31 december 2021

Een goede atheïsme-test

Atheïsten die met onderstaande bewering van de Franse rechtshistoricus Jean-Louis Harouel niet akkoord gaan, zijn volgens mij nog niet helemaal in het reine met hun atheïsme. Ergens knaagt een christelijke worm nog aan hun gemoed.

Harouel kun je ervan verdenken, zoals ik doe, dat hij katholiek is. Maar het gaat om zijn boodschap, niet om de boodschapper, en hij beweert dat de Europese beschaving haar wetenschappelijke en culturele superioriteit grotendeels te danken heeft aan haar christelijke wortels.

Het zal intussen niemand verwonderen dat een monsterlijk verwaande, anti-Europese instelling als EU, die zich vaak de naam ‘Europa’ toemeet ––al wil de bevolking, als men het haar vraagt, niet van die instelling weten–– mordicus niet heeft willen wil erkennen dat het échte Europa inderdaad christelijke wortels heeft. Die EU-figuurtjes vinden zichzelf breeddenkend, maar ze ontkennen de geschiedenis – voor zover ze die zouden kennen.

Hier wat Harouel te vertellen heeft:

Wij Europeanen zijn allemaal – atheïsten, agnostici, antiklerikalen en antichristenen inbegrepen – het historische product van bijna twee millennia christendom. Europa is maar kunnen worden wat het is geworden dankzij de meer dan duizendjarige weerstand tegen de mohammedaanse veroveringspogingen. Juist omdat Europa christelijk is gebleven kon het een intellectuele en technische beschaving opbouwen die inzicht in de realiteit, en ingrepen daarop meebracht, wat voor een omwenteling in het menselijk bestaan heeft gezorgd.

Nous autres, Européens, nous sommes tous – athées, agnostiques, anticléricaux et anti-chrétiens compris – le produit historique de près de deux millénaires de chrétienté. L’Europe n’a pu être ce qu’elle a été que grâce à plus d’un millénaire de résistance à l’entreprise de conquête musulmane. C’est parce que l’Europe est demeurée chrétienne qu’elle a pu édifier une civilisation intellectuelle et technique apportant une connaissance du réel et une action sur lui qui ont révolutionné la condition humaine.

Les droits de l’homme contre le peuple
Éditions Desclée de Brouwer, Paris, 2021 (2016), p.132

17 december 2021

Wat is bij een mooi feest onmisbaar ?


Een klacht die je vaak hoort, is dat er te weinig vrouwen zetelen in raden van bestuur, in directiecomités enzovoort. Die klacht is niet nieuw. Halfweg de negentiende eeuw al vond bijvoorbeeld Victor Hugo dat er op wel meer plekken te weinig vrouwen waren: pas assez de femmes. Die verzuchting komt in zijn dagboeken vaak terug.


De zesde juli van 1847 bijvoorbeeld was er een groot feest in het Parc des Minimes in het bos van Vincennes. M. de Montpensier had er meer dan vierduizend gasten uitgenodigd, prinsen, prinsessen en ander hoog volk. Er werd gedanst onder een reusachtige tent en er waren verfrissingen en hapjes in overvloed: Il y avait profusion de rafraîchissements, et des buffets partout. Il n’y avait pas assez de femmes.
Over de Spaanse koningin had hij het volgende te melden: la «REYNA GOBERNADORA» a des restes de beauté, mais elle est trop grasse et a les cheveux tout gris.
Hugo verliet het feest nog voor het ten einde liep.

De winter daarvoor had eerste minister Guizot een soirée gegeven. Victor Hugo praatte er met heel wat mensen, maar het genoemde probleem had zich ook daar voorgedaan: Entre autres personnes auxquelles j’ai parlé à cette soirée il y avait le marquis d’Escayrac de Lautour qui m’a présenté son fils, jeune homme de vingt ans lequel arrive de Madagascar, MM. Edmond Blanc et Liadières qui m’ont parlé de la commission du Théâtre-Français dont nous sommes, le général Cavaignac, le maréchal Molitor, M. et Mme Ancelot, M. et Mme de Lagrenée, le prince de Craon, dont le fils sert dans la marine, le duc de Praslin, le duc Decazes, M. et Mme Duchâtel, M. et Mme Cuvillier-Fleury, la duchesse Decazes, M. Victor Leclerc en ce moment candidat à l’Académie, Granier de Cassagnac, Brindeau du Messager, M. Edmond Leclerc, l’ambassadeur d’Espagne Martinez de la Rosa, Napoléon Duchâtel qui va être ambassadeur en Espagne, M. et Mme Lebrun, Alphonse Royer avec le Nicham au cou, M. Poirson, proviseur du collège Charlemagne, etc. Peu de jolies femmes, beaucoup d’hommes fort laids.

Ook bij een voorstelling in de Opera, aangeboden door het Hof, was het niet beter: Au spectacle de la cour, qui eut lieu le 5 février 1847, on donnait l’Élixir d’amour de Donizetti. C’étaient les chanteurs italiens, la Persiani, Mario, Tagliafico. Ronconi jouait (jouait est le mot, car il jouait très bien) le rôle de Dulcamara, habituellement représenté par Lablache.
Il y avait peu de jolies femmes. Mme Cuvillier-Fleury était la plus jolie, Mme V. H. la plus belle. Les hommes étaient en uniforme ou en habit habillé.


Nog een herkenbaar probleem waar Hugo op wijst, en waar de feministische theorie een term voor heeft bedacht, is dat van de male gaze: M. le duc de Montpensier salue gracieusement et gaiement tous les passants ; M. le duc d’Aumale, le moins qu’il peut ; on dit à Neuilly qu’il a peur de déranger sa coiffure ; il soulève seulement le bord de son chapeau ; M. le duc de Nemours n’y met ni autant d’empressement que M. de Montpensier, ni autant de répugnance que M. d’Aumale. Du reste, les femmes disent qu’en les saluant il les regarde «d’une manière gênante».

En Victor Hugo zag nog meer problemen. Die geweldige luxe, van bijvoorbeeld het feest in het Parc des Minimes, zette kwaad bloed bij het gewone volk. Onderweg naar het park klonk gejouw. Er werden koetsen bespuwd en met modder besmeurd: 

'Het was alsof een wolk van haat die schittering van een moment omgaf. [...] Als men ten aanzien van het volk met grote luxe uitpakt, in dagen van voedseltekorten en miserie, dan slaan de gedachten, die kinderlijke gedachten zijn, ineens een groot aantal stappen over. […] Nee, wat ook zij willen is niet werk of een salaris, maar vrije tijd, rijtuigen, paarden, lakeien, hertoginnen. Brood is niet wat ze willen, maar luxe.'

En hij besluit dezelfde notitie van 6 juli 1847 – het jaar voor de revolutie dus – met een daverende, omineuze zin:
Ceci est plein de périls. Quand la foule regarde les riches avec ces yeux-là, ce ne sont pas des pensées qu’il y a dans tous les cerveaux, ce sont des événements.
 
Œuvres Complètes
Histoire
Éditions Robert Laffont, Bouquins, 1987

13 december 2021

Zemmour reageerde wat wrevelig


De achtste oktober van 2018 kwam Éric Zemmour in Brussel zijn nieuwe boek Le destin français voorstellen voor de Cercle Pol Vandromme. Dat was in een hotel aan de Louisalaan, en je van hotel vergissen was uitgesloten want er stonden aan de ingang niet zoals gewoonlijk livreibedienden die gedienstig je valiezen op een karretje zetten, maar echte agenten met echte wapens, en de karretjes die je zag waren flikkenkarretjes.

Ook kwam je het hotel niet in zonder identiteitscontrole, want het ging met inschrijvingen en je kreeg dan rond de middag een mail waarin stond waar het ’s avonds zou doorgaan.

De zaal zat vol, een man of honderdvijftig, maar er waren geen journalisten. Misschien een enkele Franstalige, maar zeker geen Nederlandstaligen. De naam Zemmour deed bij hen nog geen belletje rinkelen.

Nochtans was het een goede gelegenheid om de man zijn politieke filosofie te horen uiteenzetten, maar u kan dat hier alsnog doen, zonder identiteitscontrole.

Daarna was er ook een signeersessie. Ik schoof mee aan, maar had Le destin français niet gekocht. Ik krijg mijn boeken soms niet gelezen, verdrink erin en voel mij dan schuldig.

Jaren daarvoor, in 2011, had ik van hem wel Z comme Zemmour gelezen, een schitterende verzameling van zijn radiokronieken, met daarin vaak observaties die bij de Fransen niet goed vallen. Bijvoorbeeld op p. 288: Seuls les Pays-Bas, l’Autriche et la Flandre ont un mode de développement cohérent avec celui de l’Allemagne.

Ik schoof dat boek dus voor zijn neus, en dat beviel hem niet erg. Vous n’avez pas acheté le livre? -- Non, pas pour le moment mais je vous lis attentivement depuis des années, et ce livre en est la preuve.

Die uitleg beviel hem maar half, maar hij signeerde toch mijn oude exemplaar.



26 november 2021

Leve het slechte weer!


Op Facebook was het meen ik, maar het kan ook op Twitter zijn geweest dat iemand een uitspraak van Goethe dom vond:

Alles in der Welt läßt sich ertragen,
Nur nicht eine Reihe von schönen Tagen.

Het sombere geluchte van de laatste dagen moet die man teveel zijn geworden. Nochtans staat Goethe niet alleen met zijn mening. Luther had hetzelfde al gezegd, zij het minder poëtisch: Gute Tagen können wir nicht vertragen.

En na Luther, maar nog voor Goethe, schreef in 1799 de arts Carl Arnold Kortum in zijn Jobsiade:

- wenn einer soll können tragen
Eine Last von lauter guten Tagen,
So muß er mit sehr starkem Gebein
Von der Natur versehen sein.

Natuurlijk, dat zijn Duitsers. Wellicht denken de montere Fransen er anders over?

Victor Hugo doet in zijn dagboek, Choses vues, op 11 november
1847 een prachtig verhaal over een graaf die gek was geworden en zichzelf en zijn kinderen van kant wilde maken. Men nam hem, 
vóór het kwaad was geschied zijn scheermes af en sloot hem op in een asiel. En Hugo gaat verder:

Dezelfde dag liep in Parijs het bericht binnen dat onze collega graaf Bresson zich in Napels, waar hij pas was benoemd als ambassadeur, de keel had overgesneden. Dit slaat ons allen met droefenis en verbijstering.

Vanuit gewoon menselijk oogpunt beschouwd had graaf Bresson álles: hij was een Franse pair,* ambassadeur, grootkruisdrager. Zijn zoon gaf men in Spanje laatst nog de hertogstitel. Als ambassadeur genoot hij tweehonderdduizend frank salaris. Hij was een ernstige man, goed, zachtaardig, de redelijkheid in alles, groot van gestalte, met brede schouders, en op zijn vijfenvijftigste zag hij er veertig uit; hij bezat fortuin, aanzien, waardigheid, intelligentie, gezondheid, kende voorspoed in leven en zaken. Hij maakt zich van kant.

Ook Nourrit** ging naar Napels en maakte zich van kant.
Ligt het aan het klimaat? is het die prachtige hemel?
Spleen ontstaat evengoed onder een blauwe hemel als onder een grauwe. Nog eerder misschien.

Aangezien het leven van de mens, ook de meest welvarende, au fond altijd eerder triest is dan vrolijk, is een sombere hemel met ons in harmonie. Een schitterende en vrolijke hemel maakt een ironische indruk. De droeve natuur lijkt op ons, en troost ons; de vrolijke, heldere, magnifieke, stralende, verblindende natuur die jong blijft terwijl wij oud worden, glimlacht terwijl wij zuchten; trots, ongenaakbaar, eeuwig, voldaan in haar kalme tevredenheid, heeft zij iets terneerdrukkends.

Aanhoudend de genadeloze, onverschillige, sublieme hemel gadeslaan en je neemt een scheermes en maakt er een eind aan.
________________
  * Eertijds een hoge vazal van de Franse koning, die voor de wet als diens gelijke gold; in de periode 1818-1848 een hoge edelman, lid van de wetgevende vergadering.
** Adolphe Nourrit, eerste tenor aan de opera van Parijs, had zich, toen Gilbert-Louis Dupré er de publiekslieveling werd, in Napels
teruggetrokken. Het publiek daar floot hem op een avond uit (vecchio canto!) en hij gooide zich van zestig voet hoog uit een venster.

22 november 2021

Weldenkenden mogen haten


Jean-Christophe Lagarde, ex-burgemeester van Drancy, waar Éric Zemmour opgroeide, heeft zich even laten gaan bij Franceinfo, en verklaarde gisteren aan diens adres: «Se foutre du monde au point de dire ‘je suis un RPR’  mais M. Zemmour: si M. Pasqua était là, il te filerait une balle dans la tête»: als Pasqua hier was joeg hij een kogel door je kop.


Lagarde verstopte zich achter Charles Pasqua (1927-2015) en dichtte die man moordlust toe. Niet hijzelf immers zou de kogel afvuren. Een nuttige toelichting zijnentwege want in maart werd hij nog opgepakt, garde à vue, voor niet aangegeven wapenbezit.

Later op de dag schrok Lagarde van de opschudding na zijn woorden, en berichtte hij op Twitter:


Op te merken valt dat de media zijn bewoordingen meteen daarna, en voor zover mogelijk wat oppoetsten, afzwakten en dus vervalsten.


Zemmour heeft de verontschuldiging afgewezen als 'nep', excuses de pacotille, maar zal geen klacht indienen: normaliter moet die er ambtshalve komen voor haatspraak.

18 november 2021

Viriliteit met een toevoeging

De Morgen heeft een rubriek ‘Achtergrond’, en daarin schrijft Rob Vreeken over Erdoğan die zijn ‘mannelijke viriliteit wil bewijzen’ – nu eens door op een paard te springen, dan weer met een partijtje basketbal.

De 25ste maart van 1765 schreef Voltaire een brief aan d’Alembert, met daarin een stilistische opmerking: ‘... l’adjectif affaiblit souvent le substantif, quoiqu’il s’y rapporte en cas, en nombre et en genre.’

Akkoord, dat is lang geleden, en misschien heeft Vreeken hier juist gelijk met zijn precisering: vandaag weten we immers dat viriliteit niet alleen toxisch kan zijn, maar blijkbaar ook feminien.


17 november 2021

Toch even relativeren

Het succes van Éric Zemmour is minstens deels toe te schrijven aan de pers, hoor je vaak. Vanzelfsprekend niet alles, want tenslotte heeft de man de toon van de campagne gezet, thema’s naar voren gebracht waar iedereen liever over zweeg – politici zeker en hun journalisten evengoed.

Maar veel journalisten, al zijn ze Zemmour vijandig gezind, schrijven inderdaad graag over hem omdat ze geen zin hebben in een tweede uitgave van het duel Le Pen – Macron. Stel u in hun plaats: wat moeten ze dáár bij verzinnen dat ze niet al zeven keer hebben verteld?

Het zijn ook mensen tenslotte, en dus likkebaarden ze bij een deuxième tour met Zemmour en Macron. Dat is tenminste spannend, al kent iedereen de uitslag en wint Macron – niet het debat wellicht maar wel de tweede stemronde.

Régis de Castelnau, destijds advocaat én lid van de Franse communistische partij denkt dat de commentatoren een paar zaken uit het oog verliezen. Marine Le Pen heeft 50% van de arbeiders achter zich, meer dan de PCF ooit kon vergaren. 11 miljoen stemmen, zoals zij in 2017, heeft de PCF nooit gehaald. C’est quelque chose.
En die kiezers zijn ongevoelig voor mediacampagnes en -berichten zegt Castelnau. Komt daarbij dat de helft van de Fransen zich nog niet interesseert voor de presidentsverkiezingen, en de sondages bijgevolg een vertekend beeld geven.
Alleen de kiezers die nu al zéker weten naar wie hun stem gaat worden meegeteld… Maar alleen ‘wij’ zegt Castelnau, en hij bedoelt de mediamensen en het publiek dat graag naar politieke programma’s kijkt, laten voorlopig onze stem horen.


-----------------
P.S.   Als Castelnau aan het woord is, krijg je vaak mooie zinnetjes te horen als: 'Comme disait Guizot: Faut faire payer les pauvres, c’est les plus nombreux.'

16 november 2021

Over het weer en over identiteit


In onze media verneem je veel over het klimaat, en soms wordt dat verward met het weer. Ook lees je wel eens over identiteit, en soms beweert men dat identiteit alleen maar een constructie is. Bij Victor Hugo lees je daar ook over, en ook over het Belgische koningshuis, waar onze kranten zo graag positief over berichten. In zijn dagboek komen die dingen allemaal samen op één pagina. Wat hij te vertellen heeft over Leopold I heb ik niet overgetypt of vertaald, maar wie op het prentje klikt kan het wel lezen, want dat wordt dan groter. 
Zijn dagboek gaf Hugo een prachtige ondertitel: Over wat ik elke dag leer.



Choses vues
Journal
de ce que j’apprends
chaque jour
(juillet 1846 - février 1848)

Augustus 1846

3. Op straat zag ik een bultenaar voorbijkomen. Er was een klein meisje dat hem stomverbaasd bekeek en aan haar moeder zei: – Mama, kijk die man eens! – Wel, kind, bekijk hem niet. Dat doet hem pijn. Het is een bultenaar. – Mama, zijn de bultenaars Fransen?

4. In katholieke landen wijdt men op haar feestdag de eerste druiventros 
aan de Maagd. Normaal is die tros gerijpt in een verwarmde kas, want met Maria-Hemelvaart is het seizoen nog niet genoeg opgeschoten. Dit jaar was de hitte zodanig dat de druiven overal rijp zullen zijn de 15de augustus.

5. In de zomer van 93 bereikte de thermometer in Parijs veertig graden.


Août 1846

3. Je voyais passer un bossu dans la rue. Une petite fille était là qui l’a regardé d’un air stupéfait et a dit à sa mère: – maman, vois donc cet homme! – Eh bien, mon enfant, ne le regarde pas. Cela le fâche. C’est un bossu. – Maman, est-ce que les bossus sont français?

4. Dans les pays catholiques on consacre à la Vierge le jour de sa fête la première grappe de raisin. D’ordinaire cette grappe est mûrie en serre-chaude, la saison étant trop peu avancée à l’assomption. Cette année, les chaleurs ont été telles que le raisin sera partout mûr le 15 août.

5. Dans l’été de 93, le thermomètre atteignit à Paris quarante degrés.
Œuvres complètes
Histoire
Choses vues
Robert Laffont 1987, Bouquins, p. 600

13 november 2021

Ter herdenking van de islamaanslag in de Bataclan

Éric Zemmour gaf daarnet een snijdend antwoord aan François Hollande die eerder op de dag een nietszeggende verklaring aflegde:


Wat ik net verwijt aan François Hollande, en wat ik al jaren verwijt aan alle publieke gezagsdragers is dat ze niet willen beseffen dat er op onze eigen bodem een beschavingsoorlog tegen ons wordt gevoerd. President van de Republiek zijn, dat is niet alleen maar witte marsen organiseren, dat is niet enkel – zoals mijnheer Hollande zegt – ‘geen verdeeldheid willen zaaien onder de Fransen’. Het is de Fransen beschermen als men hen de oorlog aandoet. Het is niet enkel kaarsen aansteken en grote manifestaties organiseren met alle staatshoofden van de wereld. Het is de Fransen verdedigen tegen de oorlog die tegen ons wordt gevoerd.


12 november 2021

Victor Hugo als twitteraar

Soms vraag ik me af of het wel nuttig is om kranten te kopen, of om Twitter te volgen, terwijl je net zo goed en met meer plezier een oud dagboek kunt lezen. Het nieuws vandaag gaat voor de helft van de tijd over de wisselende maatregelen die onze regeringen nemen ter bestrijding van de covidepidemie. Dat virus is voor hen een soort godsgeschenk waarmee zij zich voorlopig overeind weten te houden. Gedaan met de politiek, we hebben het goed met jullie voor en laat ons nu maar betijen, zeggen de ministers.

Was dat in 1849 anders? Toen was er cholera, en de avondlijke patrouilles controleerden de straten, de cafés en de clubs waar verdachte figuren bijeenkwamen. Maar helaas was er ook veel politieke onrust, en men was bang voor het volk:


1849 – 22 januari
Ik blijf poolshoogte nemen van de situatie. […]
‘s Avonds ziet men stevige patrouilles. Gisteren zei maarschalk Bugeaud* me : – Nog binnen de twee maanden krijgen we oproer. – De maarschalk zal een boekje uitgeven met als titel: De straten in oorlog. Hij zei met een glimlach: – Het zijn praktische raadgevingen in het genre van de instructies tegen de cholera.
De regering is armzalig, onbeduidend
, gediscrediteerd, onzeker, onmachtig, waardeloos. Doodongerust vraagt men zich af: Wat staat er te gebeuren? Als er uit de regering niets voortkomt, dan komt er uit het land iets voort.
Kortom, van een waar bestuur, een bestuur dat echt op poten staat, niets daarvan. Dit alles geeft de indruk van een langgerekte voorlopigheid.
1849 – 25 januari
– Gisteren nam Marrast** me terzijde en zei me: “Stuur niet aan op de ontbinding van de Assemblée. Het einde van onze werkzaamheden bespoedigen is het electorale slagveld openstellen.”


1849 – 22 janvier
Je continue de tâter le pouls à la situation. […]
On remarque le soir de fortes patrouilles. Hier le maréchal Bugeaud me disait : — Il y aura une émeute avant deux mois. — Le maréchal va publier un petit livre sous ce titre : La guerre des rues. Il disait en souriant : — Ce sont des conseils pratiques dans le genre des instructions contre le choléra.
Le cabinet est pauvre, chétif, déconsidéré, ébranlé, impuissant, nul. On se demande avec anxiété : Que va-t-il arriver ? Quand rien ne sort du pouvoir, quelque chose sort du pays.
En somme, de gouvernement vrai, de gouvernement réellement constitué, point. Tout ceci fait l'effet d'un provisoire long.
1849 – 25 janvier
– Hier Marrast m’a pris à part et m’a dit : « Ne poussez pas à la dissolution de l’Assemblée. Avancer le terme de nos travaux, c’est ouvrir le champ de guerre électoral. »

Victor Hugo
Œuvres complètes
Histoire
Choses vues
Robert Laffont 1987, Bouquins, p. 1179
––––––––––––
 * Gouverneur général de l'Algérie.
**Président de l’Assemblée.


5 november 2021

De Raad van Europa discrediteert zich

Wat er allemaal wordt bekokstoofd in internationale instellingen blijft meestal goed verborgen, maar soms komt er toch iets boven water. Zo kwam de Raad van Europa onlangs met een werkelijk schandalige campagne voor de pinnen, die ze in allerijl moesten terugtrekken. Ze wilden in naam van de vrijheid …de islamitische hoofddoek propageren in Europa. Je zult er maar opkomen.

Dat deed me denken aan een oudere campagne, van een andere internationale instelling – de VN in dit geval – en ook die campagne werd in allerijl stopgezet. Daar was in 2006 ene Louise Arbour, United Nations High Commissioner for Human Rights, op het idee gekomen om Denemarken als een racistische staat voor te stellen (toen al! ze liep voor op haar tijd). Louise moest zich meteen uitputten in compleet hypocriete, ridicule verontschuldigingen en leugens. De goede pers besteedde gelukkig zo goed als geen, of zelfs helemaal geen aandacht aan het voorval, maar wie zelf enige moeite nam kon wel vinden wat er aan de hand was.

Leve de sociale media zou ik zeggen, want zonder deze zouden de goede media wát graag ook de schandalige campagne van de Raad van Europa hebben kunnen doodzwijgen.

Mathieu Bock-Côté: Vaak, heel vaak krijgen republikeins links en ook het meer conservatieve rechts het verwijt dat ze de aanwezigheid van de hoofddoek in onze samenleving zorgelijk vinden, en sterker: dat het voor hen een obsessie is. Maar laten we de zaak eens omdraaien: wie maakt in dit geval een obsessie van de islamitische sluier? Zijn het niet precies diegenen die besloten hem aan te wenden als promotioneel instrument, als een onderdeel van wat in bepaalde opzichten een propagandacampagne is, midden in de publieke ruimte, om een boodschap uit te dragen over wat de Europese identiteit zou moéten zijn – volgens de Raad van Europa? Aangezien de hoofddoek symbool staat voor de vooruitgang van het islamisme binnen de islam, en vervolgens in onze samenlevingen, is het legitiem om zich zorgen te maken over dit instrument, dit symbool dat ertoe dient om zijn stempel te drukken op het sociale leven, dat ertoe dient de lichamen te markeren om ze aan te wijzen als behorend tot een gemeenschap, om iedereen te transformeren tot vaandel van een religie. Er zijn dus legitieme redenen om zich zorgen te maken.
Maar, hier betreft het geen islamisten, hier is het de Raad van Europa. Hoe komt het dat de Raad van Europa – en hij niet alleen: meer en meer privéondernemingen vandaag, meer en meer publieke instellingen maken zaak van de hoofddoek en gebruiken hem in functie van een bepaalde opvatting over burgerschap, een bepaalde opvatting over identiteit.
Wat betekent de hoofddoek voor de Raad van Europa? Die vraag moet men zich stellen. Is het gewoon een daad van onderwerping aan het islamisme? Misschien, maar het is minstens niet enkel dat.

Christine Kelly: Ik zou je willen vragen over wat het dan concreet wél gaat, maar ik zou toch willen opmerken dat de Raad van Europa een intergouvernementele organisatie is die vandaag 47 lidstaten groepeert, waaronder Turkije zeg ik er even bij, en de 27 staten van de EU.

MBC: Inderdaad.

Kelly: Nee, maar het is waar dat de RvE niet de EU is, en dat die Raad de rechten van de mens, de rechtsstaat en de democratie voorstaat. Dat wilde ik nog erbij zeggen. Dus waarover gaat het precies in deze campagne?

MBC: Rechtsstaat, rechten van de mens, democratie, daar teken ikzelf ook voor en iedereen hier denk ik, maar dat is niet de vraag. Klaarblijkelijk hanteren wij niet dezelfde definitie als de Raad van Europa. Dus waarom precies de islamitische hoofddoek naar voren schuiven, want wij weten dat hij malaise teweegbrengt in de ontvangende samenleving, we weten dat hij een gevoel van ongemak teweegbrengt in Europa en in het westen. Waarom hem dan promoten? Wel, uitgerekend de promotoren van wat ik de diversiteitsideologie noem verzorgen de promotie ervan, juist omdát hij een gevoel van onbehagen opwekt, verzorgen de promotie ervan omdat hij een gevoel van ergernis opwekt.
Hun idee is als volgt: fundamenteel is de Europese samenleving er een die gesloten is voor verandering, allergisch voor verschillen, grondig discriminerend. Wat dan te doen? We moeten ze provoceren, moeten haar dat symbool opdringen, om ze het symbool van het anders-zijn zoals wij ons dat voorstellen op te dringen, dat symbool van de diversiteit opleggen om haar tot aanvaarding ervan te dwingen, en ze van haar vooroordelen en stereotypen af te brengen.
Men moet dus zien wat er allemaal achter dit maneuver zit. De hoofddoek is een promotie-instrument voor de culturele openheid, gericht tegen een samenleving die cultureel gesloten zou zijn omdat ze onbehagen voelt bij die hoofddoek. Zo bekeken zit daar iets Orwelliaans in: de malaise bij de hoofddoek betekent een weigering van de vrijheid, en de hoofddoek is de vrijheid. Dat is overigens een van de slogans die onze vrienden van de Raad van Europa gebruiken.

Kelly: Absoluut.

MBC: Ik citeer, het is poëtisch, Orwell is het: de vrijheid zit in de hidjab. Je moet er maar opkomen. Maar je ziet waarom: wat de Raad van Europa ons zegt is dat de hidjab tenslotte niet meer is dan de bevestiging van de individuele authenticiteit. Ik wil de hidjab dragen, ik draag hem, ik wil een string dragen, ik draag een string, ik wil ik weet niet wat dragen…

Kelly: Maar het ene is al zichtbaarder dan het andere…

MBC: Ja, daar kun je niet omheen, maar voor de rest zou het een kledingstuk als een ander zijn. Het argument valt wat mager uit, want het is duidelijk dat als je zegt ‘Trek asjeblief je jas toch uit’ is dat geen probleem, maar als je zegt ‘Neem je hoofddoek af’ dan weten we dat het enige kopzorgen kan opleveren. Men probeert de hoofddoek voor te stellen als een kledingstuk zoals er meer zijn, hem te depolitiseren, hem te ontdoen van culturele noties, hem compleet te 'de-islamiseren'. Dat valt zo te zien onder intellectuele fraude. Maar ik zeg het nog eens: men wil hem presenteren als een uiting van individualisme, en wel hierom: omdat de vrouw met haar hoofddoek haar authenticiteit zou uitdrukken, omdat zij uitdrukking zou geven aan haar wil om zichzelf te zijn.

22 oktober 2021

Moet er niet worden opgetreden tegen Klara?


Vanochtend hoorde ik op Klara dat men Brassens’ honderdste geboortedag herdacht. Zeer mooi, maar moest dat per se met ‘Les Trompettes de la renommée’… waarin de zanger zich als cis-man uit, en de spot drijft met ‘les tapettes’ (een woord dat wij op school gebruikten, en waarbij ook een veelbetekenend gebaar hoorde)?

Hopelijk mogen we hier het voordeel van de twijfel gunnen aan de programmamakers, misschien hadden zij de tekst niet aandachtig ontleed, maar als dat moedwillig gebeurd is moet deze zaak uitgespit worden door het een of ander discriminatiebureau.
Sonneraient-elles plus fort, ces divines trompettes
Si, comme tout un chacun, j'étais un peu tapette
Si je me déhanchais comme une demoiselle
Et prenais tout à coup des allures de gazelle?
Mais je ne sache pas qu'ça profite à ces drôles
De jouer le jeu d'l'amour en inversant les rôles
Qu'ça confère à ma gloire une once de plus-value
Le crime pédérastique, aujourd'hui, ne paie plus.

20 oktober 2021

Kinderboeken zijn de belangrijkste


Een intrigerende boektitel kan veel doen, en zo kocht ik een paar maanden terug On lit mieux dans une langue qu’on sait mal van de Franse mediëvist en académicien Michel Zink. Van die man had ik nog nooit gehoord. Maar van het een komt het ander – een lezer bepaalt niet zelf wat hij zal lezen, dat doen de boeken voor hem – en nu las ik ook zijn Seuls les enfants savent lire, en D'autres langues que la mienne ligt alweer te wachten.

In het eerste boek bespreekt hij een groot aantal werken van Franse, Duitse, Engelse, Italiaanse, Russische auteurs, wel tweehonderd meen ik, maar het zijn geen recensies: hij zegt alleen waarom hij ze interessant of niet interessant vond. Op de Russische na heeft hij die werken in de oorspronkelijke talen gelezen, dus de titel van zijn boek moet je niet te letterlijk nemen.

In Seuls les enfants savent lire gaat het over wat hij zich nog herinnert van de boeken uit zijn kindertijd. Hij schreef dat werkje tien jaar geleden, en het werd nu heruitgegeven. Zink heeft daarbij zorgvuldig nagelaten die boeken opnieuw ter hand te nemen – een groot aantal ervan bezat hij niet eens meer: hij beschrijft louter zijn herinneringen. Dat is zijn eigenlijke onderwerp ook. In de inleiding zegt hij:

De liefde voor boeken is een kinderliefde. Niet alleen zijn de indrukken van een kind levendiger, maar het begrijpt ook met een instinctieve scherpzinnigheid die het kwijtraakt bij het volwassen worden. Zelfs wat het niet begrijpt, begrijpt het beter dan wanneer het dit begrijpen zal. Alleen kinderen kunnen lezen.

L’amour des livres est un amour d’enfance. Non seulement l’enfant a des impressions plus vives, mais il comprend avec une pénétration instinctive qu’il perd en devenant adulte. Même ce qu’il ne comprend pas, il le comprend mieux que quand il le comprendra. Seuls les enfants savent lire.

Jeugdlectuur is de meest ingrijpende in het leven van een lezer zegt hij verder, en hij hanteert daarbij helemaal geen 'geleerde' stijl. Integendeel, hieronder bijvoorbeeld geeft hij ongezouten zijn mening:

Niets in heel de wereldliteratuur is met de kindertijd nauwer verbonden dan de sprookjes, en er is niets dat met meer aandrang een geleerde interpretatie vergt. Om erover te spreken moet je mytholoog, antropoloog, psychanalist zijn. Men moet een beroep doen op
 Dumézil, Lévi-Strauss of Soriano. Die vereiste is legitiem. Dat erken ik zonder terughoudendheid of ironie. Als enige uitzondering valt buiten mijn bewondering het werk van de befaamde Bruno Bettelheim over de psychoanalyse van sprookjes. Dat is een van de meest stupide boeken die mij ooit onder ogen kwamen. [...]

En in het zevende studiejaar heb ik voor de eerste keer, zonder dat ik ertoe verplicht was, zonder enige schoolse dwang een gedicht van buiten geleerd dat ik, ik weet niet hoe, gelezen had en dat mij buitengewoon was bevallen: het was De Hoorn van Vigny. Me dunkt dat, al met al, mijn echte contact met de poëzie er eerder kwam toen ik Duits begon te studeren, dankzij de kleine gedichtjes van Goethe, Heine en Eichendorff die we toen te leren kregen, en meer nog, voor zover ik mij kan herinneren, dankzij de oude Franse liederen, waarvan ik er veel kende en nog ken, en die mij altijd hebben geraakt in een mate die ik nauwelijks durf toe te geven, zo overdreven lijkt het, vergeleken met het effect dat zij hebben op de mensen in mijn kennissenkring.

De toute la littérature universelle, rien qui soit plus lié à l’enfance que les contes, et rien dont on soit plus impérieusement sommé de donner une interprétation savante. Il faut, pour en parler être mythologue, anthropologue, psychanalyste. Il faut se réclamer de Dumézil, de Lévi-Strauss ou de Soriano. Exigence légitime. Je le reconnais sans réticence et sans ironie. J’excepte seulement de mon admiration l’ouvrage du fameux Bruno Bettelheim sur la Psychanalyse des contes de fées, qui est un des livres les plus stupides qu’il m’ait jamais été donné de lire. [...]

Et en septième, pour la première fois, j’ai appris par cœur sans y être contraint, hors de toute obligation scolaire, un poème que j’avais lu je ne sais comment et qui m’avait extraordinairement plu : c’était Le Cor de Vigny. À tout prendre, il me semble que mon véritable contact avec la poésie s’est fait plutôt, dès que j’ai commencé à étudier l’allemand, grâce aux petits poèmes de Goethe, de Heine, de Eichendorff, qu’on nous faisait alors apprendre, et plus encore, aussi loin que remontent mes souvenirs, grâce aux vieilles chansons françaises, dont je savais, dont je sais encore un grand nombre, et qui m’ont toujours touché à un point que j’ose à peine avouer tant il paraît excessif, comparé à l’effet qu’elles produisent sur les personnes de ma connaissance.

Seuls les enfants savent lire
Paris, ÉditionsTallandier, 2009
Les belles Lettres, 2019

On lit mieux dans une langue qu'on sait mal
Paris, Les belles Lettres, 2021

D'autres langues que la mienne
Paris, Odile Jacob, 2014


30 september 2021

Een symptoom, akkoord, maar van wát?

Enkele dagen geleden was Nicolas Sarkozy te gast in Punchline, het programma van Laurence Ferrari (mevrouw Renaud Capuçon voor de vioolliefhebbers). Dat gesprek liep tegelijk op CNews en op Europe1. Sarkozy stelde er dat Zemmour niet de oorzaak was van de politieke leegte maar het symptoom ervan. De politiek liet tegenwoordig de belangrijke onderwerpen links liggen, anders dan hijzelf in zijn tijd. ‘Je parlais du Kärcher,’ zei hij.

