Is er een boogschutter in de zaal?
.
De redacties van VRT-VTM-Standaard-Morgen-Tijd-Knack-&cet. schatten hun positie volkomen fout in. Ze lijken te denken dat ze het monopolie op de nieuwsverspreiding nog bezitten, en dat is al lang niet meer het geval.
Soms zelfs, en erger, denken ze dat een leugentje om bestwil moet kunnen en nuttig is, en dat deo volente zoiets niet zal opvallen (ik denk nu aan de manier waarop er van Annemans’ uitval naar de magistraten van het Blokproces verslag werd gedaan. Hoe ze die woorden verdraaid en hineininterpretiert hebben). [*] Hoe braaf en naïef is zoiets! Journalisten doen mij soms nog het meest denken aan iemand als wijlen bisschop Desmet van Brugge, die ook dacht dat hij nog in de positie verkeerde om mensen te beïnvloeden van op zijn kansel, terwijl zijn machtspositie volkomen ondergraven was. Resultaat: hij maakte zich voor eeuwig belachelijk.
Wat is de vergissing van die redacties? De rollen van boodschapper en toehoorder zijn tegenwoordig eerder omgekeerd: er is informatie zát voor iedereen die lezen kan, en er zijn kanalen zát om informatie te spuien, en die zaken werken, en zonder duiding –– dat is trouwens een vies woord vind ik; niet als het woord duiding gehanteerd wordt door een drukkingsgroep, b.v. een vakbond, of het VEV, of een ziekenkas, of een politieke partij, want wij weten waar die mensen voor staan, maar wél als het gehanteerd wordt door een zogenaamd neutrale redactie; wat mij betreft kan de taak van een neutrale redactie bijna per definitie enkel bestaan in een zo exact mogelijk weergeven van feiten, reporting met andere woorden; en wij beseffen heus allemaal dat de scheiding tussen feit en duiding niet eenvoudig is, maar deze scheiding is de essentiële taak van de reporter of journalist, en de rollen zijn inderdaad omgekeerd, want het publiek ziet veel realiteiten zelf, al kan daar een tijd over gaan, en het kijkt vervolgens naar TV, of luistert naar de radio, of leest zijn krant, om te weten wat de embedded journalisten ervan zullen maken …op bevel van hun bazen. En wat zij ervan maken is een significant feit op zich, dat het publiek voor zichzelf weer duidt.
Het publiek ként met andere woorden de feiten, of toch vele feiten, via zeven verschillende wegen, maar de journalisten kennen enkel hun stille bevelen …van hogerhand, of niet eens van hogerhand, maar door conditionering, door hun groepsgeest misschien, door collusie misschien ook, en zij passen de feiten zo goed als mogelijk aan …aan wat eigenlijk?
De Romeinse historicus Ammianus Marcellinus verhaalt hoe tijdens een theatervoorstelling een acteur plots uitroept (hij valt uit zijn rol): “Droom ik? of zijn dat Perzen?” Het publiek draait zich om en ziet de boogschutters van koning Sapor op het bovenste balkon staan, met getrokken bogen.
Welnu de acteur in dit verhaal, is het publiek in onze dagen! en het publiek dat zich verwonderd zal omdraaien ...zijn de verzamelde duiders.
Soms zelfs, en erger, denken ze dat een leugentje om bestwil moet kunnen en nuttig is, en dat deo volente zoiets niet zal opvallen (ik denk nu aan de manier waarop er van Annemans’ uitval naar de magistraten van het Blokproces verslag werd gedaan. Hoe ze die woorden verdraaid en hineininterpretiert hebben). [*] Hoe braaf en naïef is zoiets! Journalisten doen mij soms nog het meest denken aan iemand als wijlen bisschop Desmet van Brugge, die ook dacht dat hij nog in de positie verkeerde om mensen te beïnvloeden van op zijn kansel, terwijl zijn machtspositie volkomen ondergraven was. Resultaat: hij maakte zich voor eeuwig belachelijk.
Wat is de vergissing van die redacties? De rollen van boodschapper en toehoorder zijn tegenwoordig eerder omgekeerd: er is informatie zát voor iedereen die lezen kan, en er zijn kanalen zát om informatie te spuien, en die zaken werken, en zonder duiding –– dat is trouwens een vies woord vind ik; niet als het woord duiding gehanteerd wordt door een drukkingsgroep, b.v. een vakbond, of het VEV, of een ziekenkas, of een politieke partij, want wij weten waar die mensen voor staan, maar wél als het gehanteerd wordt door een zogenaamd neutrale redactie; wat mij betreft kan de taak van een neutrale redactie bijna per definitie enkel bestaan in een zo exact mogelijk weergeven van feiten, reporting met andere woorden; en wij beseffen heus allemaal dat de scheiding tussen feit en duiding niet eenvoudig is, maar deze scheiding is de essentiële taak van de reporter of journalist, en de rollen zijn inderdaad omgekeerd, want het publiek ziet veel realiteiten zelf, al kan daar een tijd over gaan, en het kijkt vervolgens naar TV, of luistert naar de radio, of leest zijn krant, om te weten wat de embedded journalisten ervan zullen maken …op bevel van hun bazen. En wat zij ervan maken is een significant feit op zich, dat het publiek voor zichzelf weer duidt.
Het publiek ként met andere woorden de feiten, of toch vele feiten, via zeven verschillende wegen, maar de journalisten kennen enkel hun stille bevelen …van hogerhand, of niet eens van hogerhand, maar door conditionering, door hun groepsgeest misschien, door collusie misschien ook, en zij passen de feiten zo goed als mogelijk aan …aan wat eigenlijk?
De Romeinse historicus Ammianus Marcellinus verhaalt hoe tijdens een theatervoorstelling een acteur plots uitroept (hij valt uit zijn rol): “Droom ik? of zijn dat Perzen?” Het publiek draait zich om en ziet de boogschutters van koning Sapor op het bovenste balkon staan, met getrokken bogen.
Welnu de acteur in dit verhaal, is het publiek in onze dagen! en het publiek dat zich verwonderd zal omdraaien ...zijn de verzamelde duiders.
Ik heb dit Romeinse verhaaltje van V.S.Naipaul:
Jacques Soustelle and the Decline of the West
Daily Telegraph Magazine, 26 January 1968
in: The Overcrowded Barracoon, and other articles
André Deutsch 1972
Penguin 1987, p.73
_________________________________
[*] Letterlijk zei Annemans: De namen, de namen van alle juridische hoofdrolspelers uit dat proces staan voorgoed in het geheugen van deze jurist gegrift, ze zijn gewaarschuwd voor de rest van hun carrières, want, want vrienden dit was het proces van de lafheid, het was het proces van de gemeenheid, en bovenal van het onrecht, en dat, dat zullen wij nooit tot aan het einde van onze dagen, nooit zullen wij dat vergeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten