Daniel Foppa en Luciano Ferrari
Moeten er aan de directe democratie grenzen gesteld worden? Of dreigt er veeleer miskenning van de volkswil, door de politiek? Het socialistische parlementslid voor Zürich, Andreas Gross, en de ideoloog van de Zwitserse Volkspartij, Christoph Blocher kruisen de degens.
Directe Democratie
Het grote debat
De oerdemocraten Christoph Blocher en Andreas Gross over de lessen van het minarettenreferendum. Beiden zijn vehemente voorvechters van de directe democratie – en bevechten elkaar nu verbeten wat betreft de grenzen van de rechten van het volk, en de interpretatie van de Grondwet. Ex-minister Christoph Blocher spreekt van een “dictatoriale reactie van de classe politique”, die de volkswil niet in praktijk zou willen brengen. Het Züricher SP-parlemenstlid Andreas Gross noemt hij een “pseudomonarch”. Deze verwijt Blocher weer “volksabsolutisme” en pleit voor een nieuwe commissie, die nieuwe volksinitiatieven zou onderzoeken op hun verenigbaarheid met de mensenrechten. Want het is “niet zeker dat de meerderheid zich nooit vergist”. Voor Blocher is de directe democratie “het correctief op de willekeur van regering en parlement”. Gross daarentegen opteert voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat de mensenrechten zou beschermen tegen de “tirannie der meerderheden”. (daf/lf)
Na het Ja op het minarettenverbod, wordt er heftig gediscussieerd, hoe men met dat volksbesluit moet omgaan. Hebt u dit eerder al meegemaakt?
Christoph Blocher: Een dusdanig dictatoriale reactie van de classe politique, die op de avond zelf van de stemming al verklaarde, dat zij de volksbeslissing noch wilde, noch kon of mocht uitvoeren: dat is nieuw, maar wel typerend.
Hoe verklaart u dat?
Blocher: De grond van de zaak ligt bij de toenemende aandrang van de classe politique om het volk te slim af te zijn. Omdat men bij de EU wil komen, kan men de directe democratie niet meer hebben.
Ziet u dat ook zo, mijnheer Gross?
Andreas Gross: Helemaal niet. Zeker zijn er velen geschrokken van de uitslag. De beslissing wordt echter door iedereen aanvaard. Nochtans moet niemand om die reden nu maar berusten. Ook de rechterzijde heeft na de stemming in de UNO lucht gegeven aan haar ontevredenheid, en gedreigd met een referendum om opnieuw uit de organisatie te stappen. In de democratie geldt: na de stemming is het zoals voor de stemming. Het behoort tot het wezen van de democratie dat zij open is: men mag altijd op democratische manier terugkomen op dat wat eerder was beslist. Want er is geen zekerheid dat de meerderheid zich nooit vergist.
Blocher: We moeten niet in huichelarij vervallen
(hij imiteert de stem van Gross): “Langs democratische weg en geplogenheid kan men gelijk welke beslissing opnieuw in twijfel trekken.” U wilt een democratische beslissing ignoreren! De woede van de bevolking richt zich tegen deze poging om de stem van het volk te ontkrachten. En in het vervolg zouden zulke initiatieven
[i.e. referenda; die komen er namelijk op initiatief van de bevolking zelf] zelfs niet aan het volk worden voorgelegd, zoals wij nu zien bij het initiatief tot uitwijzing van criminele buitenlanders. Dat is dictatoriaal: het Parlement meet zich aan, te zeggen waarover het volk mag stemmen. En rechters, vooreerst ook nog eens vreemde rechters, zouden zeggen wat er zich in praktijk laat brengen, en wat niet. We hebben een duidelijke grondwettelijke bepaling:
eenheid van materie en het dwingende Volkenrecht zijn de enige beperkingen bij volksinitiatieven.
Is er een duidelijke definitie van dit dwingend Volkenrecht?
Blocher: Jazeker. Conclusief. Daaronder vallen het verbod op foltering, slavernij, genocide en vijandelijke bezetting, het verbod op agressie tegen andere staten. Sinds 150 jaar al hebben wij goede ervaringen gehad met de directe democratie: zij is een bolwerk tegen despotisme en extremisme, ook als de kopstukken van de staat minder standvastig waren. In de tijd van het nationaalsocialisme en het communisme heeft het volk alle verleidingen weerstaan. Om die reden is de Zwitserse Volkspartij niet bereid om te wrikken aan de volkswil. De Zwitserse Volkspartij heeft vele verkiezingen verloren, maar heeft de uitslag altijd aanvaard.
Gross: U kunt mij niet verwijten dat ik de democratie buiten spel wil zetten!
Blocher: Toch wel, dat is net wat u wilt!
Gross: Onzin. De heer Blocher heeft daarentegen wel gelijk als hij zegt dat de kern van het dispuut ons begrip van democratie is.
Blocher: Het gaat om de directe democratie.
Gross: Precies. Interessant is het dat u van dictatuur en despotisme spreekt: het volk zelf namelijk heeft in de nieuwe Grondwet –die u, mijnheer Blocher, hebt bestreden– vastgelegd dat het niet despotisch wil zijn, en het heeft zichzelf overeenkomstige limieten gesteld. Zo staat daar expliciet dat het volk minderheden, en de grondrechten van elkeen zal respecteren. De vrijheid van godsdienst behoort tot de grondrechten. Daarom ook dat zovele mensen verontwaardigd waren na de stemming: omdat er nu aan het eind van de grondwet een bepaling ingevoegd zou moeten worden, die datgene wat daarvoor staat tegenspreekt. Deze tegenspraak willen velen niet voor lief nemen, maar corrigeren.
Blocher: Niet afwijken graag. Ik heb het over de ondemocratische niet-naleving van stembusuitslagen, en over het ongeldig verklaren van initiatieven zoals het initiatief over de uitwijzing [van criminele buitenlanders].
Gross: Wat helemaal correct en passend is, omdat wij al eens een gelijkaardig volksinitiatief om dwingende volkenrechtelijke redenen afgewezen hebben: omwille van het beginsel dat vluchtelingen niet aan een staat kunnen uitgeleverd worden waar zij vervolgd of gefolterd worden. Door dit beginsel van het “non refoulement”, dat nu eenmaal tot het dwingende Volkenrecht behoort, werd al in 1995 een volksinitiatief van de Nationale Actie ongeldig verklaard.
Vraag blijft om welke reden men het uitwijzingsinitiatief dan ongeldig wil verklaren, terwijl de regering en het parlement beide ogen gesloten hielden bij het minaretteninitiatief.
Gross: Ik heb in een motie gevraagd om ook het minaretinitiatief ongeldig te verklaren, maar wist dit niet gedaan te krijgen.
Blocher: De regering en de meerderheid van de Commissie van de Senaat hebben nog voor de stemming over het minaretverbod gestemd ten gunste van de geldigheid van het uitwijzingsinitiatief. Nu –na de aanname van het minaretinitiatief– wil men dit initiatief ongeldig verklaren, omdat men bang is dat de burgers ook de criminele buitenlanders willen uitwijzen.
Hoe komt het dat regering en parlement plots zo wankelmoedig zijn?
Gross: In Zwitserland is er geen traditie van interpretatie van grondwetsartikelen. Een rechter zou in het geval van het minaretinitiatief een afweging gemaakt hebben tussen de verschillende grondrechten, met het oog op de Mensenrechtenconventie. Het Parlement, dat over de toelaatbaarheid van initiatieven oordeelt, doet dat niet. Het voelt zich daar eenvoudig niet toe in staat. Toch pleit ik ervoor, dat wij in de toekomst initiatieven ook toetsen aan de kerninhoud van de Mensenrechtenconventie.
Blocher: (spottend) En wat kerninhoud is, bepalen de bijzondere theorieën van de heer Gross.
Gross: Dat zijn geen bijzondere theorieën.
Blocher: Feit is dat het minarettenverbod geen uitstaans heeft met de godsdienst- of gewetensvrijheid.
Gross: Toch wel, heel zeker.
Blocher: Dat zegt u.
Gross: …velen zeggen dat…
Blocher: Als een islamitische staat een kerktoren niet toestaat, dan gaat dit voor mij als christen de geloofs- of gewetensvrijheid ook niet aan. Als christenen vervolgd worden of gebedsruimtes gesloten, dan wel. Ik heb er wel alle begrip voor als een islamitisch land geen kerkklokken wil. Muezzin en klokken gaan niet samen. Maar wij vervolgen geen moslims, en laten hen hun gebedsruimten. Maar het volk heeft beslist: geen minaretten!
De moslims vinden dat discriminatie.
Blocher: Een verbod is voor diegene die het treft altijd een discriminatie. Maar mij gaat het om meer: de groeiende tendens bij de classe politique, om de Grondwet uit te hollen. Bij de stemming over het vrije personenverkeer heeft men twee zaken bijeengepakt –de uitbreiding en de verdieping–, waardoor een onvervalste stemming onmogelijk werd: men kon niet meer voor het ene, en tegen het andere stemmen.
Gross: Wat ook volkomen terecht was, aangezien beide ontwerpen verbonden waren. De EU had een verder gaan van het vrije personenverkeer nooit geaccepteerd als niet ook Bulgarije en Roemenië mee opgenomen werden. Het was feitelijk onmogelijk om de twee ontwerpen te scheiden.
Blocher: (luid) Excuus mijnheer Gross, maar dat beslissen wij zelf toch! Voor u geldt de mening van de EU nu al als rechtsnorm.
Gross: Neen, u kunt uw partner niet eenvoudig over het hoofd zien, de EU had dit nooit geaccepteerd.
Blocher: (nog altijd luid) Voor ons eenvoudige luiden, volstaat het dat wij niet in de EU zitten! Voor professoren zoals u ligt dat anders.
Gross: Nu wordt het wel pijnlijk: noch bent u een eenvoudige man, zomin als ik professor. U bent een van de rijkste Zwitsers, en een van de hoogste representanten van de politieke klasse, want ooit was u zelfs nog minister.
Blocher: De regering legde in verband met het vrije verkeer van personen volkomen correct twee ontwerpen voor aan het parlement. Het parlement bond ze snel samen in een nepverpakking, om een duidelijke uiting van de volkswil onmogelijk te maken! Toen al werd de democratie met voeten getreden – natuurlijk met “edele” motiveringen. Huichelachtige despoten hebben altijd “edele motieven”.
Gross: (wordt nu ook luid) Dit volstaat wel! Iedereen die niet uw mening deelt wordt zwart gemaakt. Noch uw voormalige collega’s ministers, noch ik zijn despoten.
Blocher: Ik meen het ernstig: er valt niet naast te kijken. De despoot herkent men bij een voor hem negatieve stembusuitslag. De democraat zegt daarentegen: “Ik was hier weliswaar tegen, maar het volk heeft anders beslist. Dat moet dan ook uitgevoerd worden.” Ik moest bij het initiatief over de hechtenis voor de camera’s komen en verklaren: “De beslissing is geldig, ik heb hier niets aan toe te voegen.”
U had wel problemen met het omzetten van het initiatief.
Blocher: Wat dan nog? Wij zijn niet verkozen om geen problemen meer te hebben. Het initiatief is in wet omgezet.
Met beperkingen.
Blocher: Ja, en? Wij hebben zo gehandeld, zoals wij aan het volk –in geval van goedkeuring– hadden voorzegd. Dat was zonder beperkingen niet mogelijk. Elk nieuw Grondwetsartikel moet in overeenstemming gebracht worden met de overige. De initiatiefneemsters en -nemers hebben mij bedankt, nadat de tegenstanders van het initiatief, tegen de wet in, hadden gepoogd om het initiatief niét om te zetten.
Juridische experten waarschuwen dat er in onze Grondwet nu princiepsbepalingen staan die elkaar tegenspreken.
Blocher: Daar is niets buitengewoons aan. Wij hebben bijvoorbeeld de vrijheid van handel en beroep in de Grondwet gewaarborgd. Tegelijk bevat de Grondwet vele bepalingen die deze vrijheid tegenspreken. Bij de vrijheid van geloof en geweten was er van 1848 tot 1999 het verbod op de Jezuïetenorde, nochtans gold die vrijheid toch. Omdat het minarettenverbod aangenomen is, is het niet in tegenspraak met de Grondwet.
Gross: Wat de heer Blocher zegt spreekt voor zich: van de Grondrechten kan er geen enkel als absoluut gelden, het is eerder zo dat het ene tegen het andere opbotst. Intussen blijf ik erbij, dat er met het minaretverbod een discriminatoir artikel is ingevoegd, dat de grondwettelijke, en door de Conventie van de Mensenrechten beschermde vrijheid van godsdienst tegenspreekt. Voor mij is evenwel volgend punt van belang: allen die niet zijn mening delen, bestempelt de heer Blocher als despoten.
Blocher: …Nee, niet allemaal, maar wel diegenen die de volkswil miskennen, die “daarboven”.
Gross: Wie daarboven wel? U was toch een van hoogsten daarboven.
Blocher: (lacht) U hebt gelijk: bovenaan hoort het volk te staan. De Soeverein. Bijgevolg bent u het, en zijn het de volksvertegenwoordigers die onderaan staan, die despotisch zijn.
Gross: Wat u oproept is een volksabsolutisme. Terwijl wij in de Grondwet bewust verwezen hebben naar de Conventie van de Rechten van de Mens. In 1974, toen het vrouwenstemrecht eindelijk erkend was, konden wij ons bij die conventie aansluiten. Hier gaat het om die kern van de mensenrechten, die geen staat mag inperken. Dat was de les uit drie grote oorlogen tussen 1870 en 1945.
Blocher: Maar dat is theorie. Daar heeft niemand bezwaar tegen.
Gross: Neen, dat is volkomen praktisch en werkelijk: geen staat heeft in Europa nog het recht om een mens te kortwieken in zijn meest fundamentele grondrechten. Wij hebben ons onderworpen aan het Mensenrechtenhof, omdat wij gezegd hebben dat ook wij aan deze verworvenheid deel wilden hebben. Elke burger kan zich tot die rechtbank wenden, als hij gelooft dat zijn rechten geschaad worden. Dat zijn geen vreemden, maar internationale rechters, ook Zwitserland heeft daar een vertegenwoordiger.
Blocher: Mag ik nog iets zeggen?
Gross: Ik weet, dat u een dergelijk gerechtshof vandaag niet meer zou accepteren. Maar men moet inzien na welke lessen het tot stand is gekomen. Bij het minaretteninitiatief wisten wij dat het voor het Mensenrechtenhof niet stand zou houden. Om de directe democratie te beschermen had men het dus ongeldig moeten verklaren. De directe democratie wordt immers beschadigd als men het volk laat stemmen over iets dat men helemaal niet uitvoeren mag. Dat wilde ik verhinderen. De directe democratie ligt me na aan het hart, want de volkssoevereiniteit mag niet teruggebracht worden tot het verkiezen van vertegenwoordigers, maar de burgers moeten zelf direct kunnen ingrijpen in het constitutioneel en wetgevend werk.
Hoe komt het dat men de directe democratie wel op kantonaal niveau kan inperken, maar niet op federaal niveau?
Blocher: Er zijn pogingen om de mensenrechten een extensieve interpretatie te geven – vanwege parlementsleden, vanwege de ambtenarij en de gerechtshoven. Langs die weg wil men de volkswil in Zwitserland inperken. De geschiedenis heeft al aangetoond dat het volk trouwer was aan de grondrechten en de democratie dan administraties en parlementen. De geschiedenis leert ook: staatsmacht streeft naar steeds meer macht ten koste van de burger.
Gross: Dat is dan ook theorie.
Blocher: Neen, realiteit.
Nogmaals, hoe komt het dat men enkel op kantonnaal niveau een eis voor ongeldig kan verklaren?
Blocher: Omdat kantons geen soevereine staten zijn. Kantons mogen enkel stemmen over zaken die hen zijn voorbehouden. Maar Zwitserland is een soevereine staat. Hij moet enkel met het dwingende Volkenrecht rekening houden.
Behoort het non-refoulement-gebod tot het dwingende Volkenrecht?
Blocher: Neen.
Gross: Toch, wis en zeker.
Blocher: Het non-refoulement-gebod geldt niet absoluut. Als bijvoorbeeld een zware crimineel onze veiligheid in gevaar brengt, dan geldt het verbod op uitwijzing slechts beperkt. Maar wat het federale gerecht met zijn extensieve interpretaties doet, dat weten wij niet.
Gross: In 1995 heeft men met dit argument het NA-intiatief
["Maat houden bij de immigratie"] ongeldig verklaard. U, mijnheer Blocher, was toen volksvertegenwoordiger
["Volksraadslid": sommige termen zijn specifiek voor Zwitserland, en ik vertaal ze met analogieën; een Franse en Duitse woordenlijst geeft meer duidelijkheid] en hebt daarmee ingestemd.
Blocher: Dat was een ander geval. Het ging om vluchtelingen – niet om criminelen! Daarom hebben zowel de regering als ook de raadgevende commissie ons initiatief voor geldig verklaard. Tot aan de laatste zondag van het referendum. Nu wil men plots de democratie ondergraven, en het initiatief niet toelaten.
Gross: Het gaat er mij niet om de democratie te ondergraven, maar hierom: haar zo gestalte te geven dat zij geen fundamentele rechten schendt.
Blocher: En mijnheer Gross bepaalt dat minaretten grondrechten zijn.
Gross: Neen, dat zegt de commentaar van Mark Villiger, de Züricher professor mensenrechten, die in Liechtenstein rechter is aan het Mensenrechtenhof. Daar houdt men het voor vaststaand dat een minarettenverbod tegen de godsdienstvrijheid ingaat. Dat is niet een “extensieve uitlegging”, maar een correcte interpretatie van de godsdienstvrijheid.
Blocher: De kiezers zijn een andere mening toegedaan. Zij hebben beslist. Dat geldt! Als men dat niet wil, moet men de Conventie van de Mensenrechten opzeggen, en opnieuw onderschrijven met een aangepast voorbehoud.
Gross: Dat zou voor Zwitserland een schande zijn, en een feitelijk isolement.
Blocher: Voor de classe politique zou het wellicht een schande zijn. Voor ons is dat de eerbiediging van de volkswil.
Tegenwoordig verklaart het parlement met zijn wisselmeerderheden initiatieven voor geldig of ongeldig. Kon dat niet beter aan een andere instantie overgedragen worden?
Blocher: Wie zou de burgers meer respecteren? Ook het Bondsgerecht houdt zich vandaag in vele gevallen niet meer aan de scheiding der machten, maar maakt te pas en te onpas zelf recht.
Gross: Dat is opnieuw een van uw typische insinuaties – enkel omdat u het vaak oneens bent met het Hof!
Blocher: Er zouden tal van voorbeelden gegeven kunnen worden. Het Bondsgerecht is niet de belichaming van de zuivere rechtspraak en de feilloosheid.
Gross: Of een initiatief geldig is of niet, zou een puur rechterlijke toetsing moeten vaststellen. Dit is duidelijk een geval voor de rechterlijke macht. In Zwitserland is dat niet zo geregeld, omdat men zegt dat de burger op elk moment en via het kieshokje zich tegen een besluit van het parlement kan teweerstellen. Dat is echter enkel nog in beperkte mate mogelijk, omdat men niet voortdurend initiatieven of referenda kan organiseren. Bij de intensiteit waarmee men vandaag wetten moet aftoetsen aan Recht van hogere orde, is met dit systeem niets meer aan te vangen. Misschien zou men, zoals in Frankrijk, met dit doel een nieuw college in het leven moeten roepen, bestaande uit voormalige parlementsleden en rechters.
Blocher: Alweer een nieuw college? Hou eindelijk eens rekening met de volkswil, en dan zult u niet voortdurend behoefte hebben aan nieuwe artificiële constructies. Het correctief op de willekeur van regering en parlement is het referendum. Alleen moeten die opnieuw ernstig genomen worden, en moet men zich niet te zeer op het buitenland richten. In het jaar 1848 hebben de Europese naties ook gedreigd: “Als jullie een zo democratische grondwet maken, dan bezetten we jullie land.” Er werd druk uitgeoefend. Net zoals vandaag: voor de buitenlandse regeringen komt het niet te pas dat ons volk kan stemmen over een onderwerp als de constructie van minaretten, en nog eens tegen de overheid in kan beslissen.
Gross: (verontwaardigd) Dat is een ongelooflijke belediging van onze buren! Ik protesteer ertegen dat landen van vandaag, die democratisch zijn, en Rechtsstaten, vergeleken worden met de absolutistische en mensenverachtende periode van Metternich. Komt nog bij dat Zwitserland de gunstige afloop in 1848 ook te danken had aan de revolutionairen, die in Wenen, Parijs en Berlijn de straat opgingen en zo verhinderden dat deze landen konden interveniëren.
Blocher: Ook vandaag staan die burgers aan onze kant, maar niet de classe politique. De reacties vanuit het buitenland op de goedkeuring van het minarettenverbod tonen dit aan. Onze nabuurlanden zijn evenwel geen directe democratieën.
Gross: Ik strijd al twintig jaar voor meer directe democratie in Europa.
Blocher: En op dit moment strijdt u samen met andere pseudomonarchen voor de inperking van de directe democratie in Zwitserland.