Correct, maar dat deed hij voor hij verkozen was. Zemmour zei daarover: Il promet le Kärcher et on a eu Kouchner.

Ook vond Sarkozy het belangrijk dat politici de hoge cultuur uitdragen, en zelf belezen mensen zijn. Uit zijn mond komende deed die uitspraak nogal wat wenkbrauwen fronsen. Zelfkennis is blijkbaar niet zijn sterkste kant. Nu is de man veroordeeld tot een jaar huisarrest (terwijl hem nog een jaar echte gevangenis wacht in een andere zaak, beroep hangende): zo zal hij veel tijd hebben om boeken te lezen.

Zemmour schrijft in zijn jongste boek (p.304) nog iets grappigs: ‘Longtemps j’ai pensé que Macron était un Sarkozy en moins vulgaire ; pour la première fois, je comprends qu’il n’est qu’un Hollande en mieux vêtu.’

Christine Kelly vond dat ook grappig. Ze citeerde het en Dimitri Pavlenko, een van haar gasten ging daarop in. Ik vertaal sterk parafraserend:

Ik ben getroffen door de inspanningen die Sarkozy levert om voor een geletterde, gecultiveerde man door te gaan. Want inderdaad, van dat etiket van vulgariteit heeft hij zich nooit kunnen ontdoen. Sarkozy probeert zijn presidentieel imago wat bij te stellen, om zo de vergelijking met Chirac, Mitterrand &c. te kunnen doorstaan. Maar Zemmour herinnert zich nog Sarkozy met dat ministerie voor immigratie en nationale identiteit, wat hem destijds werd verweten. Als Zemmour ergens het symptoom van is, dan wel van de verdringing, de ontkenning van het probleem van de immigratie. En nu zien we Michel Barnier [EU-onderhandelaar tijdens de Brexitperiode] een referendum voorstellen over dat onderwerp! Kunt u zich een tenor van rechts inbeelden die dat tien jaar geleden zou hebben gezegd? Dat is wat het Front National veertig jaar geleden al zei, en nu doet iedereen het, Valérie Pécresse et cetera et cetera. Als Zemmour ergens het symptoom van is, dan wel daarvan. Vanmorgen zei [senaatsvoorzitter] Gérard Larcher op Europe1: Éric Zemmour legt dossiers op tafel die wij bij gebrek aan moed ál te lang hebben veronachtzaamd. Hij vond dat een lesje in moed voor al diegenen die Frankrijk al veertig jaar besturen.



18 september 2021

Grappige boekvoorstelling


Of dit een eenvoudige boekvoorstelling was, gisteren in Toulon, of een verkiezingsmeeting moet u zelf uitmaken, maar dat Zemmour een stampvolle zaal trok en de lachers op zijn hand had is wel duidelijk. C’est mon intérêt de faire durer l’ambiguïté, zegt hij:

Het volstaat dat er het gerucht loopt, gewoon een gerucht, dat ik mij bij de verkiezing kandidaat zou stellen, om te zien dat alle kandidaten spreken zoals ik. (applaus) Ik merk dat jullie dit evenmin is ontgaan.
Het dient gezegd, je hoort ze wel aankomen op hun grote klompen! Soms heb ik zin aanhalingstekens te zetten bij wat ze vertellen. Wat ik dan wil zeggen is: ‘Nee, nee, dat ben ik! zet aanhalingstekens!’
Maar neen, En ze sparen me niets hé! De enen hebben het over een beschavingsoorlog, anderen over een burgeroorlog. Zelfs zijn er die mijn favoriete citaten overnemen. En dan zie ik dingen opbloeien als: ‘de demografie bepaalt de toekomst.’* Kijk, ik wil hen er nog meer bezorgen hoor, ik heb er nog andere als ze dat wensen.
Ik weet er zelfs een die jarenlang Europees commissaris is geweest, die campagne heeft gevoerd voor Europa, en die nu ontdekt dat het ‘Europees Hof voor de Rechten van de Mens’ een ondraaglijk blok aan het been is. (applaus)
En dan heb ik er een andere ontdekt die voor de vakantie nog zei: ‘Nee, nee, asjeblieft. Dat wil ik niet, ik wil niet met Éric Zemmour verward worden want die is echt te kwaadaardig. Hij is echt te radicaal en ik wens vooral niet met hem over één kam geschoren te worden.’
En die nu ...ik luister naar de toespraken, ik lees, ik wrijf me de ogen uit en dan krijg ik de indruk dat ik mezelf hoor. Dezelfde uitdrukkingen. Het lijkt wel of we niet meer om een sociale inzet spelen, maar dat de beschaving op het spel staat. U hebt dat ook gehoord hé? En ja, ergens meen ik dat ook gezegd te hebben.
Maar kom, zand erover. Erg is het niet en we zullen hen geen schadeloosstelling vragen, er stond geen copyright op. Je moet genereus zijn, dat weet ik wel.
_________
De uitspraak La démographie, c’est la destinée wordt vaak aan Auguste Comte toegeschreven, maar is pas twintigste-eeuws: demography is destiny.


Suffit qu’il y ait une rumeur, une simple rumeur sur ma candidature à l’élection, pour voir tous les candidats parler comme moi. Ça, alors (applaus) ...je vois que vous non plus ça ne vous a échappé.
Faut dire qu’ils ont des gros sabots hein ! Parfois j’ai envie de mettre des guillemets quand ils parlent. Je veux dire : ‘Non, non, ça c’est moi, mettez des guillemets !’
Et bien, non. Alors j’ai le droit à tout hein, les uns parlent de guerre de civilisation, les autres parlent de guerre civile. Il y en a même qui prennent mes citations favorites. Alors je vois fleurir ‘la démographie c’est le destin’. Alors j’ai envie de leur donner d’autres  hein, j’en ai d’autres s'ils veulent.
J’en ai même un qui a été commissaire européen pendant des années, qui a fait campagne pour l’Europe, et qui maintenant découvre qui la CEDH est un boulet insupportable. (applaus)
Alors j’en ai ...j’ai  découvert une autre qui avant les vacances disait : ‘Non, non je ne veux pas, non, non je vous en prie, je ne veux pas être confondue avec Éric Zemmour parce que vraiment il est trop méchant. Il est trop radical et je ne voudrais surtout pas être confondue avec lui.’
Et qui maintenant ...je ...j’écoute les discours, je lis, je me frotte les yeux, et alors là, j’ai l’impression de m’entendre. Les mêmes expressions. Paraît que nous sommes passés d’un enjeu de société à un enjeu de civilisation. Vous avez entendu ça hein ? Eh bien oui j’ai cru dire ça à un moment. 
Mais bon, allez on passe. C’est pas grave, on les fait pas payer, il n’y a pas de copyright. Je sais bien, il faut être généreux.

15 september 2021

Monotheïsme is een ontaarding

Een vervelende eigenschap van nogal wat mensen is dat zij over een boek dat ze net gelezen hebben, en waar ze enthousiast over zijn hun mond niet kunnen houden.

