Laten wij heden het pauselijke wapenschild in ogenschouw nemen
.
Op het in drieën gedeelde schild is links bovenaan de Moor van Freising te zien. Die gekroonde moor kijkt naar links en stond al in 1316 op het wapen van prinsbisschop Konrad III van Freising. De eeuwen daarvoor was hij er wellicht ook al, maar de kleuren van die documenten zijn verschenen zodat wij niet met zekerheid over een moor kunnen spreken. Die kop bleef, tot aan de secularisering van het prinsbisdom in 1802-1803, en ook daarna zijn de aartsbisschoppen van Freising het Caput Aethiopum blijven voeren. Het aartsbisschoppelijk ordinaat van München heeft hem nog steeds. Waarom de moorkop voorkwam op het schild van de bisschoppen weet ook de huidige archivaris van het aartsbisdom, Roland Götz niet: misschien als een teken van kracht en wildheid zegt hij, net zoals sommige landen een al even vreemde leeuw in het schild voeren.
Rechts zien wij een beer met een rugzak, de Beer van Korbiniaan. De heilige bisschop Korbiniaan verkondigde in de achtste eeuw het christelijk geloof in het oude Beieren, alwaar het pad hem was geëffend door de heilige Bonifatius, die zoals wij weten in het jaar 755 of misschien 756 te Dokkum werd vermoord door onwillige bekeerlingen. Op een geestelijke reis naar Rome werd Korbiniaan nu overvallen door een beer, die zijn pakpaard verorberde. Daarop beval de heilige maar toornige Korbiniaan de beer om de last dan zélf naar Rome te dragen. De beer gehoorzaamde. Eens in Rome aangekomen, verdween hij echter en keerde waarschijnlijk terug naar de wouden van zijn voorouders.
Benedictus verleent aan deze beer, als „lastdrager in dienst van God“, nu burgerrecht in Rome. Met vastberaden en strenge bewoordingen kun je een wild beest de beschaving nog bijbrengen, mogen wij hieruit verstaan. Jan Polack schilderde in 1489 het altaarstuk: Das Bärenwunder.
Het onderste deel van het schild toont een schelp, een coquille Saint-Jacques zou de Guide Michelin zeggen maar eigenlijk is het de StJacobsschelp van het pelgrimerende godsvolk. Al bij StAugustinus (354-430 a.D.) lezen wij hoe hij aan het strand van wat nu Algerije is een jongen zag die met zo'n schelp water uit de zee schepte, en dat water vervolgens in een zelfgegraven greppeltje goot. Augustinus was op dat moment diep in gedachten verzonken, want zijn geest doorvorste het Mysterium Trinitatis. Hij vroeg aan de knaap wat voor zin zijn bezigheden hadden, en het antwoord was: .ik schep de zee in dit greppeltje. Augustinus begreep terstond dat de schelp symbool stond voor zijn eigen worsteling met het Drievuldigheidsmysterie.
Bij de ornamenten rondom het eigenlijke wapenschild is er bovenaan de bisschopsmijter die, na vele eeuwen, de van oorsprong Perzische en absolutistische pauselijke tiara vervangt. Dit kan worden geïnterpreteerd als een teken van collegialiteit onder de bisschoppen, een afstand nemen van het absolutisme. Verder zien wij de zilveren en gouden sleutels van StPieter, het koord (verbondenheid, trouw), en onderaan het pallium met de drie kruisen, teken van de absolute pauselijke macht, de plenitudo pontificalis officii, wat weer op een afstand nemen van de collegialiteit onder de bisschoppen zou kunnen wijzen.
.
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten