7 september 2005

Onderstaand bericht is enkel bedoeld voor mensen die het verkiezingsdebat tussen Merkel en Schröder hebben gezien

.Dat debat werd door Schröder gewonnen, lezen we in de Vlaamse kranten. Schröder heeft evenwel niet met een straatlengte gewonnen en dat beweert ook niemand. Wat is dat trouwens: een debat winnen? Zulke zaken zijn moeilijk af te wegen en je kunt beter een slag om de arm houden, want altijd zal er iemand klaarstaan met krantenknipsels om aan te tonen dat ook Al Gore zijn TV-debatten won, of recent nog John Kerry.
Mijn idee is dat zulke debatten helemaal niet ter zake doen, op de kiesuitslag generlei invloed hebben, beter onbesproken worden gelaten ...terwijl meetings ergens in een achterwaartse turn- of parochiezaal vroeger wél van belang konden zijn, en misschien nog zijn. Maar ik kan dat niet bewijzen. Het enige dat ik weet is dat het kiespubliek vroeger samen zat in een zaal, en dat er dus een bepaald enthousiasme kon ontstaan, ten goede of ten kwade.
Bij TV-debatten zitten de mensen afzonderlijk voor hun scherm, en zij zien …another TV- program, met andere woorden zij krijgen hun dagelijkse, goedbedoelde, routineuze, community-building gezelligheidsgelul. In se is dit een contradictoire toestand, waarvoor niemand direct schuld treft …maar die wel tot enige nederigheid kan aanzetten. A sobering fact, om het in de taal van de televisie te zeggen.
Maar over die krantencommentaren dus. Achteraf met argumenten als Kerry of Gore aankomen is natuurlijk niet moeilijk; blijft de vraag of je gazettenuitspraken over wie een televisiedebat heeft gewonnen of verloren daarom moet wegwuiven. Ik denk van niet. Integendeel: als eenvoudige krantenlezer krijg je namelijk vaste voet aan de grond. Zo’n journalist heeft wellicht net als iedereen naar de televisie gekeken, maar hij weet na enig nadenken, en ook op grond van zijn redactionele lijn, wat je als weldenkende mens daarover des anderendaags op de trein hoort te vertellen! Dat is allemaal wel nergens op gesteund besef je als denkend mens, maar ondertussen weet je toch waar die journalist zijn sympathieën liggen, en deze kennis kan weer andere artikelen van hem begrijpelijk maken, bijvoorbeeld artikelen waarin hij blote feiten meedeelt, ofwel nog andere artikelen waarin hij feiten die jijzelf door toeval kent verwonderlijk genoeg niét meedeelt.
Altijd omzichtig omgaan met journalistieke mededelingen dacht ik, en dan zit je safe! Maar gisteren las ik op de avondtrein een stuk in de NRC, dat enerzijds enkele van mijn overtuigingen bevestigde maar dat ook enkele twijfels helaas versterkte. Dit was het slot van hun artikel over het Merkel-Schröderdebat:

Het tv-debat leverde veel kabaal op, maar heeft nauwelijks invloed op de stembusuitslag. Slechts twee procent van de 23 miljoen kijkers heeft naar eigen zeggen na het debat een andere voorkeur. Uit onderzoek blijkt inmiddels ook dat steeds meer mensen zeggen dat ze het debat gezien hebben, terwijl dat niet zo is.
De NRC is een blad waar ik een bepaalde veneratie voor koester –wij hebben zoiets niet hier– maar wat drukken zij daar?
Als wat daar staat echt en feitelijk waar is, dan hebben er binnen een zeer korte tijdsspanne minstens drie serieuze sociologische onderzoeken plaatsgehad:
-vooreerst is goed en wel bewezen hoeveel mensen er gekeken hebben naar het Merkel-Schröderdebat (en laten we aannemen dat dit kan en gebeurd is),
-ten tweede is er een onderzoek geweest naar hoevelen er zéggen dat ze hebben gekeken, en die twee cijfers zijn dan naast elkaar gelegd,
-en vervolgens, na enige pauze, is dat tweede onderzoek nog eens overgedaan en daarbij is dan gebleken dat er een stijging van het aantal leugenaars is!

Zo kom je snel een heel eind in het metagebied. Heeft bijvoorbeeld de journalist zelf het debat gezien is maar één vraag.
(...en ikzelf zag – door een onachtzaamheid – enkel het slot ervan; maar niets zal mij beletten om op de vraag die niemand stelt : "Heb je het debat gezien?", volmondig te antwoorden met: "Ja!")
Mag ik een stelling aanbieden?


emocratie, het stelsel dat Europa aan de wereld heeft geschonken na zeer lange en onzekere wegen, werkt enkel via directe contacten, ook nog via kranten en tijdschriften is het lange tijd goed gegaan, en heel misschien kan ook de radio wel dienen, én democratie werkt, zoals Zwitserland elke dag bewijst, via zeer frequente volksraadplegingen, opklimmend vanuit het plaatselijke tot het landelijke niveau ...als er ook initiatiefrecht is voor de burger.
Maar democratie werkt niét via de kloof van een puur "vertegenwoordigend stelsel", en al helemaal niet via de TV.
Het is een tere vlindersoort, die met uitsterven is bedreigd als verkozenen (of, bij ons dan: hun opvolgers) tégen de uitdrukkelijke wil van de kiezers blijven ingaan.

Dixi
.

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html