28 september 2008

Een koopje; aanbod enkel tot middernacht geldig !



Is er iemand die snel nog wil bieden op deze authentiek-Belgische handtekening?

Het gaat om een grafelijk stuk, gelieve dus niet met kleine bedragen aan te komen.
.

26 september 2008

Nederlandse reactie op de Kelek-vertaling uit de FAZ

.
Geachte mijnheer Van Fraechem,

Ik neem met u contact op naar aanleiding van het volgende: eind juli is in de Frankfurter Allgemeine Zeitung een artikel van de hand van mevrouw Kelek verschenen, waarin zij spreekt over de onlangs (onder meer in Berlijn) gelanceerde Europese Campagne tegen Huwelijksdwang en waarin zij uit het boekje dat hierbij gedistribueerd is, citeert. Naar ik heb begrepen heeft u dit artikel vertaald voor de site 'Inflandersfields'.

Nu is het zo dat wij (als auteurs van het boekje en betrokkenen bij het project) ons niet herkennen in de weergave van mevrouw Kelek. Zij heeft citaten dusdanig uit de context gehaald, dat zinnen die in het boekje fungeren als uitleg van bepaalde fenomenen, worden voorgesteld als legitimaties daarvan. Dit weerspiegelt geenszins de werkelijke bedoelingen van de auteurs en van het Rotterdamse project en de Europese campagne. Wij hebben daarop dan ook een brief geschreven naar de FAZ, die medio augustus is geplaatst. Dezelfde brief heb ik via de genoemde site ook als reactie gestuurd, maar voor zover ik heb achterhalen, is deze niet gepubliceerd.

[…] Bijgaand stuur ik u deze toe. Aangezien de site claimt dat het kritisch volgen van de media de taak van een weblogger is, nemen wij aan dat dit voor alle media, dus ook voor het artikel van mevrouw Kelek, geldt. Wij zouden het dan ook op prijs stellen als u onze bijdrage alsnog zou kunnen plaatsen.

Graag verneem ik uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Marianne Vorthoren


Geachte mevrouw Vorthoren,

eerst wil ik u bedanken voor de reactie, die bewijst dat u en uw stichting blogs ernstig nemen.

Vanzelfsprekend publiceer ik uw antwoord. Daar hoefde ik het antwoord bij wijze van spreken niet eens voor te lezen, want of ik het met een reactie eens ben speelt niet. Zo vind ik de bewering: "Daarbij komt dat ook de islam het sluiten van een huwelijk onder dwang of enigerlei vorm van druk verbiedt." verregaand naïef, en om eerlijk te zijn, intellectueel onverdedigbaar. Huwelijksdwang (wellicht verkiest u met een minder lelijk woord "gearrangeerd huwelijk") is bij islamieten, zoals iedereen weet, gewoon de regel. Helaas is dat vandaag ook in Europa het geval.

Of "de islam" die praktijk dan "verbiedt" is een heel teer punt. Ephimenco zei terecht dat "de islam" enkel bestaat als het de moslims goed uitkomt, maar "foetsie" weer weg is, van zodra iemand ook minder aangename aspecten wil aankaarten.

Dit gezegd: ik vertaal, gewoon op eigen houtje, diverse artikelen op mijn persoonlijke blog (overigens zonder mij om auteursrechten te bekommeren, want de belangen zoals ik die zie, zijn hier van een andere orde), en meestal dupliceer ik die ook op de (losse) groepsblog van 'Inflandersfields', wat veel lezers oplevert.

Ik doe dat vertaalwerk omdat ik weet dat in Duitsland, Engeland, Frankrijk en elders een debat plaatsheeft, dat in mijn land (om redenen die met het cordon sanitaire te maken hebben, en die ik u verder bespaar) niet mogelijk is in de traditionele media.

Bij mijn vertaling, zoals altijd, heb ik nagestreefd om mevrouw Kelek nauwkeurig weer te geven, met zo min mogelijk kleuring van mijn kant (en mijn lezers krijgen ook altijd de oorspronkelijke tekst te zien, zodat zijzelf alles kunnen controleren).
Ik volg haar artikelen al jaren, omdat ik geloof dat zij een klare kijk heeft op wat islam in de praktijk betekent.

Zij wordt met de dood bedreigd, dat zal u niet onbekend zijn, en leeft onder bescherming.

Met de meeste hoogachting,

Marc Vanfraechem


[Reactie van SPIOR, eerst gericht aan de FAZ]

Geachte dames en heren,

Naar aanleiding van het artikel van mevrouw Kelek in de Frankfurter Allgemeine d.d. 29 juli 2008, willen wij graag het volgende opmerken: het Rotterdamse initiatief tegen gedwongen uithuwelijjking is een gezamenlijk initiatief van de stad Rotterdam en de koepelorganisatie SPIOR. De citaten die mevrouw Kelek gebruikt, zijn ontleend aan stukken uit de handreiking van het Rotterdamse initiatief, die het fenomeen huwelijksdwang wetenschappelijk verklaren, maar, in tegenstelling tot hoe mevrouw Kelek het presenteert, geenszins de positie van het initiatief of van de samenwerkende partnerorganisaties weergeven. Het kan mevrouw Kelek, aangezien zij zowel het boekje heeft gelezen als de bijeenkomst in Berlijn heeft bijgewoond, moeilijk ontgaan zijn, dat wij het als een mensenrecht beschouwen dat ieder mens zijn of haar eigen partner kan kiezen. Daarbij komt dat ook de islam het sluiten van een huwelijk onder dwang of enigerlei vorm van druk verbiedt.

Wij raden een ieder aan, die oprecht geïnteresseerd is om het fenomeen gedwongen uithuwelijking te begrijpen, en meer over de mogelijkheden weten wil hoe men gezamenlijk huwelijksdwang kan bestrijden en het recht van een ieder op eigen partnerkeuze en persoonlijke autonomie kan versterken, onze handreiking te lezen en zelf een oordeel te vormen.

Marcia Albrecht – ketenregisseur ‘Eergerelateerd geweld’ gemeente Rotterdam, co-auteur van de handreiking
Dr Edien Bartels – cultureel antropoloog aan de Vrije Universiteit Amsterdam, co-auteur van de handreiking
Drs Marianne Vorthoren – coördinator van het SPIOR-project en redacteur van de handreiking
.

21 september 2008

Houten Klaas komt met een vlot artikel !

.
Marketeer Vandermeersch beschouwt De Standaard blijkbaar als zijn privéspeeltuintje. Vrijdag nog liet hij de hofnar Fabre een karikatuur maken van wat een krant moet zijn, en zaterdag liet Peter ons een bladzijde uit zijn eigen stamboek zien.

In zijn familie viel iets te vieren. Goede gelegenheid om zijn beste pen boven te halen, en de lezer op een stukje Flandre profonde te vergasten. De familie Vandermeersch zette zich aan de dis in de salons De Vrede in Ichtegem. Ik vermeld dit, lezer, voor het geval u daar eens langs mocht komen.
Het werd een schitterend maal, ook al was niet alles perfect in De Vrede. Bij het betreden van de salons, was Peter zijn oog al direct op een storende taalfout gevallen.

De salons gaan er prat op dat 'alles kan aangepast worden naar (sic) de wens van de klant'.
Wat er mis is met die “naar” moet hij mij eens uitleggen. Markthandelaar als de besten, maar Nederlands? zelfs zijn West-Vlaams is niet vlekkeloos vrees ik, want hij laat één van zijn neven, een supporter van Dedecker, zeggen:
' [...] En diene Leterme kan met heel zijn boeltje terug naar Ieper. Schrief dat moa ne ké up in uw gazetje.'
Als Gentse buitenstaander moet ik hier vanzelfsprekend het oordeel van deskundigen afwachten, maar toch vraag ik mij af, of die neef niet eerder “joen gazetje” zal gezegd hebben. Mijn vermoeden is, dat de auteur hier een kleine onnauwkeurigheid heeft toegelaten, ietwat ten detrimente van de kleurenpracht die zijn tafereeltje verder uitstraalt.

Opvallend is wel dat al zijn familieleden hem zo nauwkeurig voorzeggen wat Peter zelf denkt dat zij moéten zeggen, waardoor alles tegelijk mooi aansluit bij die laatste enquête in zijn gazetje.
Antipolitiek, Leterme knoeier, Verhofstadt moet terugkomen, BHV flauwekul, Dedecker: de proef op de som klopt voor mij te goed.

Vandermeersch vertelt ons niet of er ook doperwtjes op het menu stonden in Ichtegem, maar toch doet hij mij denken aan die oude Augustijnermonnik Gregor Mendel, de geneticus die weliswaar een juiste theorie had over erwten, maar die met statistische gegevens kwam aanzetten die zo perfect klopten, dat ze later als onwaarschijnlijk werden beschouwd. Mendel had zijn resultaten enigszins selectief meegedeeld.
En hoe vergeeflijk ook, dat geeft aan een verslag altijd iets geforceerds, en dan heb ik het niet over stijl.

Maar laten wij Vandermeersch zelf nog eens aan het woord. Aan zijn tafel zit een mooie Russische, en Peter wil laten zien dat hij ook van internationale politiek het zijne afweet. Houten Klaas doet dat zo:
Ik probeerde het debat op gang te trekken over Russen en Georgiërs. Maar de mooie Russische wilde vooral weten waarom wij er in dit kleine België maar niet in slagen om overeen te komen.
Even de handen gaan wassen. Ik sta letterlijk te plassen als naast mij een aangetrouwde neef van wal steekt. “Ik ben dat spuugzat. […]”
Nu vraag ik mij af hoe Vandermeersch het klaarspeelt om soms ook niet letterlijk te plassen.
.

17 september 2008

Dewael als kruier

.
Met alles wat wij de laatste maanden in de Belgische politiek hebben meegemaakt, beste lezer, heb ik er begrip voor als u even geen zin meer hebt in nog een stukje daarbovenop, bijvoorbeeld over die drie enge wijven die wij allemaal pas leerden kennen.
En ook niet in een stukje over de fake overlegcommissie waar Bourgeois nu in mag zitten.
Ik zal het dus enkel hebben over Patrick Dewael, en over mannelijk eergevoel.
In geen geval over moraal, want dat is een vervelend begrip dat in de politiek trouwens niet speelt. L’Honneur est plus exigeant que la morale, zei een Fransman en hij had gelijk.

Eergevoel is een teer begrip. Ik ben toevallig de autobiografie aan het lezen van de stierenvechter Juan Belmonte (1892-1962), volgens kenners de grootste die er ooit is geweest. Hemingway wijdde twee boeken aan hem, Death in the Afternoon, en The Sun also rises.
Zijn eigen boek dicteerde Belmonte in 1936 aan de journalist Manuel Chaves Nogales, en de Franse vertaling daarvan verscheen in 1990 bij Verdier : .Juan Belmonte, matador de taureaux.

Belmonte was een straatarme zigeunerjongen die, zoals hijzelf zegt, zijn volledige academische opleiding genoot tussen zijn zesde en zijn achtste. Hij kende veel honger, en had enkel zijn grote eergevoel en zijn doodsverachting.
Toen hij als kleine jongen ooit betrapt werd op het 'stelen' van een sloep (die hij nodig had om over te steken naar een domein waar stieren stonden) en plots op zijn borst het pistool zag van een bewaker die hem toeriep: “Tu fais partie de ces salauds qui me volent la barque”, antwoordde de kleine Juan, met een kalmte die hijzelf niet begreep: “Et vous, qui êtes-vous pour me tutoyer?” De bewaker liet hem gaan.

Belmonte wordt later beroemd in heel Spanje en ver daarbuiten, en zo wordt hij gevraagd voor vetbetaalde corrida’s in Mexico. Hij beschrijft zijn overtocht per stoomboot (we zijn nog vóór 1914) en zijn aankomst, eerst in Cuba.

Mon premier contact avec les habitants de l’île fut surprenant. Au port, j’avais confié ma valise à un grand porteur noir. Je ne sais quelle maladresse il commit, qui m’irrita. Je l’engueulai sévèrement. À ma grande surprise, ce type imposant, avec des pommettes saillantes qui lui donnaient l’air féroce, se mit à pleurer comme un faible bambin. Il voulait me baiser les mains, comme un chien lèche son maître pour calmer sa colère. Une fois de plus, je restai perplexe. Il existait donc des hommes qui acceptaient de s’humilier de la sorte !

Mijn eerste contact met de eilandbewoners was vreemd. In de haven had ik mijn valies aan een grote zwarte kruier toevertrouwd. Ik weet niet welke stommiteit hij uithaalde die mij ergerde. Ik kafferde hem behoorlijk uit. Die kerel kwam er imposant voor, en met zijn uitspringende jukbeenderen zag hij er woest uit, maar tot mijn grote verbazing begon hij als een slap ventje te schreien. Hij probeerde mijn handen te kussen, zoals een hond zijn meester likt om die tot bedaren te brengen. Dat bracht mij nog meer van mijn stuk. Er bestonden dus mannen die bereid waren om zich zo te verlagen!


Maar goed, na dit romantische intermezzo denken wij zoals beloofd aan de iets minder prominente jukbeenderen van Dewael.

Belmonte, die zijn weggelopen kameraadjes in bescherming had genomen tegen die bewaker, omdat hijzelf het beneden zijn waardigheid oordeelde om zijn pas te versnellen, steekt naar mijn oordeel schril af bij onze Patrick, die al snotterend zijn trouwe kabinetskameraadjes verraadt.

Welke handen wil deze brave jongen allemaal wel kussen?
Die van Marie Arena, dat kan ik aannemen, maar mij geeft hij de indruk dat hij nog bereid is om de hele P.S.-top af te likken.
.

16 september 2008

Tom Naegels doet vrijuit zijn zegje

.
Wat Tom Naegels, voorafgaand aan zijn interview, sterk interview met Dyab Abou Jahjah, in De Standaard vertelde over het proces is juist, maar tegelijk ook perfide.

Tenzij ik me geweldig in de luren laat leggen, lijkt dit proces de laatste uitloper van de merkwaardige hetze die in 2002-2003 tegen de Arabisch-Europese Liga en haar voorzitter gevoerd werd, een beschamende periode voor de Vlaamse politiek en journalistiek, toen zelfs de wildste geruchten voor waar aangenomen werden, en door burgemeesters, premiers en hoofdredacteurs verspreid.
Dat wordt nu vrij algemeen erkend, al heeft niemand van de betrokkenen ooit zijn eigen fouten toegegeven.
Naegels valt blijkbaar nogal over het ronduit antidemocratische gedrag van politici en journalisten, ten tijde van Verhofstadt.
Dat vallen doet hij terecht natuurlijk, maar naar mij voorkomt ook zonder enig gevaar op een schrammetje. Het is om te beginnen niet de eerste keer dat hij van zijn krant die rol van kleine stoute dissident mag spelen. Wellicht beschouwen zij hem daar als een soort verzekeringspremie tegen wat hun échte Wetstraatjournalisten allemaal uitvreten of uitvraten, ik bedoel Brinckman en consorten.

tiens, nu ik aan dat stuk ongeluk denk: hoe zou het onze Bart nog vergaan? we lezen hem zo weinig; ook op het scherm begin ik zijn verschrikte blik bijna te missen; is hij op retraite? op boetetocht naar Compostela?

Maar goed, Naegels geeft eerlijk toe dat ook zijn eigen krant in de slag zat met de toenmalige machthebber. Hij komt niet voor de dag met – op zijn Fernand Koekelbergs – met zulke dingen als "er is mogelijk een inschattingsfout gemaakt". Naegels zegt duidelijk dat er oneerlijkheid of onbekwaamheid in het spel was, en dat is mooi ...maar de Ouden al wisten dat men ook de waarheid kan liegen.

Alles is een kwestie van timing, en dan is de vraag waarom Tom deze pijnlijke kwestie juist nu te berde kan brengen. Misschien dat zijn bekentenis de machthebbers van de huidige dag, en de politieke noden van dit moment dient? Van een kwaliteitskrant mag je tenslotte ook in de volgzaamheid enige consequentie verwachten.

Toms gebogen rugje blijkt voor mij uit zijn krom taalgebruik. Sommige feiten worden “vrij algemeen erkend” nu, schrijft hij bijvoorbeeld. Ja, wie kan het zonlicht nog loochenen?
Maar bijtijds iets beseffen, en het bij naam noemen, daar komt het op aan, beste Tom, dát is journalistiek. En wie dat op het gepaste moment wel beseften toen, waren enkel een paar bloggers, plus vanzelfsprekend de gewone burgers. Iedereen met andere woorden, behalve de mee-eters van journalisten.
Tom heeft het verder over een beschamende periode voor de Vlaamse politiek en journalistiek. Dat zinnetje verraadt meteen waarom zijn pseudo-auto-kritisch geschrijf nu ineens kan, in de krant van marketeer Vandermeersch.
Waarom toch brave Tom, gebruik jij plots het adjectief "Vlaams", dat bij mijn weten niet in jouw mond bestorven ligt? .Was het dan geen federale materie, toen Verhofstadt, als hoofd van de Uitvoerende Macht (laten wij die Coburg even buiten beschouwing) in het Parlement verklaarde dat de Rechterlijke Macht stappen zou ondernemen tegen een Belgische staatsburger?
Of vind je dat de Soir en de Libre zich gunstig onderscheiden hebben toen?
.

10 september 2008

Eens iets goeds over Bernard-Henri Lévy

.
Waarom is Moby-Dick zo'n geweldig boek ?


Heel simpel: omdat Moby-Dick, behalve komisch en episch en tragisch, ook een encyclopedie van zijn tijd is (1851).* ..Je vindt er dingen in, ongeveer zoals je in een oude Winkler-Prins of een Brockhaus dingen kunt vinden die in moderne edities zijn weggevallen.

Nu las ik enige jaren geleden dat zelfs Bernard-Henri Lévy in zijn boek, Le Siècle de Sartre,** de behoefte had om naar Moby-Dick te verwijzen. De journalist Daniel Bermond besprak toen dat Sartre-boek van BHL, en hij besloot:

Il y avait donc un Sartre rebelle et un Sartre totalitaire, deux âmes dans le même corps, un peu, analyse Bernard-Henri Lévy, à la manière du monstre dans Moby Dick, qui avait, comme l’écrivain, les yeux tellement divergents que deux visions de la réalité s’inscrivaient dans son cerveau.


Zoals hier al bleek, heb ik het niet begrepen op BHL, maar ik moet toegeven dat hij zijn auteur weet te kiezen, ik bedoel Melville. De passage die BHL voor ogen stond, is die waar de Pequod gevaarlijk slagzij maakt, omdat naast het voordek, aan één zijde een reusachtige walviskop getakeld hangt; er wordt gelukkig nog een tweede walvis gevangen en die zijn kop komt aan de andere kant, wat het evenwicht herstelt.

De ik-persoon Ishmael beschrijft de situatie:

As before, the Pequod steeply leaned over towards the sperm whale’s head, now, by the counterpoise of both heads, she regained her even keel; though sorely strained, you may well believe. So, when on one side you hoist in Locke’s head, you go over that way; but now, on the other side, hoist in Kant’s and you come back again; but in very poor plight. Thus, some minds for ever keep trimming boat. Oh, ye foolish! throw all these thunder-heads overboard, and then you will float light and right.

Even verder gaat het dan over die ogen, die zich aan de zijkanten van de kop bevinden, ongeveer zoals die walviskoppen van de Pequod.

Now, from this peculiar sideway position of the whale’s eyes, it is plain that he can never see an object which is exactly ahead, no more than he can one exactly astern. In a word, the position of the whale’s eyes corresponds to that of a man’s ears; and you may fancy, for yourself, how it would fare with you, did you sideways survey objects through your ears. You would find that you could only command some thirty degrees of vision in advance of the straight side-line of sight; and about thirty more behind it. If your bitterest foe were walking straight towards you, with dagger uplifted in broad day, you would not be able to see him, any more than if he were stealing upon you from behind. In a word, you would have two backs, so to speak; but, at the same time, also, two fronts (side fronts): for what is it that makes the front of a man — what, indeed, but his eyes?
Moreover, while in most other animals that I can now think of, the eyes are so planted as imperceptibly to blend their visual power, so as to produce one picture and not two to the brain; the peculiar position of the whale’s eyes, effectually divided as they are by many cubic feet of solid head, which towers between them like a great mountain separating two lakes in valleys; this, of course, must wholly separate the impressions which each independent organ imparts. The whale, therefore, must see one distinct picture on this side, and another distinct picture on that side; while all between must be profound darkness and nothingness to him. Man may, in effect, be said to look out on the world from a sentry-box with two joined sashes for his window. But with the whale, these two sashes are separately inserted, making two distinct windows, but sadly impairing the view. This peculiarity of the whale’s eyes is a thing always to be borne in mind in the fishery; and to be remembered by the reader in some subsequent scenes.***

Zaken die zich recht vóór hem bevonden kon Sartre dus niet zien! Mooie observatie van BHL en voor mij een bewijs dat Moby-Dick, zoals de Bijbel en Shakespeare, eindeloos citeerbaar is.
.
___________________

* De criticus Vissarion Belinsky noemde Poesjkins Eugeen Onegin: "een encyclopedie van het Russische leven". Dat lijkt mij een goede definitie van een meesterwerk, of het nu muziek, literatuur of schilderkunst betreft.
** Boektitel die de parochiale ingesteldheid van de meeste Franse penseurs typeert; ik houd het, wat Sartre betreft, bij de mening van Me. Jacques Vergès: Du point de vue philosophique, j’admire Heidegger auprès duquel Sartre est un nain. Comme artiste, la grande faiblesse de Sartre a été de vouloir faire des romans à thèse, des romans d’idées, ce qui est une espèce de forme bourgeoise du réalisme socialiste auquel je n’adhère pas non plus.
*** Chapter 74: The Sperm Whale’s Head — Contrasted View


(mijn raad is om het boek te lezen in de kritische uitgave van Norton, N.Y.)
.

7 september 2008

Een rechtbank die de verkeerde richting insloeg

.
In Rotterdam heeft een rechtbank geoordeeld dat een mohammedaanse advocaat niet meer hoeft op te staan als de rechters hun intrede doen.
Ik vraag mij af wat die rechtbank tot haar vonnis heeft bewogen, want de advocaat in kwestie, zekere Mohammed Enait, is manifest een leugenachtig sujet dat met drogredenen zijn houding wil uitproberen. Zagen die rechters dat niet?
Voor zijn inciviek gedrag gaf mijnheer Enait als reden op …dat volgens zijn profeet alle mensen gelijk zijn. Je kon bijgevolg van een advocaat niet eisen dat hij zou opstaan voor enkele heren in toga – laat staan dames in toga – die kwamen binnengestapt.

Merkwaardige beweegreden om onbeweeglijk te blijven, want volgens de islamitische leer zijn mensen juist niét aan elkaar gelijk. Bijvoorbeeld vrouwen zijn minderwaardig – voor een islamitische "rechtbank" stelt hun getuigenis niet veel voor – en over niet-islamieten zwijgen we helemaal, want die staan nog een trapje lager.

Deze man moet iets anders gaan doen, en wat mij betreft moet hij het land maar uit, zou ik zeggen, maar misschien wek ik dan de toorn van de zedenbrigade van Jozef De Witte ?
Gelukkig voor mij zeg niet ik dat, maar zijn er ten behoeve van zulke uitspraken Nederlandse politici, van respectabele partijen.

Overigens bleek de huichelachtigheid van die Mohammed Enait eerder hier al uit, dat hij vorige maand de eed als advocaat heeft afgelegd: eedaflegging is verboden volgens zijn eigen prachtige geloof, en Enait plaatste zichzelf dus buiten de beste gemeenschap.
Het enige dat hij ter verontschuldiging binnen zijn eigen kring kan aanvoeren is dat zijn eed ...eigenlijk een meineed was (volgens de leer der al-Taqiyya is meineed, en leugen in het algemeen toegestaan in een vijandelijke omgeving, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Rechtsstaat).
Doet hij dat niet, dan riskeert Mohammed dat er in zijn omgeving een jongen opstaat die nog iets strenger in de leer is dan hijzelf, en die korte metten wil maken met deze renegaat.
.

2 september 2008

Zelfs geen "défense de rupture"


Tixier-Vignancour
J'ai choisi la défense

.
Nog voor het proces van Radovan Karadžić in Den Haag goed en wel begonnen is, lijkt die hele parade al een parodie te zullen worden.
De Nederlandse rechter Alfons Orie zou voorzitter van de "rechtbank" zijn, maar hij moet nu worden vervangen omdat er in zijn hoofde een schijn van partijdigheid zou kunnen bestaan, bv. enkel al door de betrokkenheid van de Nederlandse militairen bij de gebeurtenissen die aan de rechtbank zullen worden voorgelegd.
Dit deed mij denken aan een oud proces, waarbij ook een rechter vervangen werd, zij het om bijna omgekeerde redenen.

In de nasleep van de guerre d'Algérie was er voor een militaire rechtbank in Parijs, juni 1962, het proces van luitenant Degueldre. Ook die rechtbank was min of meer à l'improviste samengesteld. Zo werd nog enkele dagen vóór het proces de voorzitter vervangen wegens "déséquilibre mental". De luitenant werd vervolgens onverstoord ter dood veroordeeld, en de generaal die eerst voorzitter had moeten zijn, schoot zich een kogel door het hoofd.

Degueldre, een paracommando met de hoogste onderscheidingen, was lid geworden van de Organisation Armée Secrète (OAS) want hij aanvaardde niet dat generaal De Gaulle de Algerijnse onafhankelijkheid had aangekondigd. Weinigen zullen vandaag betwijfelen dat De Gaulle daarin gelijk had, maar Degueldre oordeelde dat hij trouw moest blijven aan de eed die alle Franse officieren hadden afgelegd: .[le serment que] l'armée française, garante de l'Algérie française, doit la garder à la France et la garder française (Ordre du jour du 6 juin 1958, signé Charles De Gaulle).

In tegenstelling met Radovan Karadžić nu, had Degueldre toen wel advocaten. Hijzelf reageerde op geen enkele vraag van de "rechters", en stond bijvoorbeeld ook niet op als hij daartoe werd gesommeerd.
En zijn advocaten erkenden vanzelfsprekend evenmin de geldigheid van het "hof". Zij legden zelfs hun toga af bij het betreden van de "rechtszaal".
Les avocats ont retiré leurs robes de défenseurs. Ils sont de simples citoyens au secours de l'accusé. Pourquoi ? Tixier-Vignancour s'en explique en rappelant la déclaration du bâtonnier Edmond Rousse en 1871 qu'il reprend à son compte : Nous avons décidé d'être présents devant les tribunaux de la commune, mais non pas en tant qu'avocats. Nous avons donc laissé à la porte, pour ne pas les avilir, les insignes de notre ordre… […] Alors, le citoyen Tixier-Vignancour se lève pour défendre le citoyen Degueldre.

En Tixier begint: Un avocat général est en uniforme, les avocats sont sans robe, nous voici donc à égalité.
Hij sprak de "rechters" vervolgens enkel nog aan met hun civiele namen: "Viala! Bocquet ! Gardet ! Reboul ! Comte !"
Iedereen wist immers dat het oordeel al klaar lag nog voor de rechtszaak een aanvang had genomen. En inderdaad, voor het beantwoorden van de vijfenvijftig schuldvragen had het "hof" niet meer dan veertig minuten nodig.

Radovan Karadžić heeft verkozen om helemaal geen advocaat te nemen, zelfs niet voor een "défense de rupture". Die beslissing is volslagen begrijpelijk en respectabel, al komt er voor ons nu wellicht minder spektakel dan in '62 …maar wellicht is zijn beslissing onbelangrijk, aangezien het vonnis ook hier al vastligt (wat helaas niet van de procedure kan gezegd worden...).

Dit proces in Den Haag wordt enkel gevoerd ter wille van de publieke opinie, en om de mohammedanen in Europa en elders te vriend te houden, en het "hof" kan rekenen op de gewillige en volslagen onwetende pers om deze opinie naar behoren te bewerken.
"L'opinion publique est une toupie que l'on fait tourner avec un fouet" wist Napoleon al.

Plaidoiries présentées par Jean-Marc Varaut, avocat à la Cour
Préface du bâtonnier Jacques Charpentier
Paris, La Table Ronde, 1964, pp.196-201


en het laatste citaat uit:
L.-F. Céline Lettres à Tixier
44 Lettres inédites à maître Tixier-Vignancour
Texte établi et présenté
par Frédéric Monnier
Paris 1984, La Flûte de Pan, p.51


http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html