29 september 2005

Het begrip racisme verdient herwaardering

.
In de kwaliteitskrant vanmorgen trof mij een vreemd klein titeltje:

“EU-Parlement jent Turkije”.
De journalist Bernard Bulcke had het bedacht.

Jennen doe je niet, zal elke ouder zeggen. Jennen is iets uit de kindertijd, van toen je nog kleine kleren droeg, en in ernstige internationale politiek past het begrip niet. Maar taalgevoel verschilt van persoon tot persoon, en voor Bernard Bulcke zullen er onder het begrip andere gedragingen vallen dan voor u of mij. Zo bijvoorbeeld vind ik niet dat de geallieerden na '40-'45 de Duitsers hebben gejend. Wél hebben die geallieerden afgedwongen dat Duitsland erkende dat er genocide was gepleegd door de nazi’s, en ook dat die genocide een logisch uitvloeisel was van de heersende ideologie.
Dat was toen niet iets waarover eerst met de nazikopstukken is onderhandeld! Dat werd afgedwongen, en de grote meerderheid der Duitsers heeft dat ook zo aanvaard want zij wilden zich weer opgenomen zien in de internationale gemeenschap, opnieuw deel worden van Europa.
Hoe komt zo'n journalist er toch bij om een woord als jennen te gebruiken vraag je je af?
Door collusie. Wie bij de hond slaapt krijgt zijn vlooien. Het is geloof ik mogelijk dat Bernard Bulcke iets te vaak heeft geluisterd naar de officiële politieke standpunten die België verdedigt in de kwestie van de Armeense genocide, zoals wij die pas nog in het Nieuws hebben gehoord van onze minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht. Ik resumeer even zijn gedachtegang, en louter ter verlevendiging van zijn betoog completeer ik hem ook:
De Europese bevolking is nu eenmaal geëngageerd, weze het door toedoen van mensen die niet echt een democratisch mandaat hadden. Ja, die journalistieke term van le déficit démocratique bevalt mij opperbest! Ik moet mijn vrienden journalisten hier bedanken, want een naam bedenken voor iets, dat is evengoed als zeggen dat iets onveranderlijk is, en zo wil ik het houden voor de burger. C’est malheureux mais c’est comme ça! En weze het zelfs dat de betrokken politici toen hebben gekonkelfoesd met negationisten, en dat zij bijgevolg in een bepaalde mate hun medeplichtigen zijn geworden: aangezien wij in Europa geen cordon sanitaire hebben kunnen zulke praktijken gewoon hun gangetje gaan, en wie nu nog iets tegenwerpt is een plaaggeest! (Bulcke vertaalt hier eenvoudig: “zo iemand jent”). Je moet nu eenmaal je woord gestand doen, meent tenslotte Karel De Gucht, want je niet aan je woord houden is slecht voor “de politiek”.
Laat nu niemand beginnen over BHV: dat laatste van hem is zeker waar, en ik hoor het graag uit de mond van een man die voor enkele maanden nog aantoonbaar stond te liegen, zo leek het, toen hijzelf in nauwe schoentjes kwam door zijn domme praat over Balkenende, en zijn bijzonder vulgaire commentaar over de dode Fortuyn. Maar gelukkig! Karel had dat niet gezegd …op een moment was er zelfs geen interview geweest!
Om nu naar onze Bulcke terug te gaan: die heeft een minder probleem. Hij moet enkel de precieze betekenis, later ook de gevoelswaarde van de woorden leren vatten. Daarna wacht hem een mooie toekomst.
En laat Bulcke alvast hierin sterkte vinden: hij is niet de enige die met dat probleem worstelt. Ik lees nog even door in mijn kwaliteitskrant en zie dat er in het zogeheten “Europees Parlement” – die vergadering heeft geen initiatiefrecht, geen wetgevende bevoegdheid en is dus niet echt een parlement – flink is gebakkeleid. Daniël Cohn-Bendit moet daar, zegt Bulcke, aan de EVP hebben verweten dat er "een zweem van 'racisme tegen de islam' achter haar stellingname tegen Turkije steekt."
Die term racisme hoor je bij elke gelegenheid tegenwoordig. Het is zoals met de woorden shit en fuck. Robert Graves, de auteur van Goodbye to all that en van I Claudius om hem even voor te stellen, schreef na de Eerste WO een klein boekje dat geloof ik "The Future of Swearing and Improper Language" heette. Zijn stelling daarin was, en nu resumeer ik gedwongen heel scherp want ik kan er niet zo gauw mijn hand weer opleggen, maar Graves beweerde: dat woorden als “bugger”, “bastard” of “bitch” enkel nog in de lagere klassen van dienst waren. Daar werden zij nog au sérieux genomen. In de hogere klassen waren het troetelnaampjes geworden en diende men op zoek te gaan naar nieuwe krachttermen.
Aan Cohn-Bendit zou ik willen vragen: als ik bijvoorbeeld de stelling verdedig dat er ten gunste van de pedofilie niet zo veel te vertellen valt ...ben ik dan racistisch tegenover pedofielen? Hij moet geloof ik ja antwoorden.
Et pour fixer les idées: racisme is onderscheid maken op basis van ras. Men zou zich bijvoorbeeld een Staat kunnen indenken waar je geen burger van kunt worden tenzij je tot een bepaald ras behoort. Of je die gang van zaken goedkeurt is een andere kwestie, maar die Staat zou je met reden “racistisch” kunnen noemen.
Kritiek echter op een godsdienst die in zijn geschriften de meest onwaardige, mensonterende stellingen tot het onveranderlijke woord Gods verklaart: dat is geen racisme.



P.S.
Wat mij betreft houdt de term racistisch een zware beschuldiging in ...maar dat hij in de handen van onzorgvuldige sprekers en schrijvers is gebanaliseerd tot een synoniem voor bijvoorbeeld afkeurenswaardig, slecht, verwerpelijk, niét netjes &cet. bleek hier eerder al.

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html