbel blijven steken. Hendrik Conscience vermeldt dit niet in Goudland, maar er waren krantenberichten, en het kwám voor.
Het spreekt dat het gehavende boek nog jaren op allerhande bijeenkomsten als bewijs werd vertoond. Tot slot van zijn relaas riep de gelukkige eigenaar meestal uit: “If it weren’t for the Bible, the bullet would've gone thru my heart!” Sterke scène, bij welke gelegenheid niet weinigen tot inkeer kwamen.

Tegenwoordig lees je die dingen nooit meer in de krant, terwijl ze toch ook in onze dagen nog zullen voorkomen? Natuurlijk wel! Alles hangt af van de bladen die je leest.
Het Amerikaanse blad Businessweek zou je bijvoorbeeld kunnen lezen. De naam spreekt voor zich: een matter-of-fact-blad dat zijn lezers niet lastig zal vallen met artikelen over de artikelen des geloofs, noch over onderwerpen als homeopaten of handopleggers, of de mirakelen van Lourdes – uitzondering gemaakt, periodiek, voor de bespreking van de handelsbalansen dezer firma's.
Ernstige mannen daar; nauwelijks enquêtes zelfs in Businessweek!

Wel, in april 2003, toen alles nog uitstekend ging in Irak – mission accomplished had je bijna gezworen – deed dit blad verslag van volgende opmerkelijke gebeurtenis, die er geloof ik op wijst dat de Amerikaanse zakenwereld al in die dagen moet hebben ingezien dat, nuchter beschouwd enkel een mirakel nog redding kon brengen. In verband met zulke inzichten sprak de dichter Heine van de “dierlijke zekerheid van de weerkikvors”, waarmee hij bedoelde: de manier waarop zaken- of beursmensen de wereld onder ogen nemen heeft een bepaalde objectiviteit, al was het maar omdat zij geheel vrij zijn van morele overwegingen, om het even of het de politiek van hun eigen regering betreft of die van een andere.

The Humvee of Laptops. ["Humvee" (High-Mobility Multipurpose Wheeled Vehicle) betekent zoveel als: "Porsche Cayenne voorzien van kogelvrij glas". Populair voertuig in gebruik bij de jongens in Irak.]

Humvee, model 1025

Early in the war in Iraq, a firefight broke out in a neighborhood that had supposedly been secured by coalition forces. As bullets whizzed by, a U.S. soldier did what came naturally: he held up his laptop computer, a Toughbook 72 from Panasonic Computer Solutions Co. Unlike most plastic-covered laptops, this "semi-rugged" model has a hard magnesium shell and steel-reinforced innards. The improvised shield did the trick. "There's a bullet lodged in his hard drive," marvels Maria Leadingham, who manages technology for the Civil Affairs Psychological Operations Center at Fort Bragg, N.C.

Post Scriptum: afgezien van dit knappe, zij het enigszins bragging verslag: ook die "psychological operations", en daarvoor het woord "civil", vind ik bijzonder sterk! U2, master Goebbels?
Post Post Scriptum: het christelijk fundamentalisme lijkt op de terugweg in de V.S.

27 november 2004

Is er een boogschutter in de zaal?

.
De redacties van VRT-VTM-Standaard-Morgen-Tijd-Knack-&cet. schatten hun positie volkomen fout in. Ze lijken te denken dat ze het monopolie op de nieuws­verspreiding nog bezitten, en dat is al lang niet meer het geval.

Soms zelfs, en erger, denken ze dat een leugentje om bestwil moet kunnen en nuttig is, en dat deo volente zoiets niet zal opvallen (ik denk nu aan de manier waarop er van Annemans’ uitval naar de magistraten van het Blokproces verslag werd gedaan. Hoe ze die woorden verdraaid en hineininterpretiert hebben). [*] Hoe braaf en naïef is zoiets! Journalisten doen mij soms nog het meest denken aan iemand als wijlen bisschop Desmet van Brugge, die ook dacht dat hij nog in de positie verkeerde om mensen te beïnvloeden van op zijn kansel, terwijl zijn machtspositie volkomen ondergraven was. Resultaat: hij maakte zich voor eeuwig belachelijk.

Wat is de vergissing van die redacties? De rollen van boodschapper en toehoorder zijn tegenwoordig eerder omgekeerd: er is informatie zát voor iedereen die lezen kan, en er zijn kanalen zát om informatie te spuien, en die zaken werken, en zonder duiding –– dat is trouwens een vies woord vind ik; niet als het woord duiding gehanteerd wordt door een drukkingsgroep, b.v. een vakbond, of het VEV, of een ziekenkas, of een politieke partij, want wij weten waar die mensen voor staan, maar wél als het gehanteerd wordt door een zogenaamd neutrale redactie; wat mij betreft kan de taak van een neutrale redactie bijna per definitie enkel bestaan in een zo exact mogelijk weergeven van feiten, reporting met andere woorden; en wij beseffen heus allemaal dat de scheiding tussen feit en duiding niet eenvoudig is, maar deze scheiding is de essentiële taak van de reporter of journalist, en de rollen zijn inderdaad omgekeerd, want het publiek ziet veel realiteiten zelf, al kan daar een tijd over gaan, en het kijkt vervolgens naar TV, of luistert naar de radio, of leest zijn krant, om te weten wat de embedded journalisten ervan zullen maken …op bevel van hun bazen. En wat zij ervan maken is een significant feit op zich, dat het publiek voor zichzelf weer duidt.

Het publiek ként met andere woorden de feiten, of toch vele feiten, via zeven verschillende wegen, maar de journalisten kennen enkel hun stille bevelen …van hogerhand, of niet eens van hogerhand, maar door conditionering, door hun groepsgeest misschien, door collusie misschien ook, en zij passen de feiten zo goed als mogelijk aan …aan wat eigenlijk?

De Romeinse historicus Ammianus Marcellinus verhaalt hoe tijdens een theatervoorstelling een acteur plots uitroept (hij valt uit zijn rol): “Droom ik? of zijn dat Perzen?” Het publiek draait zich om en ziet de boogschutters van koning Sapor op het bovenste balkon staan, met getrokken bogen.

Welnu de acteur in dit verhaal, is het publiek in onze dagen! en het publiek dat zich verwonderd zal omdraaien ...zijn de verzamelde duiders.

Ik heb dit Romeinse verhaaltje van V.S.Naipaul:
Jacques Soustelle and the Decline of the West
Daily Telegraph Magazine, 26 January 1968
in: The Overcrowded Barracoon, and other articles
André Deutsch 1972
Penguin 1987, p.73

_________________________________

[*] Letterlijk zei Annemans: De namen, de namen van alle juridische hoofdrolspelers uit dat proces staan voorgoed in het geheugen van deze jurist gegrift, ze zijn gewaarschuwd voor de rest van hun carrières, want, want vrienden dit was het proces van de lafheid, het was het proces van de gemeenheid, en bovenal van het onrecht, en dat, dat zullen wij nooit tot aan het einde van onze dagen, nooit zullen wij dat vergeten.

26 november 2004

Frankfurter Rundschau vandaag: Richard Wagner over de Verlichting

.

26.11.2004
[ik vertaal, en zet hier en daar iets in cursief]

Niet over alles kunnen praten
Wat de immigratie ons leert:
De waarden van de Verlichting tellen

Richard Wagner


Na de moordaanslag op de Nederlandse filmer Theo van Gogh is er naar de mening van Richard Wagner een debat over immigratie en integratie ontbrand dat zich veel te weinig richt op de waarden van de Verlichting. Richard Wagner, in 1952 geboren in het Roemeense Banat, woont in Berlijn. Onlangs verscheen zijn roman “Habseligkeiten", bij Aufbau Verlag.[~ Hebbedingetjes, Prulletjes? het woord Habseligkeiten werd net, na een grote wedstrijd in de krant, verkozen tot het lieflijkste Duitse woord. mv.]

Drie weken na de dood van Theo van Gogh is het debat teruggekeerd naar de moederschoot van de politiek. Daarmee is de Duitse wereld weer op orde. De politieke kampen hebben zich opnieuw aangemeld in hun oude slagorde. De enen hebben opnieuw uitgeroepen dat er een probleem is met buitenlanders, de anderen troepen samen ter verdediging van het multiculturele concept. De politieke acteurs hebben het discours heroverd. Bijna had men de werkelijke problemen aangepakt. Nu is alles weer bij het oude: Theo van Gogh geldt nog steeds als omstreden, het lijkt net of hij nog in leven is.

Zoals in de controverse rond de hoofddoekjes en het debat over de toetreding van Turkije, kun je ook hier weer de nefaste invloed van hardnekkige clichés constateren. Wie wijst op een probleem met de islam, die moet zich daarvoor meteen verontschuldigen, of hij moet zich laten welgevallen dat hij succes zal hebben in de kroeg. Plots hebben wij weer een vreemdelingendebat waar de mythe van de goede immigrant botst met die van de slechte buitenlander – beide even wereldvreemd. Van Gogh had uitdrukkelijk het probleem van de islam voor ogen. Het script voor zijn film Submission is zoals bekend van de hand van een jonge Somalische vrouw, Ayaan Hirsi Ali. Zij is een liberaal parlementslid en daarmee een voorbeeld van geslaagde immigratie. Sedert haar vlucht uit Afrika voert Hirsi Ali strijd tegen gedwongen huwelijken en mannelijk geweld in de moslim­gemeenschap­pen. Daarmee stelt zij een aspect van de verachting voor menselijke situaties aan de kaak. Hoe zouden we ons met deze vrouw niet solidair kunnen voelen?

De meeste slachtoffers zijn moslims
Niet wij, christelijke en seculiere Europeanen hebben de meeste slachtoffers te betreuren per slot, maar de moslims zelf. Zij zijn het toch die zijn blootgesteld aan de regels en verbods­bepalingen van een religieus genormeerde maatschappij waarin niemand vrij is, omdat haar grondbeginsel vereist dat men zich onderwerpt aan het woord van de profeet. In een maatschappij waarin de maatstaf niet het burgerrecht is maar de rechtgelovigheid, vindt individuele vrijheid geen vaste voet.

Als je het lot van afzonderlijke mensen onder ogen neemt, dan word je je snel bewust van de omvang der mensvijandigheid in een archaïsch gestuurde samenleving. Maar, wij spreken liever over culturen, ook als wij (zoals dit jaar op de Frankfurter Buchmesse, met haar discutabele zwaartepunt op Arabië) de dialoog wensen. Wat is de dialoog tussen culturen echter waard als zij het lot van het individu niet in aanmerking neemt, als zij enkel koude diplomatie bedrijft en als de staatsraison het woord voert?

Met zulke defensieve mentaliteit komen we in Europa niet verder, net zoals we niet verder komen met waarschuwingen voor “de buitenlanders”.
Wij hebben voorbeeldige immigranten die niet enkel de waarden van de Europese Verlichting met ons delen, maar die ook bereid zijn om deze te verdedigen, vaak feller dan wijzelf. Al zijn de begrippen multicultuur, leidende cultuur, integratie als assimilatie, verlichte islam, door de politiek tot slagwoorden gereduceerd, één ding hebben ze gemeen: ze spatten uiteen bij de aanblik van de smerige realiteit. Wat voor zin kan het hebben om de status quo te handhaven, om het probleem te negeren dus, of om er ten eeuwigen dage een verkiezingsthema van te maken?
.
Een gemeenschappelijk fundament
In plaats van nog langer de folkloristische denkbeelden van de voorbij decennia te koesteren, zouden we eindelijk beter ons standpunt bepalen rond de problematiek van de praktische integratie. Een deel daarvan is ook de erkenning: dat in de knoop geraakte jonge Arabische mannen, die door hun opvoeding een rol toebedeeld kregen die hen ongeschikt maakt voor de seculiere en egalitaire maatschappij, noch vrijheidsstrijders, noch weerstanders zijn. Evenmin zijn armoede of onrecht hun drijfveer, zoals een deel van onze politieke klasse lijkt te geloven. Het zijn integendeel slecht opgevoede mannen die de grenzen die een democratie aan hen stelt niet willen accepteren.

Als culturen moeten samengaan dan hebben zij, nog voorbij taal, religie en folklore, nood aan één, voor ieder dwingend fundament, dat erin bestaat dat men de grondprincipes van het samenleven accepteert. Tot de Europese verworvenheden behoort, zoals men weet, naast de afschaffing van de doodstraf, ook de zelfbeschikking van vrouwen over hun eigen lichaam. Daar is lang genoeg voor gestreden, ook in Duitsland. In zulke kwesties positioneren wij ons bij voorkeur tegen fundamentalistische stromingen in de Verenigde Staten, maar we negeren ze bij immigrantenkringen in ons eigen midden. Zoiets is ontoelaatbaar.

Het was verkeerd om het begrip multiculturalisme te gebruiken als romantisch correctief op de hegemonie van de Europese cultuur, want zo maakte men het tot een instrument in de partij­politieke strijd. Wie de hegemonie van de Europese cultuur ondergraaft, richt de principes van seculariteit en individuele vrijheid ten gronde. Niet over alles kun je een boompje opzetten. Een ideologie die zich tegen de gelijkberechtiging van man en vrouw keert kan geen basis zijn voor een moderne democratie, want zij sluit de halve bevolking van burgerrechten uit.

Parallelle gemeenschappen hebben als kenmerk dat er bij hen andere wetten gelden dan in de officiële Europese openbaarheid. Wie nu begrip toont voor de ongeschreven patriarchale ordening, die duldt met zijn gedoogzaamheid dat onze democratische gemeenschap wordt ondergraven, en hij duldt het ontstaan van zones van wetteloosheid. Dat groepen immigranten voortdurend nieuwe uitzonderingsmaatregelen eisen, dat leidt er op de duur toe dat de Rechtsstaat enkel nog voor de autochtonen geldt. Multiculturalisme echter mag niet ten koste van de mensenrechten gaan. In zoverre de islam de scheiding van moskee en staat verwerpt, moeten we hem als ideologie beschouwen, niet als religie. Zijn doeleinden zijn dan van politieke aard – geen aspect van de vrijheid van godsdienst.

We moeten van de muzelmaanse immigrantengemeenschappen inderdaad eisen dat ze zich duidelijker van de islamisten distantiëren. De afstand die we in acht nemen tot het Europese rechts-extremisme moet ook hier als maatstaf gelden. Onze openbaarheid mag er anderzijds niet langer twijfel over laten bestaan dat wij de seculiere en liberale stromingen bij de moslim-immigranten ondersteunen. Vrouwen als Ayaan Hirsi Ali verdienen het om te worden gehoord. Eertijds waren vrouwen die kritiek gaven op de islam veel sterker present in de Duitse openbaarheid. In de laatste tien jaar zijn ze zo goed als verdwenen. Waarom?

Lakse omgang met een schande als de moord op van Gogh zet de vrijheid van mening op het spel. Die is nochtans het alfa-en-omega van onze moderne samenleving. Bij de verdediging daarvan mag geen énkel godsdienstig principe ons in de weg staan. Wat Europa tegen het Vaticaan heeft doorgezet, dat moet het ook kunnen verdedigen als het tegenover de islam staat.
__________________________
De Duitse tekst is te vinden op http://www.perlentaucher.de/: een nieuwsbrief die zijn gelijke niet heeft.
_____________________________________

nog een uittreksel uit hetzelfde nummer van die krant :

De verhouding van de moslims tot Grondwet en Mensenrechten is onduidelijk. Het principe van een religieus neutrale democratische staat, ook voor moslims, is zonder inhoudelijke kritiek op de koran gewoon ondenkbaar. En die kritiek is onmogelijk zolang de koran letterlijk voor het rechtstreekse woord van god gehouden wordt. De moslims moeten minstens in Europa een weg vinden waar ze hun inzet voor de Mensenrechten en voor het staatsbegrip zoals dat in de Grondwet is neergeschreven, in harmonie kunnen brengen met koran en sunna. Het volstaat niet om als minderheid in het land de bestaande orde te respecteren.


Unklar ist das Verhältnis der Muslime zum Grundgesetz und zu den Menschenrechten. Der religionsneutrale demokratische Staat als Prinzip auch für Muslime ist ohne Sachkritik am Koran überhaupt nicht denkbar. Die ist nicht möglich, solange der Koran buchstabengetreu für das unmittelbare Wort Gottes gehalten wird. Die Muslime müssen zumindest in Europa einen Weg finden, wie sie ihr Eintreten für die Menschenrechte und das im Grundgesetz niedergelegte Staatsverständnis mit Koran und Sunna harmonisieren können. Es genügt nicht, als Minderheit im Lande die bestehende Ordnung zu respektieren.

Prof. Dr. Peter Steinacker
voorzitter van de Evangelische Kerk in Hessen en Nassau

.

22 november 2004

Een stilistische oefening, mét voetnoten (voor de liefhebbers)

.

(het betreft een recente open brief van enkele goedmenenden, brief die waarschijnlijk de krant niet zal halen maar die toch onze liefdevolle aandacht verdient, en die ad maiorem dei gloriam tegelijk enkele voetnoten kon gebruiken)


Blokwatch. Open brief aan alle democratische politici
by Blokwatch Saturday, Nov. 20, 2004 at 6:48 PM


Omdat democraten niet langer kunnen toestaan dat racistische partijen worden gesubsidieerd met belastingsgeld. Het Vlaams Belang, erfopvolger van het Vlaams Blok, bewees de laatste dagen zich niet te zullen integreren in onze cultuur van de democratische rechtstaat[1]. De partij blijft aanzetten tot haat en discriminatie, verontschuldigt zich niet voor het racisme waarvoor ze werd veroordeeld, weigert het gelijk van de rechters en de scheiding der machten te erkennen en distantieert zich niet van in de collaboratie gewortelde nevenorganisaties. Dit kan niet langer.


Open brief aan alle democratische politici


Wij schrijven u omdat wij bezorgd zijn om de toekomst van onze democratische rechtstaat. Ondanks een gerechtelijke veroordeling voor racisme werd een extreemrechtse populistische antimigrantenpartij[2] bij de laatste verkiezingen de grootste fractie in ons Vlaamse Parlement. Men moet [3]geen geleerde zijn om te begrijpen dat de principes die onze democratie grondvesten hierdoor onder grote druk staan.

Telkenmale[4] het Vlaams Blok een verkiezing won was er terechte verontwaardiging en luid protest. Een partij die van mening is dat men de burger beter niet verplicht om te stemmen omdat hij daartoe niet bekwaam is, is immers een elitaire en geen democratische partij[5]. Een partij waarvan het racistische karakter reeds lang gekend[6] is, druist in tegen verscheidene fundamentele waarden zoals die vertaald zijn in internationale rechtsverdragen, verklaringen die wij allen uit historisch en moreel besef onderschrijven en in ere houden[7].

Iedere keer ging men er evenwel omwille van diverse redenen vanuit dat een directe confrontatie uit den boze was en dat vooral goed bestuur de opmars van het Vlaams Blok uiteindelijk wel zou stoppen. Geen van uw partijen wil tot op heden met die partij de macht delen. Dat sterkt ons in de overtuiging dat u nog voldoende onderscheid maakt tussen populisme en een waarderen van de bemiddelende instellingen tussen het volk en de regering[8].

Maar ondanks het cordon sanitaire groeide de aanhang van het Vlaams Blok en vindt de partij steeds meer weerklank in uw eigen kringen. Indien men dit veel grotere Blok niet krachtdadig confronteert met het ontoelaatbare van zijn ideeën en gedrag, dreigt het beleidsdeelname eenvoudigweg af te dwingen. Het is dan ook met toenemende verontwaardiging dat wij van sommigen onder u vernemen dat er over die partij best niet teveel wordt gepraat, terwijl zij steeds meer en geheel ten onrechte als een normale partij wordt beschouwd – zoals volgende woorden van een hoofdredacteur van een van de meest gewaardeerde Vlaamse kranten mogen staven: "Op die manier evolueert, na pakweg twee decennia, Vlaanderen opnieuw naar een normaal en gezond politiek landschap, met een linkervleugel, een centrum en een rechtervleugel. In dat landschap zal de discussie over een cordon sanitaire nog wel even opflakkeren en daarna overbodig worden. Omdat in een normaal politiek landschap met normale partijen normale coalities worden gesloten."

Dit lazen wij vlak nadat het Hof van Cassatie het arrest van het Hof van Beroep van Gent bekrachtigde en het Vlaams Blok Vlaams Belang werd. De veronderstelling is hier kennelijk dat de naamswijziging en het op papier aanpassen van de ideologie voldoende grond zijn voor de opvatting dat de partij zich heeft geschikt (zal schikken) naar de filosofie en de normen van uw en onze democratische rechtstaat, en daardoor als ‘normaal’ kan (zal kunnen) worden bestempeld.

Dit betwisten wij ten stelligste. Wij mogen u, daar dit ons van cruciaal belang lijkt, daarvoor (slechts) enkele redenen geven[9].
• Ten eerste omdat de kopstukken van de partij zélf, soms met luide stem, beweren dat er in essentie niks is veranderd. Zo omschreef dhr. Filip Dewinter de operatie als « Het scherpen van de klauwen en het slijpen van de tanden », met andere woorden: het aanpassen van de middelen.
• Ten tweede omdat zeer recente uitlatingen van diezelfde kopstukken aantonen dat er ook inzake het aanzetten tot vreemdelingenhaat en discriminatie niks verandert. Zo vertaalde en illustreerde terug[10] dhr. Dewinter het befaamde ‘aanpassen of opkrassen’ met « Alle moslimvrouwen met een hoofddoekje tekenen daarmee een terugkeercontract. » Een uitspraak waarvan noch de interim-voorzitter dhr. Frank Vanhecke noch dhr. Gerolf Annemans (daarnaar gevraagd in tv-programma’s) zich wilden distantiëren. Een uitspraak die meteen ook te kennen gaf wiens vrijheid van mening het Vlaams Belang wel en wiens vrijheid van mening het Vlaams Belang niet verdedigt.
• Ten derde omdat tot op heden het gelijk van de betreffende rechters door diezelfde kopstukken nog steeds niet werd erkend en omdat zij nog steeds niet hun excuses aanboden voor het ontoelaatbare van bedoelde praktijken[11].
• Ten vierde omdat het Vlaams Belang geen afstand neemt van notoire, in de collaboratie gewortelde nevenorganisaties, zoals Were Di en Sint-Maartensfonds, waarvan zij het symbool (de leeuw met de naar beneden krullende tong) in hun nieuwe logo opnamen[12].
• En ten vijfde ook omwille van de bedreigende woorden van dhr. Annemans op het stichtingscongres van 13 november aan het adres van de betreffende juristen en rechters.[13]

In praktijk is het Vlaams Belang dan ook nog steeds het Vlaams Blok, nog even racistisch en minachtend ten aanzien van uw en onze rechtstaat, en bijgevolg géén ‘normale’ partij waarmee men ‘normale’ coalities sluit. Tegelijk vernamen wij echter van sommigen onder u, geachte politici, dat vermelde juridische veroordeling geen geschikte manier is om een politieke partij, een electorale concurrent, te bekampen. Dat vinden wij een minimaliseren van de waarden en de daarop rustende wetten die onze democratie en rechtstaat schragen, en bijgevolg een onderwaarderen en verkeerd interpreteren van de rol van de rechterlijke macht.

Zoals gezegd lijkt het voorstaan van goed bestuur zonder een directe confrontatie van de extreemrechtse en racistische partij niet langer een optie en dient zich een krachtdadig vertoon van goed burgerschap aan[14]. Daarom willen wij u, gesterkt door de zeer lovenswaardige rechtsgang van de laatste maanden en reactie op de woorden van dhr. Annemans van vermelde hoven[15], met aandrang vragen de geest van het cordon sanitaire te bewaren en de nodige stappen te ondernemen om de uitvoeringsbesluiten van artikel 15ter van de wet op de partijfinanciering[16] (1999) nu eindelijk te stemmen en vervolgens toe te passen, zodat het mogelijk wordt racistische partijen niet langer te subsidiëren met belastinggeld.

Zoals wij aangaven en verder kunnen staven [17]is het Vlaams Belang immers niét geïntegreerd in de cultuur van de democratische rechtstaat – net dat wat zij eist van alle anderen – en lijkt het ons dan ook niet meer dan ‘normaal’ dat de staat ophoudt met het financieren van racisme en het normaliseren van aanvallen op de scheiding der machten.
Daar wij u in deze niet alleen willen laten staan, roepen wij hier ook alle bezorgde burgers op om onze aan deze vraag verbonden petitie te ondertekenen op http://www.vlaams-burgerinitiatief.be/.

Uit bezorgdheid om de toekomst van onze rechtstaat, tekenen wij, u achtend,

Voor Blokwatch,

Mark Saey (filosoof, wetenschappelijk medewerker U.Gent FWO), Mark Spruyt (politoloog, verbonden aan http://www.blokwatch.be/), Lotte Vermeir, Rony Boonen, Mieke Van den Broeck, Patrick Coeman, Stefaan Van Grunderbeek, Stefaan Verdonckt, Faysal Boukayoua.
Ps[18]: Deze brief werd vandaag (20.11.04) naar de Vlaamse en Waalse[19] kranten gezonden.

_____________________________


[1] om de lectuur van deze brief verteerbaar te maken kan de lezer zich beter niet ergeren aan de gebrekkige en gezwollen stijl, al vanaf deze eerste zin: zelf slaag ik daar niet in. Afgezien van de stijl stoort mij in deze zin ook dat een woordbeeld als “rechtsstaat” onze auteurs blijkbaar nooit goed is ingeprent. Hier is misschien een gelegenheid om het nut van woord- en zinsontleding in de humaniora te bepleiten? Het betreft immers geen toevallige schrijffout, ze wordt gedurig herhaald, en helaas niet opgemerkt door de Word-spellingscorrector.[2] taalonmacht uit zich vaak in een veelheid van adjectieven. “Votre lettre est si substantive qu’elle n’a pas besoin d’adjectifs” schreef Poesjkin aan een mooie dame, en hij gaf hiermee een goede raad aan elke briefschrijver. Ook liefst een streepje tussen “anti” en “migrantenpartij”.[3] al zijn de schrijvers zelf geleerden: toch ware “men hoeft geen geleerde te zijn” beter geweest. Ook de rest van de zin is kostelijk: “principes die grondvesten” is dubbel-op, en dan blijken die grondvestende principes ook nog “onder grote druk” te staan. Als lezer bekruipt je langzaam het gevoel dat je elk van deze zinnen vroeger al eens gelezen hebt: “C’est palpitant comme la gazette d’hier”.[4] dit gebruik van telkenmale gaat tegen de grammatica, wat toch een erezaak zou moeten zijn voor gevormde filosofen en zelfs "politologen"? (zie noot 1)[5] de problemen van de auteurs zijn niet enkel van taalkundige aard; vaak gebruiken zij woorden die een consensus onder hun publiek veronderstellen (“terechte”, “immers” “reeds lang”), maar als deze veronderstelling juist is, dan is hun brief overbodig zou een vakbekwame filosoof hier opmerken.[6] “bekend” ware beter… zoals in de humaniora verondersteld gekend is.[7] hier worden onze auteurs bijna aandoenlijk; even voel ik me zelfs geneigd om het hierbij te laten.[8]bemiddelende instellingen”? graag een verduidelijking, niet iedereen is politoloog![9] het gaat maar door: infinitiefzinnen bij de vleet, adjectieven, bijwoorden. De auteurs vragen veel van hun lezer. Afgezaagd, maar voor sommigen misschien toch nog nieuw: "le style c’est l’homme même", zei Buffon.[10]terug” begrijp ik niet hoor, bedoeld wordt misschien “alweer”?[11] er zijn inderdaad staten die van een veroordeelde eisen dat hij zichzelf na zijn “proces” berouwvol toont, en een openbare biecht spreekt. In een burgerlijke democratie is dat nooit een vereiste, zoiets zou tegen ons rechtsgevoel indruisen. Hier laten de filosoof en de politoloog een lelijke steek vallen![12] moeilijk om hier een oordeel te geven; misschien dat Johan Sauwens beter geplaatst is om zulke uitspraken te toetsen?[13] de media hebben Annemans’ woorden bewust verdraaid en aangedikt, iedereen die het wil weten weet dit. Een filosoof en een politicoloog geloven liever wat de media voorschotelen: de kritiekloze filosofie is misschien een nieuw vakgebied ?[14] deze zin is mij niet duidelijk en daardoor valt het me moeilijk om tot de kern van de redenering door te dringen.[15] ook hier: wat betekent deze zin? (“de reactie” ipv “reactie” zou voor mij iets van een betekenis redden, maar dan nog) Meer ten gronde: een rechtsgang kun je niet "lovenswaardig" noemen: er is correct ofwel niet correct recht gesproken, lovenswaardig zijn geen van beide rechtsgangen (maar ik neem aan dat de juridische finesse van deze opmerking aan filosofische dwergen ontgaat).[16] het gebruik van hoofdletters lijkt onze auteurs onvoldoende bekend.[17] ja, graag! onderwerp voor een volgende brief? En het werkwoord "stemmen" is onovergankelijk.[18] P.S. is de gebruikelijke afkorting.[19] Ik begrijp dat de auteurs voor een tweeledig België opteren, en niets van een Derde Gewest willen horen..

18 november 2004

Bousakla of Lanoye?

.
In “Het Vrije Woord” op de radio lieten ze even Tom Lanoye zijn zegje doen over de moord op Theo van Gogh.
Lanoye, u zal hem misschien niet kennen, is een bekende boekenbeurshandtekeningenzetter, en daarmee ook drager van een groot moreel gezag. Zijn geschriften worden in plastic zakken naar huis gedragen door vele bezoekers aan die beurs, al werd hij deze keer naar we horen door Aspe&Vermaspe geklopt op dit punt.

Welnu, wat deze auteur in luttele minuten bijeenvertelde in genoemde uitzending was hallucinant: het eerste slachtoffer van de moord op van Gogh was… de gematigde islamiet volgens Tom.
Zoiets getuigt van grote onthechting aan het aardse bestaan kun je zeggen, want het eerste slachtoffer van die rituele koranslachting was, dacht ik nog wel onze Theo van Gogh.

Onze volksverteller gaat verder: “columnisten eigenen zich een vrijbrief toe” valt uit zijn mond. Nu wekt een term als “toe-eigenen” achterdocht op. Zoals ik hem versta: strikt genomen heb je niet het recht op iets, maar je pakt het toch! fait accompli. Verder nog een woord van hem: “vrijbrief”? is dat niet zoiets als een kapersbrief, ofwel een andere ancien régime-term, die iemand alweer rechten geeft die hem strikt genomen niet toekomen?
Al wa da van Gogh geschreiven hee" hoor ik hem verder zeggen ...daar moesten we toch nuances, kanttekeningen bij plaatsen (Tom doet voor het gemak net alsof hij alles ook geleze hee. Tenslotte: weet zijn plastiekenzakkenpubliek veel!).

Ja, nu lijk ik wel een scherpslijper. Maar mag je dan van een moreel hoogstaande handtekeningenzetter niet een beetje precisie eisen? Ik persoonlijk dacht nog dat een schrijver bij ons die vrijbrief al hàd, en dat er geen toe-eigening aan te pas moest komen.

Samengevat: Tom Lanoye, een van onze grote auteurs, pleit voor censuur! Hij vindt dat van Gogh te ver ging, en hij argumenteert dat ook: "Tolleraance hee zaan limiete vur den aandere kaant"

Wat kunnen we hieruit leren? Kerels als Lanoye zijn de ware doodgravers zijn van de burgerlijke democratie zoals wij die kennen... hebben geen inzicht in de maatschappelijke ontwikkelingen die er echt wel gaande zijn (Fortuyn de grootste Nederlander! haha), en zij zullen blijven fantaseren in hun voluntaristische droomwereldje, ook al gebeuren er moorden.
Ik zie geen massaal door kunstenaars allerhand ondertekende advertenties in de kranten bv.? ...niet nodig, kalm blijven, niets aan de hand, zegt Lanoye vermoed ik; al heeft onze Tom wel voor mindere aangelegenheden zijn "morele gezag" aangeboden, en gratis! want heldhaftig is hij, maar enkel bij gelegenheid.

Onverantwoordelijke kerels als hij moeten grondig worden aangepakt. Hun opinie stelt bij de bevolking volstrekt niets voor, en zij effent het pad voor onvoorstelbare ontwikkelingen. Het ware "vrije woord" is enkel gediend met mensen die durven getuigen over de achterlijkheid en schande van die hele koran, en die niet meestappen in hypocrisie en halfslachtigheid.

Mijn groet tenslotte,
niet aan Lanoye,
maar aan Bousakla, en zelfs al zal zij niet al mijn woorden tot de hare willen maken: ZIJ heeft recht op ons respect.


15 november 2004

Laurette: une assimilée a la parole

.
Hoe komt het dat een minister van Justitie het in haar hoofdje haalt om te beweren dat het principe van de "scheiding der machten" geschonden zou kunnen worden door één parlementslid? Zoiets kan eenvoudig niet.
Ik meen dat het komt door een onvoldoend begrip in haren hoofde van wat dit principe inhoudt, misschien een gebrekkige scholing, en anderzijds door haar kwade trouw, toch wel afdoende bewezen in de loop van haar carrière ...maar ten gronde door haar panische angst, niet voor de "ondemocratische" principes van het VB, want van die principes heeft zijzelf weinig kaas gegeten, maar voor de consequente houding van het Blok-of-Belang, die als enige partij in Vlaanderen enkele dingen ernstig lijkt te nemen:

1) transfers van de ene naar de andere regio moeten minstens zichtbaar zijn, en niet tersluiks; ze moeten besproken kunnen worden in een debat; en vanzelfsprekend is er geen bezwaar tegen solidariteit met een naburige regio.
2) de monarchie is een stelsel waar we van af moeten, en wel nog vóór zij of ik de grafstede betreden; hierbij zullen, op de guillotine na, geen middelen onbenut worden gelaten. [enfin Laurette ... tu vas pas ici me contredire? mais ...c'est pas possible, j'en crois pas mes yeux!].
––Mijn persoonlijke overtuiging blijft dat de guillotine, ook al zie ik af van haar gebruik hier, niettemin zoals de dichter zei een nuttig instrument kan zijn: om de afstand tussen domme koppen en slechte harten iets te vergroten.
3) de immigratie in Europa is uiterst problematisch, en staat niet in enige verhouding tot migraties, genre de vaders van Cauwelaert, Onkelinx of Cools: Vlamingen die zich, noodgedwongen, zeer goed hebben geassimileerd in "Wallonië" (wat toen als begrip nog niet bestond).

De eis tot assimililatie is NIET ondemocratisch: hoe kan uitgerekend zij, l'assimilée parfaite, zoiets beweren?


Laurette et les grands mots: de Scheiding der Machten

Annemans had zijn uitval naar de Blokrechters beter achter zijn kiezen kunnen houden. Het is ongeloofwaardig als je enerzijds zegt dat je door een rechter bent veroordeeld én vervolgens door de kiezer vrijgesproken, maar anderzijds het toch nodig acht om commentaren te leveren bij die rechter.
Dat echter het principe van de scheiding der machten zou zijn geschonden lijkt me zwaar overdreven. Enkel lege woorden waren het, cafépraat, erg genoeg op zich, een emotionele uitval van een getergde politicus van wie je niettemin onder alle omstandigheden koelbloedigheid mag eisen.
Maar die gênante oprisping van Annemans lijkt me toch van een andere orde dan wat Verhofstadt, eerste minister in functie, in de Kamer presteerde toen hij gerechtelijke stappen tegen Abu Jahjah aankondigde. Misschien moet mevrouw Onkelinx ook die zaak eens herbekijken, nu ze blijkbaar de grote woorden van stal wil halen.

13 november 2004

Naipaul, bijna een kwart eeuw geleden...

.
The West, or the universal civilisation it leads, is emotionally rejected. It undermines; it threatens. But at the same time it is needed, for its machines, goods, medicines, warplanes, the remittances from the emigrants, the hospitals that might have a cure for calcium deficiency, the universities that will provide master’s degrees in mass media. All the rejection of the West is contained within the assumption that there will always exist out there a living, creative civilisation, oddly neutral, open to all to appeal to. Rejection, therefore, is not absolute rejection. It is also, for the community as a whole, a way of ceasing to strive intellectually. It is to be parasitic; parasitism is one of the unacknowledged fruits of fundamentalism. And the emigrants pour out from the land of the faith: 30,000 Pakistanis shipped by the manpower-export experts to West Berlin alone, to claim the political asylum meant for the people of East Germany.

The patron saint of the Islamic fundamentalists in Pakistan was Maulana Maudoodi. He opposed the idea of a separate Indian Muslim state because he felt that the Muslims were not pure enough for such a state. He felt that God should be the law-giver; and, offering ecstasy of this sort rather than a practical programme, he became the focus of millenarian passion. He campaigned for Islamic laws without stating what those laws should be.

He died while I was in Pakistan. But he didn’t die in Pakistan: the news of his death came from Boston. At the end of his long and cantankerous life the Maulana had gone against all his high principles. He had gone to a Boston hospital to look for health; he had at the very end entrusted himself to the skill and science of the civilisation he had tried to shield his followers from. He had sought, as someone said to me (not all Pakistanis are fundamentalists) to reap where he had not wanted his people to sow. Of the Maulana it might be said that he had gone to his well-deserved place in heaven by the way of Boston; and that he went at least part of the way by Boeing.



Vidiadhar Surajprasad Naipaul
Among the Believers
An Islamic Journey

André Deutsch, London 1981, pp.158-9

.

Polspoel in debat met Vanhecke op VTM

.
Voor mensen die zwak staan in een debat, en waar ze de feiten tégen lijken te hebben, zijn de mogelijkheden beperkt. Behalve de tegenpartij voortdurend onderbreken, blijven er nog maar enkele vluchtwegen. Er is de vlucht in formalismen, er is de onverstoorde herhaling van eigen stellingen, en er is het opentrekken van de problematiek, de “bredere kijk”.

Polspoel gebruikte die vluchtwegen in zijn debat met Frank Vanhecke (over Desmet, die daar ook bijzat wil ik het niet hebben, want die jongen moet te veel zaken rechtzetten om nog ernstig te worden genomen. Of nee: laat maar).

Nu was dit in opzet geen debat tussen Vanhecke en Polspoel, maar tussen Vanhecke en twee andere politici, alleen bleken die zodanig weinig in huis te hebben dat Polspoel zich wel verplicht zag om bij te springen, en de kijker met hem, want die wil na zijn werkweek enig weerwerk zien. De vraag is nu of op zijn beurt Polspoel als moderator nog ernstig kan worden genomen, want in zijn rol hoort hij vragen te stellen, en niet met zogenaamd vaststaande stellingen aan te komen.

Ik hoor hem poneren dat het christelijke kruisje gelijk te stellen is met de hoofddoek… manifeste flauwekul, zoals iedereen beseft die wel eens een bus of tram neemt. Hij doet hier alsof Chahdorrt Djavann nooit iets zou gezegd hebben over de dodelijke verplichting van “le voile”. Kent Polspoel dan christen mannen die hun vrouw of dochter met de dood bedreigen als ze de deur uitgaan zonder het crucifixje tussen de glooiingen van hun boezem? Waarom wil hij ons zoiets doen geloven?

Tweede mogelijkheid van de intellectueel zwakkere is de herhaling. Geen van de twee politici begon over het “zeventig-puntenplan”, want blijkbaar beseften die kerels dat zoiets toch niet meer geloofd wordt. Polspoel vond dat hij dit nog eens moest herhalen. Vanhecke moest nu wel zijn zet doen, Zugzwang zegt de schaakspeler, en hij herhaalde dat het plan al een poosje geleden is afgevoerd. Zulke taferelen leveren vervelende televisie op… want wie ziet er nu graag een interviewer die zijn opponent uitnodigt tot dwangmatig, ja masturbatoir gedrag?

Derde mogelijkheid is het “opentrekken” van een bepaalde stelling. En passant verwijst Vanhecke naar de situatie in Frankrijk. Als de kippen is Polspoel daar om te zeggen dat "de situatie in Frankrijk onvergelijkbaar is met hier". Polspoel zal beide situaties beter kennen dan wij. Maar vooral wil hij liever niet dat de netelige uitspraken van Sarkozy ter sprake komen?

Ik vraag me af waarom een moderator zoiets doet. Ik weet wel dat je appelen niet bij citroenen kan optellen, maar kun je ze ook niet vergelijken? Dat is bij uitstek een journalistieke bezigheid.
Strikt genomen is de uitspraak “die twee zaken zijn onvergelijkbaar” trouwens altijd nonsens, want ze is de vrucht van een voorafgaande vergelijking die ons wordt onthouden ...ach, laat zulke kwesties maar rusten. Die weigering was retorisch nuttig, een bot machtsmiddel misschien maar tenslotte …het was een debat op ons niveau, niet op Duits, Frans, Engels, Nederlands niveau, en dus mag Polspoel best met één wegwerpzin een stuk discussie afsluiten..

..

11 november 2004

Kan, volgens senator Meryem Kaçar de democratie niet werken als het om moslims gaat?

.
Onderstaand fragment uit De Standaard van 10 november liet mij met enkele vragen zitten:

Zij [Meryem Kaçar, gewezen agalev-senator, spreekt over de samenstelling van de moslim-executieve (mv)] is namelijk niet meer zo gewonnen voor de democratische verkiezing van de leden van de raad. “De vorige verkiezingen van december 1998 waren begroot op 50.000 euro en kostten bijna het driedubbele. Verkiezingen zijn een logge manier om de raad samen te stellen. Bovendien heeft toen slechts 40 procent van de moslims in België een stem uitgebracht. Zo representatief was de raad dus niet.” Het leidt Meryem Kaçar tot fundamentelere kritiek. “Verkiezingen zijn geen garantie op gematigde, democratisch gedragen gekozenen.” Ze lijkt het tegendeel te vrezen. “Er zijn in 1998 een aantal echte campagnevoerders verkozen. Helemaal geen gematigde individuen dus. Het zijn ook mensen zonder achterban vaak, niet gelinkt aan enige organisatie.”

Dat 40 procent niet “representatief” zou zijn bij verkiezingen is bevreemdend: er zijn in grote landen wel presidenten verkozen met mindere opkomst­percentages. Bovendien: hoe is dat percentage berekend? Zijn vrouwen, of zelfs kinderen meegeteld in het totale aantal kiezers, en is daar 40 procent van komen opdagen? Dan lijkt me dat zeer veel. Goed, zo gedetailleerd weten we dat niet.
Maar vooral die tweede paragraaf is verwarrend. “Verkiezingen zijn geen garantie op gematigde, democratisch gedragen verkozenen.” zegt Kaçar. Dit is een vérité de la Palisse. Natuurlijk geven verkiezingen geen garantie op “gematigde” verkozenen, want de uitslag hangt enkel af van wat het kiespubliek wil.
Dat verder de verkozenen “geen achterban” zouden hebben gehad lijkt me ook eigenaardig: wie heeft er dan wel voor hen gestemd?
Ook zegt senator Kaçar met ongeveer zoveel woorden: dat iemand die campagne voert geen “gematigde” kan zijn. Hier heeft zij misschien een punt. Het is geen bewijs, maar ooit hadden wij hier te maken met het “individu” Wilfried Martens. Een zelfverklaarde extremist die zich extreem centrum noemde, en hij voerde inderdaad campagne.

Samengevat : de senator houdt bewust of onbewust een pleidooi tegen de democratie, en voor een soort coöptatie vanuit het middenveld – ook al is dat een wat duistere term, waarschijnlijk afkomstig uit de wetenschap der sociologie of politicologie.
.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html