20 december 2023

Emmanuel Macron over Gérard Depardieu




De Franse cultuur wordt in dat land hooggehouden door Rima Abdul Malak, minister in de regering van Élisabeth Borne. Maar nu heeft deze minister vrijdag een misstap begaan. Ze kondigde een disciplinaire procedure aan, om het Légion d’Honneur van Gérard Depardieu "een schande voor Frankrijk" in te trekken.

Malak had een televisieprogramma gezien – Complément d'enquête op France 2 – waarin Depardieu lelijke dingen zegde over vrouwen. Dat haalde ook hier de kranten. Alleen was zij in haar opwinding vergeten dat de toekenning of intrekking van zo’n onderscheiding helemaal niet onder haar bevoegdheid valt. In een republikeinse monarchie heet zoiets un sujet régalien: het komt alleen de vorst toe.

Emmanuel Macron reageerde meteen (alle lof!) en zette Rima op haar plaats:* "Ik ben een groot bewonderaar van Gérard Depardieu, un immense acteur, un génie de son art. Hij heeft Frankrijk, onze grote auteurs en onze personages wereldwijd bekend gemaakt. Hij maakt Frankrijk trots." Al gaf hij ook toe dat de acteur "zich wel eens liet gaan."

"Deze orde, het Légion d’Honneur is er niet om te moraliseren, en wordt niet ingetrokken op basis van een reportage." En dan komt zijn verdict: "Zal ik het Légion d’Honneur intrekken als mensen dingen zeggen die me choqueren? Ik zeg nee. Ja, de minister is te ver gegaanIk haat klopjachten, en de juridische procedures zullen hun beloop hebben."

Als deze minister nu niet het verstand heeft om ontslag te nemen, moet hijzelf wel ingrijpen zou je denken.

_____________

* Elle fut recadrée, zeggen ze in het Frans.

Noot van 11 januari: Malak werd in de regering Attal niet meer opgenomen.


16 december 2023

Sahra Wagenknecht over Oekraïne


Na 24'30" in hun interessante gesprek komt dit fragment:


Inga Kühn: Mevrouw Wagenknecht, u stelt een pauze in de wapenleveringen voor, en gelooft dat Vladimir Poetin dan tot vredesonderhandelingen bereid zou zijn. Wat maakt dat u Vladimir Poetin vertrouwt?

Sahra Wagenknecht: Ik vertrouw Vladimir Poetin niet, maar ben ervan overtuigd dat oorlogen, of alvast niet een oorlog als deze beëindigd kan worden met militaire middelen, maar alleen met onderhandelingen. Vroeg of laat zal deze oorlog hoe dan ook door onderhandelen beëindigd worden, omdat intussen zelfs de Oekraïense generaals zeggen: “Wij kunnen deze oorlog niet winnen.”

Inga Kühn: Ja, die zeggen niet te kunnen winnen omdat ze niet genoeg wapens hebben, mevrouw Wagenknecht.

Sahra Wagenknecht: Nee, de generaals zeggen niet alleen dat ze niet genoeg wapens hebben, maar ook dat ze niet genoeg soldaten hebben. Daar ontbreekt het de Oekraïners nu het meest aan. Dus wij leveren wapens, en nog altijd heel veel wapens, daar ligt het probleem vooralsnog niet, maar het probleem is eenvoudigweg dat de Oekraïense bevolking zeer veel kleiner is dan de Russische, en vandaar dat ze binnen afzienbare tijd op het slagveld ...en daar sterven ongelooflijk veel jonge mannen, worden verminkt en gekwetst, het is gruwelijk wat daar elke dag gebeurt, wij zien die beelden niet maar wie zich een beetje informeert kan zich dat grofweg voorstellen. En hoe lang moet dit bloedbad, deze slachting ...dit is echt zoals de Eerste Wereldoorlog, er beweegt helemaal niets meer, het offensief is mislukt, het front verroert bijna niet meer, er wordt niet meer bewogen, alleen nog gestorven.
En dat Rusland beslist bereid was om te onderhandelen, dat heeft voor kort zelfs de fractievoorzitter van de Zelenskypartij, die destijds in Istanbul onderhandelingen heeft gevoerd ...direct bij het begin van de oorlog waren er in Istanbul onderhandelingen en deze fractievoorzitter was de delegatiechef van de Oekraïners, en zopas in een interview heeft hij heel open op de Oekraïense televisie gezegd: ja, de Russen hadden toen de oorlog beëindigd als wij ons ertoe hadden verbonden af te zien van toetreding tot de NAVO. En hij was er zelfs heel trots op dat ze dat niet deden, maar besloten verder te vechten.
Dan vraag ik me af of de vrouwen, de kinderen die nu hun vader of man verloren hebben, of die echt wel van oordeel zijn dat het uitzicht op NAVO-lidmaatschap het waard was om op het slachtveld te sterven.
Ik vind het dus heel dringend ...toen was nog een echt goed vredesverdrag mogelijk geweest, waarbij de Russen zich hadden teruggetrokken. Of dat nu nog gaat weet ik niet. Maar waar ik vast van overtuigd ben: onderhandelen is altijd beter dan schieten. Dat is de oude uitspraak van Helmut Schmidt, en zo is het ook.
Wat wij, als Westelijke staten nu moeten doen vind ik: wij zouden de Russen moeten aanbieden, voorstellen de wapenleveringen stop te zetten in ruil voor een onmiddellijke wapenstilstand. En zolang zouden de wapens dan zwijgen en alle strategische vragen moet men dan aan de onderhandelingstafel pogen op te lossen.
Natuurlijk helpt het daarbij niet als onderhandelen de Oekraïners zelfs bij decreet verboden is, wat nu het geval is. Ik vind dus dat wij druk moeten uitoefenen, ook op de Oekraïense leiding, en wij kunnen China bewegen om Rusland onder druk te zetten, zodat beide daartoe bereid zijn en er gesprekken plaatsvinden.
Wat ik het Westen en ook de Duitse regering verwijt is dat ze niet eens probéren dat te doen. Juist de Bondsregering zegt voortdurend, in weergaloze blindheid: wij leveren nog meer, en als de VS – hen wordt het stilaan te duur – zich terugtrekken, dan levert Duitsland nóg meer. Je hoorde al zeggen: daarvoor mag men de rem op de schuld opendraaien. Dus voor ons onderwijs en onze investeringen mag de rem niet los, maar wel voor wapens voor Oekraïne, die we wellicht zullen moeten leveren omdat de VS het niet meer doet.

Inga Kühn: Er moeten daar ook andere waarden verdedigd worden, ook onze vrijheid en onafhankelijkheid, en Oekraïne verdedigt die tegen een agressor die dit land heeft aangevallen.

Sahra Wagenknecht: Ja wij hebben ooit ook de vrijheid van Duitsland in de Hindoekoesj verdedigd, en we weten hoe dat is afgelopen. Ik hou niet van deze vragen, maar ben er echt van overtuigd... men kan deze oorlog vast nog een jaar volhouden, en dan zullen nogmaals honderdduizend jonge mannen hun leven moeten geven, aan beide kanten, wellicht nog meer dan honderdduizend, en de frontlinie zal dan nog altijd zijn wat ze nu is.
De vraag is dus: hoelang moet dit zo doorgaan? Op den duur moet men toch onderhandelen, en de onderhandelingspositie van de Oekraïners is eerder verslechterd, verbeterd is ze niet. Het ware dus beter geweest er vroeger mee op te houden, dan waren vele mensen nog in leven gebleven en kon het land heropgebouwd worden. Nu wordt er nog altijd vernietigd en gestorven, en voor mij is dat onverantwoordelijk.


15 december 2023

Dit kun je een volzin noemen

 Après avoir fini mes études, avoir quitté à Rome l’état d’ecclésiastique, avoir embrassé celui de militaire, l’avoir quitté à Corfou, entrepris le métier d’avocat, l’avoir quitté par aversion, et après avoir vu toute mon Italie, les deux Grêces, l’Asie mineure, Constantinople, et les plus belles villes de France, et d’Allemagne, je suis retourné à ma patrie l’année 1753 assez instruit, plein de moi-même, étourdi, aimant le plaisir, ennemi de prévoir, parlant de tout à tort, et à travers, gai, hardi, vigoureux, et me moquant au milieu d’une bande d’amis de ma clique, dont j’étais le gonfalonier de tout ce qui me paraissait sottise soit sacrée, soit profane, appelant préjugé tout ce qui n’était pas connu aux sauvages, jouant gros jeu, trouvant égal le temps de la nuit à celui du jour, et ne respectant que l’honneur, dont j’avais toujours le nom sur les lèvres plus par hauteur que par soumission, prêt pour garantir le mien de toute tache à violer toutes les lois qui auraient pu m’empêcher une satisfaction, un dédommagement, une vengeance de tout ce qui avait l’apparence d’injure, ou de violence.


Casanova
Histoire de ma Vie
Tomes I à III
Édition établie par Jean-Christophe Igalens et Érik Leborgne
Bouquins, Éditions Robert Laffont, Paris 2013, p. 1358

Na mijn studies beëindigd te hebben, in Rome de geestelijke staat verlaten te hebben, de militaire staat te hebben omarmd, die in Korfoe verlaten te hebben, het beroep van advocaat aangenomen te hebben, dat uit afkeer te hebben verlaten, en na heel mijn Italië gezien te hebben, de twee Griekenlanden, Klein-Azië, Constantinopel, en de mooiste steden van Frankrijk en Duitsland te hebben gezien, keerde ik in 1753 terug naar mijn vaderland, tamelijk goed opgeleid, vol van mezelf, onbezonnen, dol op plezier, met grote tegenzin vooruitkijkend, te pas en te onpas mijn zeg doend over alles, vrolijk, brutaal, energiek, en te midden van een groep vrienden van mijn kliek, waarvan ik de vaandeldrager was, spottend met alles wat me dwaasheid leek, heilig of profaan, noemde ik alles wat de wilden niet kenden vooroordelen, speelde voor grof geld, vond de tijd van de nacht gelijk aan de tijd van de dag, en respecteerde alleen de eer, welke naam ik altijd op mijn lippen had, meer uit hoogmoed dan uit onderdanigheid, klaar om de mijne te vrijwaren van elke smet door alle wetten te overtreden die genoegdoening, schadeloosstelling of wraakneming in de weg hadden kunnen staan voor alles wat maar de schijn had van belediging of geweld.


14 december 2023

Une maîtresse à penser

M.M., minnares van Giacomo Casanova, was voor hem ook een maîtresse à penser. In zijn Histoire de ma Vie geeft hij alleen de initialen en noemt nergens haar naam. Zij was kloosterzuster en hij wilde haar nare gevolgen besparen. De hedendaagse casanovisten zijn het intussen eens geworden over die naam: Marina Maria Morosini (1731c.1802). Als achtjarig meisje was M.M. door haar rijke familie in het klooster Santa Maria dei Angeli van Murano geplaatst.

De kloosterregel moet onvoldoende indruk op haar hebben gemaakt, want ze regelde vaak afspraakjes met Giacomo in haar casino, haar buitenhuisje. Ook onderhield zij innige betrekkingen met een medezuster. Haar beschermheer, kardinaal Bernis, hield ervan om deze esbattementen gade te slaan door een ingenieus kijkvenstertje.*

Theologisch gesproken neigde M.M. naar een soort deïsme of agnosticisme, en ze zei aan Giacomo:

– Ik vind dat je toch moet komen [naar haar casino], ook tijdens de vasten, wanneer God wil dat we onze zinnen verstillen. Het is toch lachwekkend dat God zou bedenken dat er voor ons een tijd is om te genieten, en een andere tijd waarin we hem alleen kunnen behagen door verstervingen! Wat kan een verjaardag** met goddelijkheid te maken hebben? Ik zou niet weten hoe de daden van een schepsel de Schepper zouden kunnen beroeren. Mijn verstand kan hem alleen als onafhankelijk begrijpen. Mij lijkt het, dat als God een mens had geschapen die in staat was om hem te beledigen, die mens met reden alles zou moeten doen wat hij verbood, al was het maar om hem te leren scheppen. Kunnen we ons voorstellen dat God gekweld wordt tijdens de vastentijd?

Casanova was erg verbaasd: “Mijn goddelijke vriendin, je redenering klopt, maar mag ik weten waar je hebt léren redeneren, en hoe je erin bent geslaagd om de sprong over die greppel te maken?”

De non prees vervolgens de kracht en het effect van de natuurlijke rede:

– Mijn vriend [Bernis] gaf me een paar goede boeken, en het licht van de waarheid verdreef snel de wolken van bijgeloof die mijn rede fnuikten. Ik verzeker je dat als ik over mezelf nadenk, ik gelukkiger ben iemand te hebben gevonden die mijn geest heeft verlicht, dan ongelukkig dat die sluier is weggenomen, want het grootste van alle geluk is in vrede te leven en sterven, wat men niet kan hopen door geloof te hechten aan wat priesters ons vertellen.

En zij gaf Casanova nog een waardevolle les: denken is tegendenken.

"Dat is heel juist; sta me toe dat ik je bewonder, want de taak om een heel sterk geïndoctrineerde geest als de jouwe te verlichten, kan niet het werk van een paar maanden zijn geweest."

– Ik zou het licht veel minder snel hebben gezien, als ik minder doordrenkt was geweest van dwalingen. Wat in mijn geest het valse van het ware scheidde, was maar een gordijn: alleen de rede kon het ophalen, maar mij was geleerd haar te verachten. Zodra mij werd aangetoond dat ik er de hoogste waarde aan moest hechten, zette ik haar aan het werk en haalde zij het gordijn op. Glanzend verscheen de onmiskenbare waarheid, en de onzin verzwond. En ik heb geen reden om te denken dat hij weer opduikt, want ik word met de dag sterker. Ik mag zeggen dat ik van God pas ben beginnen houden, nadat ik me ontdaan had van de ideeën die de religie mij van Hem had gegeven.

"Ik feliciteer je. Je hebt meer geluk gehad dan ik. Je hebt tienmaal meer reizen gemaakt dan ik."

in: Alain Boureau
Casanova
Un générateur de hasard
Paris, 2022, Les Belles Lettres

_____________

  * Wat de kardinaal niet belette om in zijn Memoires te schrijven: «J’ai toujours eu en horreur le libertinage.» Losbandigheid is mij altijd een gruwel geweest.
** De vastentijden eindigen bij verjaardagen: Kerstmis, de geboorte, en Pasen, de verrijzenis.

10 december 2023

Islamofobie = ziekelijke schrik voor de islam


In Frankrijk kun je goed de temperatuur meten van wat er in heel Europa komt. Hun regering is islamofoob... en alleen voor ongeletterden betekent die term iets anders dan wat de titel hier zegt.

Recent waren er weer enkele islammoorden in dat land, maar als Marine Le Pen die in het parlement ter sprake wil brengen wordt ze aasgier, lijkenpikker, charognarde genoemd, zelfs door regeringsleden. Zij zien geen verbanden, geen samenhang en spreken bij voorkeur over losse, zij het vanzelfsprekend betreurenswaardige faits-divers.* Minister Gérald Darmanin had het ooit over l’ensauvagement d’une partie de la société, de verwildering van een deel van de samenleving, maar dat deel ook bij naam noemen was te veel gevraagd.

Op vragen komt nooit antwoord, hoe beleefd ook gesteld: er wordt alleen gescholden. Le Pen beklaagde zich daarover vanmorgen op CNews en Europe1, bij Sonia Mabrouk.

Sonia Mabrouk: Maar als u het woord neemt, dan stelt u hun inactiviteit, hun onvermogen aan de kaak. Tja, dat ze dan niet antwoorden: wel bedankt en voortaan zullen we...
Marine Le Pen: Natuurlijk grijpen ze niet in, maar wij, de oppositie, zijn er precies om hen te zeggen: wij denken dat jullie niet doen wat nodig is.
Stéphane Dupont: Vindt u niet dat u die feiten van maatschappelijk belang, zoals u ze noemt, politiek uitbuit?
Marine Le Pen: Maar wát betekent politiek dan voor u? Wat betekent politiek, als het niet gaat om het aanpakken van problemen waar mensen dagelijks mee te maken hebben, en hen antwoorden bieden? Wat betekent politiek voor u? Is het iets waarbij je in een salon thee drinkt in het gezelschap van technocraten die net zijn afgestudeerd aan de ENA?
Sonia Mabrouk: Verstaat Élisabeth Borne dát onder politiek’?
Marine Le Pen: Natuurlijk is dat voor Élisabeth Borne politiek. Het bewijs? Ze beseft niet eens dat onveiligheid een realiteit is in ons land.
Sonia Mabrouk:Een gevoel. Een gevoel van onveiligheid.’ [Eerste minister Borne zei dat]
Marine Le Pen: Ze heeft het nog steeds over een gevoel van onveiligheid, net als Lionel Jospin in zijn tijd.
Stéphane Dupont: Denkt u dat ze, in dat opzicht, haar eigen land niet kent?
Marine Le Pen: Maar... ze kent het ook niet, of anders gezegd: ze zijn zo bang te moeten erkennen dat ze verantwoordelijkheid dragen voor de situatie ...en dan komt het nog het beste uit om zaken gewoon te ontkennen. Zolang ze de situatie ontkennen, hoeven ze niet te zeggen: ‘Ja, inderdaad, de toestand is catastrofaal en wij zijn medeschuldig.
Want op dat moment, neemt een politiek verantwoordelijke zijn verantwoordelijkheid. Waar gaat het immers heen als niemand ooit nog verantwoordelijk is? En dus moeten zij wel optreden, voilà. Maar de realiteit is dat zij de feiten ontkennen, en door het maatschappelijk feit te ontkennen, proberen zij in werkelijkheid zichzelf af te schermen, en hun eigen verantwoordelijkheid en hun eigen lediggang te ontkennen.

______________ 

* Zoals Godfried Bomans opmerkte in zijn Pieter Bas‘Heeft de heer Lohmeijer wel aan het Verbindend Principe gedacht?’

8 december 2023

Ostentatio genitalium, de geslachtsdelen tonen

 In de krant lezen we over een voetbalcommentator die aan de wereld graag zijn genitaliën laat zien.* Dat kunnen we dégoûtant vinden maar we weten al langer dat exhibitionisme ook in de media wel voorkomt en de gazetten schrijven daar graag over.

Toch zou hun schriftuur erbij winnen en minder onsmakelijk zijn, als ze een voorbeeld namen aan een groot stilist als Giacomo Casanova.

In Genève, stad van Calvijn, ontmoette hij zekere Hélène die net als hijzelf beslagen was in de theologie: «La théologienne avait vingt-deux ans et elle était plus que jolie.»
Op een dag maken ze al discussiërend een wandeling, in het gezelschap van Edvige, een even mooi nichtje van Hélène, en al even bedreven in de theologie.
Casanova wierp een vraag op: «Admettez-vous que le Christ réunissait en lui toutes les perfections humaines?», want al sinds de XVde eeuw toonde de katholieke schilderkunst de geslachtsdelen van Christus, als bewijs van zijn menselijkheid: ostentatio genitalium.
Edvige antwoordde: «Tout à fait; en revanche, il ne participait pas aux infirmités humaines.» Maar in dat geval komt Zijn algehele menselijkheid in het gedrang, en men overwoog even om de kwestie voor te leggen aan Voltaire die vlak in de buurt, in Ferney woonde.

Maar zover kwam het niet, de gedachten dwaalden af:

En parlant de choses et d’autres nous arrivâmes à un bassin dont les marches en marbre descendaient vers une eau claire comme du cristal. Bien que l’atmosphère fut assez fraîche, nos têtes n’en étaient pas moins échauffées; l’idée me vint de proposer aux dames un bain de pieds qui leur ferait beaucoup de bien, et je leur demandai l’honneur de leur enlever leurs chaussures et leurs bas. «Eh bien, dit la nièce, je descends – Et moi de même, s’écria Hélène. – Parfait, mesdames ! Veuillez donc prendre place sur la première marche.» Je descends alors jusqu’à la quatrième marche, et en un clin d’œil les chaussures et les bas sont retirés. De très belles jambes s’offrent à mes regards dans tout l’éclat de leur blancheur d’albâtre; j’en vante les charmes, sans regretter pour le moment que me demeurent cachées les beautés qui se trouvaient plus haut. En descendant jusqu’à la marche où leurs pieds allaient toucher l’eau, les nymphes furent obligées de retrousser leurs jupes; la nièce du pasteur dit alors en riant à Hélène: «Qu’importe, les hommes aussi ont des cuisses!» Hélène ne voulut pas paraître moins courageuse que la cousine. Enfin, je leur déclarai que ça suffisait, car elles allaient s’enrhumer si elles restaient plus longtemps dans l’eau. Les jupes toujours retroussées, elles remontèrent alors les trois marches à reculons; puis ce fut à moi de les sécher avec tous les mouchoirs que j’avais. Le lecteur imaginera facilement que je mis à profit, dans toute son étendue, le précieux privilège de voir et de toucher ce qui réclamait mon assistance. La nièce du pasteur prétendit que j’étais un peu trop curieux, mais si c’était vrai, c’était la faute d‘Hélène; elle s’y prêtait en effet avec un regard si tendrement languissant que seul un Groenlandais aurait pu rester ici dans les bornes prescrites. L’essuyage achevé, je remis aux dames leurs bas en leur déclarant, en toute naïveté et franchise, que j’étais ravi d’avoir découvert les charmes les plus secrets des deux plus belles vierges de Genève.«Et quelle impression, demanda la cousine, vous a laissé cette vue? – Je n’ose pas vous en montrer le résultat, mais votre intuition devrait vous en informer».

in: Alain Boureau
Casanova
Un générateur de hasard
Paris, 2022, Les Belles Lettres, pp. 48-9


Vergelijk de twee laatste zinnen. De vertaling van Theo Kars is hier wel érg vrij, maar er zijn verschillende versies van Casanova's tekst gepubliceerd.

De kritische uitgave van Histoire de ma vie verscheen bij Laffont in 2013 in de reeks Bouquins, en werd verzorgd door Jean-Christophe Igalens en Érik Leborgne. Niet te verwarren met de eerdere versie (ook bij Bouquins, maar niet meer herdrukt) van Francis Lacassin.

Hier mijn vertaling:

Terwijl we praatten over een en ander, kwamen we bij een bassin met marmeren trappen die beneden uitkwamen op kristalhelder water. Al was de sfeer nogal kil, onze hoofden bleven niettemin verhit; het idee kwam bij me op om de dames een voetbad te suggereren dat hen veel goed zou doen, en ik verzocht om de eer hun schoenen en kousen te mogen uittrekken. “Nou,” zei het nichtje, “ik kom naar beneden – en ik ook,” riep Hélène uit. – Perfect, dames! Nemen jullie plaats op de eerste trede. Ik stapte nu naar beneden naar de vierde tree en in een oogwenk waren de schoenen en kousen uit. In al hun albasten witheid vertoonden zich aan mijn blikken prachtige benen; ik prees de charmes ervan** zonder spijt op dat moment dat de schoonheden die hogerop zaten voor mij verborgen bleven. Toen ze afdaalden naar de trede waar hun voeten het water zouden raken, moesten de nimfen hun rokken opschorten; het nichtje van de dominee zei daarbij al lachend tegen Hélène: "Wat maakt het uit, mannen hebben ook dijen!" Hélène wilde niet minder dapper lijken dan haar nicht. Ten slotte zei ik dat het genoeg was, want ze zouden kou vatten als ze nog langer in het water bleven. Met hun rokken nog opgeschort stapten ze achterwaarts de drie treden weer op; nu was het mijn beurt om ze af te drogen met alle zakdoeken die ik had. De lezer zal zich makkelijk kunnen voorstellen dat ik ten volle profiteerde van het kostbare voorrecht om alles te zien en aan te raken wat mijn hulp nodig had. Het nichtje van de dominee beweerde dat ik iets té nieuwsgierig was, maar als dat zo was, dan was het de schuld van Hélène; zij leende zich er immers toe met een zo innig smachtende blik, dat alleen een Groenlander hier binnen de voorgeschreven grenzen had kunnen blijven. Toen het afdrogen voorbij was, gaf ik de dames hun kousen terug en vertelde hen in alle naïviteit en openhartigheid dat ik dolblij was de meest geheime charmes te hebben ontdekt van de twee mooiste maagden van Genève. “En wat voor indruk heeft die aanblik op u gemaakt?” vroeg het nichtje. – Het resultaat ervan durf ik je niet te laten zien, maar je intuïtie zou het je moeten vertellen".
__________________

  * De pudendis rebus cogit necessitas loqui, honestas circumloqui (Augustinus).
Noodzaak dwingt te spreken over oneerbare zaken, het fatsoen om dat omfloerst te doen.
** Al zegt Casanova elders dat, om hun schoonheid te beoordelen, hij de benen van vrouwen buiten beschouwing laat.
 

3 december 2023

Een ongecontroleerde slip van elf seconden


De klimaatcrisis is gewoon te ingewikkeld en te complex en te veelomvattend om in ons huidig poletiek systeem proper opgelost te worden, en daarom vinde k'ik dat nodig dat die rechters dat wel zeggen, dat signaal geven...

 
We horen hier een subtiel man, die ons de verschillen tussen ingewikkeld, complex en veelomvattend haarfijn had kunnen uitleggen als niet het format televisie hem de tijd daartoe had misgund.

Ook mochten wij hopen dat hij de termen huidig politiek systeem en proper had toegelicht voor eenvoudige plebejers. Ons huidig politiek systeem is de parlementaire democratie en het algemeen stemrecht, maar kennelijk deugen die niet.
Ten slotte klinkt ook proper weinig geruststellend, en roept het zelfs nare herinneringen op. 

Dirk Draulans vindt verder dat rechters signalen moeten geven. Hun taak wordt in de regel niet zo omschreven. 

In elk geval bewijst onze man dat je in luttele elf seconden een hoop eenvoudige, niet complexe maar wel gevaarlijke enormiteiten kunt uitkramen.

26 november 2023

«Ich habe große Achtung vor Viktor Orbán»


Viktor Orbán kwam spreken in Zürich, en de drieëntachtigjarige voormalige Bundesrat* Christoph Blocher legt uit waarom diens verzet binnen de EU een les is voor Zwitserland.


Weltwoche:
Hoe ziet u Orbán?
Blocher: Wel, ik heb grote achting voor hem. Binnen de EU is hij dan een zogenaamd stoute jongen, en ook de mainstream media houden over het algemeen niet van hem. Ze schrijven enkel negatief. Als je dat allemaal zou geloven dan had men die man hier niet mogen uitnodigen. Maar ik ken de lui die zij bekritiseren, en dat zijn meestal niet de slechten. Es sind die schlechtesten Früchte nicht, an denen die Wespen nagen, dat moet je toch altijd voor ogen houden, en daarom volg ik hem ook op de voet.
En het is toch verwonderlijk: dit is een parlementaire democratie! Als je de geschiedenis van deze staat bekijkt: koninkrijk, Oostenrijks-Hongaars keizerrijk, dan Duitsland, dan Rusland, die krijgshaftige verhoudingen. Als die een democratische staatsvorm hebben die functioneert, met een oppositie, en hij zich met een tweederdemeerderheid doorzet bij een algemene verkiezing, dan maakt dat natuurlijk buitengewoon grote indruk. De Hongaren waarderen hem ook, anders verkozen ze hem niet.
En hij houdt vol, kletst niet al naargelang de wind keert, én neemt ook de straffen van de EU op de koop toe, wat respect verdient. In de Europese Unie zegt men: die doet in zijn land zaken die ons niet zinnen en dus zetten wij de schaar in zijn financiële middelen.
Dat is een waarschuwing voor Zwitserland. Dat zien ook wij bij de verdragen die hernieuwd moeten worden, en waarin staat: Zwitserland moet de regels van de EU overnemen. Dat betekent zoveel als: de EU maakt de wetten in plaats van het Zwitserse volk, én als jullie zich daar niet aan houden, komen er compensatiemaatregelen. Dat zijn eenvoudigweg strafmaatregelen, zoals Hongarije die nu ondergaat.
Wij kunnen dus zien hoe het een vrijheidslievend volk vergaat, en dat is voor Hongarije niet de eerste keer.
Weltwoche: Wat kan Zwitserland van Hongarije leren? Wat doet Hongarije zeer goed, en wat kunnen wij, met een ongeveer even grote bevolking, wat kunnen wij misschien als voorbeeld nemen?
Blocher: Ja, met voorbeelden nemen is het uitkijken. Wij moeten hen ook niet helpen: Hongarije is Hongarije en wij zijn Zwitserland. Maar zeker is dat voor ons een leerzaam voorbeeld hoe de Europese Unie omgaat met kleine staten, en Hongarije is ongeveer even groot als wij: als je niet doet wat wij willen, dan word je bestraft, en wel financieel. En de hele classe politique in Europa ondersteunt dat ook nog. Dat is geen mooie trek van de Europese staten.
Weltwoche: Wat verwacht u concreet van de toespraak van Orbán?
Blocher: Weet ik niet, ik hoop dat hij ons het Hongaarse standpunt duidelijk maakt, en ons zegt hoe belangrijk, 
ook voor de andere staten, de strijd voor de Hongaarse vrijheid is. Vrijheid is een grondrecht, zo zijn de staten ontstaan, en zij gaat steeds meer verloren door de centralisering en globalisering. En hij zal ons hopelijk zeggen waarom Hongarije die strijd voert, want daar hebben wij parallellen mee.
___________
*Zwitserland, een ingewikkeld viertalig land, heeft een regering met niet minder dan zéven Bundesräte: ministers zouden ze hier heten.



23 november 2023

Napoleon Bonaparte – de film even daargelaten


Nu die, naar ik lees onhistorische Napoleonfilm van de Amerikaanse Engelsman Ridley Scott zeer gepromoot wordt met de jonge Vanessa Kirby als Joséphine is het misschien nuttig om het oordeel van een tijdgenoot van de keizer te vernemen.

De Düsseldorfer Heinrich Heine (1797-1856) was, zoals alle Joden, Napoleon zeer dankbaar want in de door hem veroverde gebieden, het Rijnland in dit geval, werden zij plots citoyens zoals alle anderen.

Later nam Heine afstand van hem, zoals u hier kunt lezen:

De Reis van München naar Genua*

Hoofdstuk XXVIII

[...] Er wordt ook verder gebouwd aan de fameuze triomfboog die aan het eind van de Simplonstraße** moet komen. Toegegeven, het standbeeld van Napoleon komt niet, zoals eerder de bedoeling was, op de top van die boog. Toch heeft de grote keizer een standbeeld nagelaten dat veel beter en duurzamer is dan marmer, en dat geen enkele Oostenrijker aan onze blik kan onttrekken. Als wij allen door de zeis van de tijd zullen zijn neergemaaid, en als kaf van het veld geblazen, dan nog zal dat standbeeld daar intact staan; nieuwe generaties zullen uit de aarde opschieten, duizelig naar het beeld opkijken en weer ter aarde gaan; – en de Tijd, niet bij machte om zo'n beeld te vernielen, zal proberen het in een nevel van fabelen te hullen, en de ontzaglijke geschiedenis ervan wordt uiteindelijk een mythe.

Misschien zal na duizenden jaren een spitsvondige schoolfrik in een zeer geleerd proefschrift onweerlegbaar bewijzen dat Napoleon Bonaparte helemaal dezelfde was als die andere Titaan, die het licht van de goden roofde en voor dit vergrijp aan een eenzame rots werd geketend, midden in de zee, blootgesteld aan een gier*** die dag na dag zijn hart aan stukken reet.

Hoofdstuk XXIX

Ik verzoek u, beste lezer, mij niet als een onvoorwaardelijke Bonapartist te beschouwen; mijn eerbetoon gaat niet uit naar de daden van de man, maar alleen naar zijn genie. Ik hou alleen onvoorwaardelijk van hem tot aan de achttiende Brumaire – toen verried hij de vrijheid.

_____________

    * Verschenen in het Morgenblatt für gebildete Stände (Stuttgart, december 1828); als boek in 1830 uitgegeven door Campe: Reisebilder.
  ** Berlijn.
*** Heine bedoelt Hudson Lowe.

21 november 2023

Het onverschrokken Vrije Woord

 Abnousse Shalmani, française geboren in Teheran, gaf als juryvoorzitster bij de uitreiking van de Prix de la Laïcité in het stadhuis van Parijs een moedige, verstandige en grappige toespraak.

Hier kennen wij de 'Prijs van het Vrije Woord', maar de twee vergelijken zou ridicuul zijn aangezien die ook al naar doorbrave schertsfiguren ging. Ik vertaal er een paar fragmentjes uit, maar het spreekt dat u beter haarzelf kan beluisteren:


Tolérance
Vandaag worden we gedwongen de vrijheid en de lekenstaat te verdedigen. We moeten ons teweerstellen tegen beschuldigingen van racisme, kolonialisme en ‘islamofobie’ met zijn obligate aanhalingstekens.
We zijn nu in het defensief, omdat in het land van Hugo en Zola, van Baudelaire en Pierre Louÿs, de Sade en Marcel Proust ... in het land van Charlie Hebdo, het verdedigen van vrijheid en secularisme – en het ene kan niet zonder het andere – gevaarlijk is geworden.
Zonder dat het opviel is de vrijheid vandaag niet langer het lichtbaken van de hele mensheid. Er zit een luchtje aan, ze is bezoedeld door het historische verleden van het Westen, een kenmerk van dominantie geworden, terwijl zij met reden het doel was van elk verlangen naar emancipatie, de onwankelbare hoop van elke onderdrukte mens op aarde.
Uit lafheid, goedhartigheid, luiheid en misplaatst schuldgevoel hebben het Westen, Europa en Frankrijk zich laten afglijden naar een tolerantie die de intolerantie laat gedijen.
“Er is één geval waarin tolerantie fataal kan zijn voor een natie. Dat is wanneer zij een intolerante religie tolereert,” schreef Helvétius over het katholicisme.
Dit mag voor alle religies gelden, en vandaag, hier en nu vooral voor het islamisme, wat ook islam is, wat zijn kanker is, maar evengoed het gevolg van zijn koppige weigering om zichzelf te hervormen, zichzelf te herdenken, zich te spiegelen in de spiegel van de moderniteit.
In naam van een gevaarlijke tolerantie hebben we collectief die dodelijke onverdraagzaamheid laten bloeien. Er is bloed vergoten in Frankrijk. Het bloed van journalisten, cartoonisten, politieagenten, Joden, Joodse kinderen, leraren, en opnieuw Joden.
Er is bloed vergoten in naam van het islamisme, dat een totalitarisme is. Het islamisme reduceert mannen en vrouwen tot werktuigen van haat en vernietiging. Islamisme betekent antisemitisme, anti-feminisme, homofobie, anti-republicanisme, anti-humanisme, het is een fabriek van onheil, een broedmachine voor ingebeelde wrokgevoelens en houdt voor iedereen de belofte van duisternis in.


Paternalisme
Telkens weer hebben wij herhaald, als een morbide litanie, “Dat nooit meer”, staken we kaarsen aan, namen we minuten stilte in acht, postten we “Je suis...”, berichten die steeds holler klonken. En dan, uit lafheid, angst, luiheid, misplaatst schuldgevoel, vergaten we het, bleven we ons hoofd buigen tot de volgende aanval, de volgende moord, de volgende dode.
Ons leken, universalisten en humanisten beschuldigt men ervan de vrijheid en het secularisme te verdedigen. We worden ervan beschuldigd dat we minderheidsgroepen niet respecteren, dat we niet tolerant zijn, dat we oude zakken zijn ... ach, ja, vooruit dan maar. En toch liegt de andere kant. De andere kant liegt keihard. Ze loochenen en verraden het meest elementaire humanisme. Humanisme weigert de mens te laten bepalen door zijn geboorte, weigert hem over te leveren aan de bal en ketting van het essentialisme.
De omkering van waarden is duizelingwekkend. Wij zijn schuldig aan het verdedigen van de mogelijkheid tot emancipatie en autonomie. Wij zijn schuldig aan het feit dat we willen dat een kind een keuze kan maken – zijn eigen keuze – en niet gereduceerd wordt tot de fantasieloze voortzetting van zijn of haar afkomst.
Wij zijn schuldig aan het feit dat we alle mensen als gelijkwaardig beschouwen, en men bestaat het te eisen dat wij, om ons antiracisme te bewijzen, een wit pootje tonen ...aan deze nieuwe racisten die geboorte als identiteit verdedigen, identiteit als de enige aanspraak, huidskleur als kenmerk, doel en lotsbestemming, die de religie van de onderdrukten als excuus voor alle misstanden aanvoeren, of erger nog, een laissez-aller, laissez-dire, laissez-faire-houding aannemen.
Dit is het neokolonialisme waarvan juist de verdedigers van vrijheid, secularisme, universalisme en gelijkheid worden beschuldigd. Onder het mom van liefde voor iedereen, de hand reiken naar de onderdrukten, kiezen de nieuwe antiracisten voor paternalisme.
Ze verontschuldigen antisemitisme als het voortkomt uit de religie van de onderdrukten. Ze verontschuldigen homofobie en vrouwenhaat als die voortkomen uit niet-westerse culturen. Ze juichen de anti-democratie toe die een separatisme is, omdat dit past in hun politieke en electorale agenda, en ze troosten zich met de gedachte dat ze in het goede kamp zitten, het kamp van het Goede, terwijl ze telegeleid worden door de islamistische ideologie.

Ça suffit.
Maar als u wilt, kunnen we het over het verleden hebben. Was het Perzische Rijk zachtmoediger dan het Britse Rijk? Was het Ottomaanse Rijk minder moorddadig dan het Franse Rijk? En waarom zouden we de verachtelijke Atlantische slavenhandel wél aan de kaak stellen en niét de niet minder verachtelijke, nog barbaarsere Arabisch-islamitische slavenhandel, die ook nog eens veel langer heeft geduurd?
Genoeg is genoeg. Het verleden veroordeelt noch vergeeft. Geschiedenis is niet goed of slecht, zij is. Het Westerse verleden is niet schandelijker dan het Oosterse. En in tegenstelling tot het Oosten, dat weigert om ook maar iets in twijfel te trekken, heeft het Westen de slavernij afgeschaft en de mensenrechten uitgevonden.
Genoeg is genoeg.