Nu heb ik net Éloge du polytheïsme van Maurizio Bettini uit. Verschenen in Bologna in 2014 bij Il Mulino, en vertaald door de Luikse prof Vinciane Pirenne-Delforge voor Les Belles Lettres in Parijs, een geweldige uitgeverij. Ik bezit hun vierde druk, de eerste  was in 2016. Retrouvez Les Belles Lettres sur Facebook et Twitter, lees je in het colofon, en hier wat op de achterflap staat :

Tweeduizend jaar monotheïsme hebben ons eraan gewend te geloven dat God niet anders dan uniek, exclusief, waar kan zijn. De antieke polytheïsmen daarentegen namen de mogelijkheid onder ogen om goden en godinnen uit andere culturen (Zeus en Jupiter, Isis en Demeter) met elkaar te laten overeenstemmen, of zelfs om vreemde godheden op te nemen in hun eigen pantheon. Die bereidheid tot openheid maakt dat de antieke wereld, ook al heeft die conflicten of zelfs slachtingen gekend, vrij is gebleven van het religieuze geweld dat de monotheïstische culturen zo bloedig heeft gemaakt en dat blijft doen.
Zou de mogelijkheid vandaag bestaan te putten uit de bron van de polytheïsmen, om de verhoudingen tussen de verschillende religies vlotter en rustiger te maken?

Het spreekt dat een goede atheïst als ik het polytheïsme gunstiger gestemd is dan godsdiensten die zweren bij een boek. 

De antieken bezaten niet zo’n boek dat door een of andere god geschreven was. Zij bezaten wel talloze overleveringen, voorstellingen, vertellingen, droombeelden. Maar die wrekende goden vonden dat zij een krachtiger middel moesten gebruiken: het vreselijke instrumentum litteraturae, waarmee hun wil voor eens en altijd vastlag.


14 september 2021

Zemmour over censuur

Bij een bestuurlijke maatregel in Frankrijk, die hier wellicht niet de journalistieke belangstelling zal wekken, kreeg Éric Zemmour zowat spreekverbod opgelegd. Men beschouwt hem als een ‘politieke personaliteit’, een begrip dat in de omgangstaal wellicht geldt, maar niet op een wettelijke basis berust. Zemmour is journalist, zijn kaart draagt nummer 57111 ...'même si ça ne me rajeunit pas' voegt hij daaraan toe. 

Hieronder het persbericht waarin het spreekverbod bekend werd gemaakt, en onderaan het antwoord van Zemmour, in de laatste Face à l’Info waarin hij nog wel recht van spreken had.


De CSA vraagt de audiovisuele media de tussenkomsten van de heer Éric Zemmour die op het nationale politieke debat slaan te turven

Het college van de Hoge Raad voor de audiovisuele media [CSA], vandaag in voltallige vergadering bijeen, heeft besloten de audiovisuele media te vragen om de tussenkomsten van de heer Éric Zemmour die het nationale politieke debat aangaan, te turven. Deze beslissing gaat in vanaf 9 september 2021.

De Hoge Raad wijst erop dat de beschikkingen van de wet van 30 september 1986 voorzien in een telling van de tussenkomsten van politieke personaliteiten. In het licht van de recente ontwikkelingen heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de heer Zemmour voortaan als een acteur in het nationale politieke debat kan worden beschouwd, zowel door zijn standpunten en acties, als door de commentaren waartoe die aanleiding geven.

De regels van het pluralisme staan garant voor de goede gang van het democratische leven. De CSA heeft als taak te waken over hun juiste toepassing, met respect voor de redactionele vrijheid van de audiovisuele media, die als enigen verantwoordelijk zijn voor hun programmatie.


13 september 2021

Het vrije woord in Frankrijk

De Conseil Supérieur de l’Audiovisuel heeft besloten Éric Zemmour het spreken te beletten. Hij doet aan politiek vindt men daar, en men beschouwt hem niet meer als journalist. Hij kan dus niet meer aan tafel aanschuiven bij Christine Kelly in haar programma Face à l’Info, en zij heeft nu noodgedwongen een ander panel. En niemand zal betwisten dat de nieuwe namen alle kwaliteiten bezitten, maar evenmin kan iemand betwisten dat het om een autoritaire maatregel gaat die de vrije meningsuiting schendt – op bevel van het Élysée wordt gefluisterd.

Christine Kelly kondigde dit als volgt aan:

Bonsoir à tous. Éric Zemmour ne sera plus avec nous à partir de ce soir. Je viens de raccrocher avec lui, et je transmets ses salutations, vous remercie de l’avoir encouragé pendant deux ans. Il s’est dit dépité, triste et personnellement je regrette également de ne plus l’avoir sur ce plateau. Alors même si on est en désaccord avec cette décision du CSA nous sommes obligés de respecter l’institution. C’est la raison pour laquelle Éric Zemmour ne sera plus avec nous à partir de ce soir. J’avoue être triste pour la liberté d’expression et pour la pluralité des opinions qui m’est très chère personnellement. En tout cas bonne chance à Éric Zemmour.

Nous avons un nouveau plateau ce soir. Alors je vais vous les présenter : Eugénie Bastié, journaliste au Figaro, que vous connaissez bien – de toute façon on connaît tous les visages qui sont ici sur le plateau ce soir – auteur de plusieurs ouvrages d’ailleurs, hein, ma chère Eugénie, comme La Guerre des Idées et Le Porc émissaire. Charlotte d’Ornellas, ravie de vous retrouver, journaliste chez Valeurs Actuelles, Mathieu Bock-Côté, sociologue et chroniqueur, et Dimitri Pavlenko qu’on ne présente plus, journaliste à Europe1. Ah, j’ai un petit livre pour vous, c’est le livre d’Éric Zemmour, il l’a dédicacé. Il a dédicacé un livre à tous les mousquetaires, voilà… ah excusez-moi (boek viel op grond) si vous me permettez je vous l’envoie, pardon, pardonnez-moi hein. Il l’a dédicacé à tous ces mousquetaires. Ne soyez pas jaloux, il en viendra d’autres pour vous, c’est un petit cadeau aux anciens mousquetaires.

Alors on va commencer avec vous Matthieu Bo… vous êtes en forme ?

M B-C : Absolument !

Comment vous sentez cette première avec moi ?

M B-C : Mais […] , je suis heureux, privilégié, avec vous.

Alors c’est parti Mathieu Bock-Côté, on va parler d’Agnès Buzyn. Elle a été donc mise en examen pour mise en danger de la vie d’autrui, pour sa gestion du Covid. Alors beaucoup critiquent, de nombreux politiques critiquent…


9 september 2021

Een Frans persbericht vertaald

.

Ik vertaal dit AFP-bericht omdat onze goede journalisten Éric Zemmour weliswaar soms ter sprake brengen, bij een veroordeling wegens racisme bijvoorbeeld, maar ze juist dit bericht over een vrijspraak in hoger beroep misschien over het hoofd konden zien. Laten ze dit beschouwen als een helpende hand van mijnentwege:


Het Parijse Hof van Beroep heeft woensdag de polemist Éric Zemmour vrijgesproken van vervolging wegens belediging en aanzetting tot haat, na een hevige diatribe van hem tegen de islam en de immigratie, bij een politieke samenkomst in 2019.

Laetitia Drevet

Agence France-Presse

In eerste aanleg was de 63-jarige chroniqueur – aan wie sommigen de bedoeling toeschrijven zich bij de presidentsverkiezing van 2022 kandidaat te willen stellen – voor dezelfde uitlatingen nog veroordeeld tot een boete van 10.000 euro.