Gross: U bent tot niets anders in staat, dan om alles wat anders denkt te discrediteren! Ik wens de directe democratie niet in te perken, maar compatibel te maken met de mensenrechten – zodat ze in Europa een kans maakt.
Blocher: Het recht om te kiezen is voor veel burgers ook een mensenrecht. En Zwitserland staat steeds weer voor dezelfde fundamentele vraag: willen wij onafhankelijk blijven? De bevolking wenst die onafhankelijkheid – de meeste politici niet. Deze laatsten willen onze staatinrichting een dusdanige vorm geven, dat Zwitserland tot de EU toetreedt.
Gross: Zwitserland kan helemaal niet meer autarkisch voortbestaan. Dat beseft u als internationale ondernemer heel goed. Onze soevereine beslissingsmacht wordt krachteloos zodra het om transnationale zaken gaat. Daarom moeten wij de afzonderlijke soevereiniteiten bij elkaar leggen, want samen staat men sterker dan elk voor zich. Dat toont de Libiëcrisis wel aan. Omdat wij lid zijn van de Schengengroep konden wij in heel Europa een inreisverbod voor Libische vertegenwoordigers bewerkstelligen. Pas dit heeft Khadaffi serieus pijn gedaan.
Blocher: En de gijzelaars zijn er nog altijd!
Leidt de globalisering er toe, dat de speelruimte voor nationale wetgeving kleiner wordt? Zwitserland sluit altijd maar meer staatsverdragen af, en het Volkenrecht ontwikkelt gestaag. Is dat een reden voor de toenemende problemen met de volksraadplegingen?
Blocher: Er zijn altijd maar meer mensen die menen dat zij het Volkenrecht moeten ontwikkelen. Dat zijn moderne voogden, die op kousenvoeten komen. Want zij zetten onze eigen handelingsruimte buiten spel. Wat het Volkenrecht precies inhoudt is niet te vatten.
Gross: Het Volkenrecht wordt door elke staat geratificeerd, ook door Zwitserland. Het is dus wel degelijk te vatten en democratisch gelegitimeerd. Vervolgens zijn het geen voogden die onze speelruimte inperken, maar de globale markt. Tot goed 60 jaar geleden kon binnen een nationale staat de democratie nog grenzen stellen aan de markt. Dat is niet meer mogelijk. Om de beloften van de democratie vandaag te realiseren, is uw nationaal-conservatieve soevereiniteitsthesis ongeschikt. Democratie en soevereiniteit moeten vandaag op een internationale leest geschoeid worden. Dat moet vooreerst op Europees niveau geschieden en aansluitend –zoals bijvoorbeeld voor de klimaatverandering– op globaal niveau.
Blocher: Van zulke wereldregering moet ik niets hebben. Waar zouden de burgers dan kunnen meepraten op dat globale niveau? Waar? Grootheidswaanzin is dat. De EU op zich is al een foute intellectuele constructie: ze is bureaucratisch, onoverzichtelijk, ondemocratisch. De burgers staan machteloos!
Gross: En u discrediteert de directe democratie, als uw partij zoals bij het uitwijzingsinitiatief aan het volk initiatieven voorlegt die later door het Hof voor de Rechten van de Mens verbroken zullen worden. Dit Hof beschut de mensenrechten tegen de tirannie van meerderheden.
Blocher: En u hebt angst voor de „tirannie van het volk“. De moderne geschiedenis laat evenwel zien dat een volksstemming nog nooit grondrechten heeft afgeschaft.
Gross: In 1959 hebben Zwitserse mannen het vrouwenstemrecht afgewezen. Dat was een meerderheidsuitspraak tegen de grondrechten. Het was niet anders bij het interneringsinitiatief [2004, ”Levenslange internering voor niet-behandelbare, extreem gevaarlijke seksuele en geweldmisdadigers”], bij het initiatief rond de niet-verjaring [2008, "Voor de niet-verjaarbaarheid van pornografische strafbare feiten in verband met kinderen"], en nu bij het minaretteninitiatief. Des te meer is het betreurenswaardig dat er voorafgaand aan het minaretteninitiatief geen breed debat heeft plaatsgehad. Want de discussie over een beslissing, is van doorslaggevend belang voor de waarde ervan. Misschien is dit wel het eerste volksinitiatief waar naderhand meer over werd gediscussieerd dan ervoor.