Bij een ‘conventie van de rechtse partijen’, op 28 september 2019 georganiseerd door Marion Maréchal, ex-parlementslid voor het Front National, had Éric Zemmour een speech gegeven waarin hij immigranten als ‘kolonisatoren’, en de ‘islamisering van de straat’ aan de kaak stelde.

De chroniqueur beschreef de sluier en de djellaba ook als ‘de uniformen van een bezettingsleger’.

In zijn arrest heeft de Hof geoordeeld dat ‘geen van de uitlatingen waar de vervolging op steunt de Afrikanen, de immigranten en de moslims in hun totaliteit viseert, maar alleen fracties binnen die groepen’.

‘Er zijn geenszins uitlatingen aangetoond die een groep mensen als geheel viseren omwille van hun herkomst of hun behoren of niet-behoren tot een etnie, een natie, een ras of een bepaalde religie’ voegt het Hof hieraan toe, ‘waaruit volgt dat de inbreuken waarop de vervolging sloeg niet bewezen zijn’.

‘Dit is een immense overwinning,’ verklaarde aan AFP de advocaat van Éric Zemmour, meester Olivier Pardo, die het Parket ervan beschuldigde de woorden van zijn cliënt te hebben ‘vervormd’.

Daarentegen heeft de beslissing de antiracistische verenigingen die zich burgerlijke partij hadden gesteld met stomheid geslagen.

‘Ik ben verbijsterd, het is een grote ontgoocheling,’ reageerde bij AFP een van de advocaten van de ‘Maisons des potes’, meester Ambre Benitez. ‘De beslissing is catastrofaal voor het publieke debat; dit billijkt alle racistische excessen,’ voegde een andere, meester Jérôme Karsenti, daar nog aan toe. De vereniging kondigde aan in cassatie te zullen gaan.

Controverses

In eerste aanleg had in september 2020 de correctionele rechtbank van Parijs geoordeeld dat de uitlatingen een ‘aansporing’ inhielden, ‘nu eens impliciet, dan weer expliciet, tot discriminatie en haat tegenover de moslimgemeenschap en haar religie.’

‘Opinies, ook als die choqueren moeten geuit kunnen worden, evenwel gaan de ten laste gelegde feiten verder en overschrijden zij de vrijheid van uitdrukking aangezien het gaat om smadelijke termen, gericht tegen een gemeenschap en haar religie,’ voegde de voorzitster van de 17de correctionele kamer hieraan toe.

De toespraak van Éric Zemmour werd destijds breed veroordeeld door de politieke klasse, en leidde tot een heftig debat in de media waarvoor hij werkte.

In weerwil van deze controverse werd de chroniqueur aangeworven door CNews, waar hij nog steeds in een dagelijks programma tussenkomt. Zijn commentaren hebben de kijkcijfers van de nieuwszender opgestuwd, maar tevens leverden ze hem een reeks gerechtelijke vervolgingen op.

Éric Zemmour was woensdag ook gedagvaard omdat hij de minderjarige migranten in opspraak had gebracht door ze, in september 2020 op CNews, als ‘dieven’ en ‘moordenaars’ te bestempelen.*

Dat proces werd verdaagd tot 17 november.

De vrijspraak van Éric Zemmour valt terwijl de polemist lijkt af te stevenen op een kandidatuur bij de presidentsverkiezing volgend jaar. Half september begint hij aan een promotietournee voor zijn nieuwe essay, en bij die gelegenheid komen er ‘gedachtewisselingen met de Fransen’, wat sterk naar een kiescampagne ruikt.

__________

* Hij voegde daar aan toe dat het vanzelfsprekend niet om álle migrantenjongeren ging, maar dat de gevangenispopulatie wel degelijk een indicatie gaf. Hij preciseerde dit in één adem, maar dat moet aan de aandacht van de journalisten toen ontsnapt zijn. (nvdv)


Zemmour over de cancel-gekte



C’est la défaite de l’intelligence. C’est des gens qui ne sont pas au niveau, et qui donc veulent abattre les gens qui leur sont supérieurs. Parce que ce sont des gens qui leur sont supérieurs. Vous comprenez, quand on abat une statue de Napoléon, c’est des nains qui s’en prennent à un géant. Pareil pour Christophe Colomb.


Het is de teloorgang van de intelligentie. Het zijn lui die geen niveau hebben, en bijgevolg mensen willen neerhalen die boven hen uitsteken. Omdat die mensen hen inderdaad overstijgen. U begrijpt, als men een standbeeld van Napoleon neerhaalt, dan zijn het dwergen die het tegen een reus opnemen. Hetzelfde voor Christoffel Colombus.


7 september 2021

Is de naam Rousseau een handicap voor politici?


Ooit zag ik in Londen – ik meen in Shaftesbury Theatre, of misschien was het Queen’s Theatre – de musical Les misérables. En Victor Hugo treft hier geen schuld, maar ik heb me daarbij stierlijk verveeld. Ik weet niet eens meer of het volgende rijmpje erin voorkwam (in het Engels dan) :

Je suis tombé par terre,
C'est la faute à Voltaire,
Le nez dans le ruisseau,
C'est la faute à Rousseau.

Dat laatste vers van Hugo is spreekwoordelijk geworden. Rousseau krijgt inderdaad de schuld van alles en nog wat. Je kunt geen ongunstige ontwikkeling in de staatsordening noemen of hij zit er voor iets tussen. Er zijn hele traktaten geschreven over de gelijkenissen en verschillen tussen hem en bijvoorbeeld Marx.
Maar dat Jean-Jacques een verderfelijke invloed heeft gehad op de ecologisten is zonder meer duidelijk. In Frankrijk heb je nu de partij Europe Écologie-Les Verts, met als boegbeeld Sandrine Rousseau, en die verklaarde ooit in Charlie Hebdo: ‘Je préfère des femmes qui jettent des sorts plutôt que des hommes qui construisent des EPR.’*

Liever toverheksen dan kernfysici dus. Had ik het boek van haar naamgenoot gelezen, Discours sur l'origine et les fondements de l'inégalité parmi les hommes van 1755, zou ik weten of hij daarin even ver ging als Sandrine. Goed, retour à la nature dus.

En recent verklaarde ze weer: ‘Si vraiment il y a des personnes qui sont dangereuses, de potentiels terroristes, ce n’est pas parce qu’ils restent en Afghanistan qu’ils sont moins dangereux en vrai. Quelque part les avoir en France, cela nous permet aussi de les surveiller.’ [Als er inderdaad mensen tussen zitten die gevaarlijk zijn, potentiële terroristen, dan is het waarlijk niet omdat ze in Afghanistan blijven dat ze minder gevaarlijk zijn. Hen hier in Frankrijk hebben stelt ons ergens ook in staat ze in de gaten te houden.] Deze uitspraak werd in heel het land op hoongelach onthaald en in arren moede verklaarde Sandrine daarop: ‘C’était assurément une phrase maladroite.’ Onhandig dus, niet stompzinnig, geen Connerie.

Helaas twittert zij ook graag, en na de dood van Jean-Paul Belmondo kon ze alweer haar mondje niet houden:
Misschien kun je met de naam Rousseau het twitteren beter aan anderen overlaten, en de politiek zelfs helemaal. 
______

European Pressurized Reactor, een geavanceerde kernreactor ontworpen door het Franse Areva.


http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html