J'ai choisi mon camp
Tot slot, als voorzitster van de jury van de Prix de la Laïcité, en dit is alleen voor mijn rekening, ik betrek mijn jury daar niet in: ik geef geen prijs aan een socialist. Hen laat ik stikken in hun klotemoratorium, om eruit te komen of Hamas nu terroristisch is of niet [applaus] ...of Hamas nu terroristisch is of niet, of zij pogroms hebben uitgevoerd of niet, en of men niet of wél moet breken met diegenen die deze ontkennen en de hatelijke leugen van het negationisme verspreiden.
Ik geef de prijs aan een politicus die moediger is dan anderen. Om de definitie van Cocteau te citeren: “Laïcité [‘humanisme’ kan misschien dienen als benaderende, zij het gebrekkige vertaling] bestaat niet, er zijn alleen bewijzen van laïcité.”
Tot nog toe heeft de bewuste politicus zijn taak vervuld, maar omdat ik wantrouwig ben geef ik hem niets, ik leen hem die prijs. Al te veel politici hebben de laïcité verraden. Ik kan het aantal dolksteken tellen op mijn rug, die de naam dragen van veel linkse socialisten die zijn weggezonken in het kamp van de islamisten. En dat vergeef ik hen niet, al vanaf mijn Iraanse kindertijd niet, en vanaf de islamitische revolutie van 1979 waarbij we een verbond zagen van links en de islamisten.
Dus in tegenstelling tot velen, heb ik mijn kamp gekozen: voor mij is het vergeven noch vergeten.
Wij geven de internationale prijs, niet aan de goedkope verontwaardiging maar aan &c.


12 november 2023

Sandrine Rousseau

Groen en links hebben het moeilijk om hun antisemitische buikgevoelens*  te maskeren (niet enkel hier of in Frankrijk: overal in Europa).

Maar nu had dat arme groene schaapje Rousseau een Fehlleistung, en wordt zij daarop aangesproken... dat vind ik overdreven. Ze bedoelde het goed maar babbelt te graag, en haar woorden gaan vaak sneller dan haar gedachten. Freud zal het anders zeggen, maar dat is alles.

Sandrine : Moi, je ne marcherai jamais avec ces gens-là,** par contre je serai présente pour dire mon soutien à l’antisémitisme. 
Merci beaucoup, madame.


_____________
  * Een handige journalistieke term, die ik dankbaar inpik.
** Die smerige volgelingen van Marine Le Pen.

11 november 2023

Immigratie en naturalisatie

.

Keizer Marcus Aurelius Severus Antoninus Augustus (188-217) liet zich Antoninus Magnus noemen, maar de geschiedenis ging hij in onder zijn bijnaam Caracalla – naar de Keltische militaire mantel die hij bij voorkeur droeg, de caracallus of caracalla. Hij was geboren in Colonia Copia Claudia Augusta Lugdunum, het huidige Lyon.

De keizer verleende burgerschap aan alle vrije mannen die in het Romeinse Rijk woonden. De Armeens-Italiaanse classicus Giusto Traina geeft toelichting bij deze maatregel die zijn goedkeuring wegdraagt:

[...] Caracalla had een verfijnde opvoeding genoten en profiteerde van krachtige intellectuele prikkels, dankzij de filosofen, retorici, wetenschappers en juristen die deel uitmaakten van de entourage van zijn moeder.

Gefascineerd door de mythe van Alexander de Grote, plande de keizer een veroveringscampagne in het Oosten, die eindigde met zijn dood in 217. Van de Macedoniër had hij ook de visionaire droom overgenomen om Oost en West in één beschaving te verenigen. Zijn edict van 212 (of 213) is al even visionair; het staat bekend als de Constitutio Antoniniana – een “keizerlijke grondwet”, een akte die van een vorst uitgaat en kracht van wet heeft. Een papyrus die in Egypte is gevonden, en nu in Duitsland in de kleine universiteit van Giessen wordt bewaard, bevat een Griekse vertaling van dit edict, dat “aan allen [die in het Rijk wonen] het recht op Romeins burgerschap verleent, met dien verstande [dat niemand buiten het kader van de steden zal worden aangetroffen], behalve de déditicii”, waarbij deze laatsten de barbaren waren die in het Rijk mochten wonen en, naar alle waarschijnlijkheid, ook onderdanen die al in het Rijk woonden maar nog niet voldoende geromaniseerd waren. Tot dan toe werd de civitas romana slechts mondjesmaat toegekend – volgens een systeem dat door sommige hedendaagse politici en bepaalde juristen wordt bepleit – en gebaseerd op zogenaamde “selectieve” immigratie in tegenstelling tot het schrikbeeld van “ondergane” immigratie. Het is niet verwonderlijk dat Cassius Dio de revolutionaire betekenis van het edict niet inzag, of waarschijnlijk niet wilde inzien; in zijn ogen zou het niet meer dan een middel zijn geweest om de keizerlijke schatkist verder te spekken. In ieder geval werd de Constitutio Antoniniana nooit herroepen en ten tijde van het Christelijke Rijk spraken belangrijke auteurs zich er positief over uit.


Giusto Traina
Le Livre noir des classiques
Une histoire incorrecte de la réception de l'Antiquité
Traduit de l’italien par Éric Vial et Anne Vial-Logeay
Préface de Johann Chapoutot
Postface de Giusto Traina et Éric Vial
Paris, Les belles Lettres, août 2023

5 november 2023

Een grootverbruiker

Dat de verlichte vorst Josef II keizer-koster werd genoemd, leerden wij op school. Hij bemoeide zich met de erediensten, bepaalde zelfs hoeveel kaarsen op het altaar mochten branden en beperkte het aantal kermissen in de Oostenrijkse Nederlanden. Vandaar.

Bij Élisabeth Badinter kun je over die man dingen lezen die men op school onvermeld liet, terwijl ze de lessen geschiedenis nochtans hadden kunnen verlevendigen.

In een voetnoot vernemen we:

À Mme de Herzelles, Joseph Kervyn de Lettenhove, Mémoires couronnés et mémoires des savants étrangers publiés par l'académie royale de Belgique, 2 juillet 1772: «Cet empereur, si ennemi des femmes [...] ne s’en sert que pour son amusement.»

Badinter verduidelijkt dit:
Il est vrai que s’il fréquentait le salon de quelques femmes de la haute aristocratie, en tout bien tout honneur, il faisait grande consommation de prostituées.

Élisabeth Badinter
Le Pouvoir au féminin
Marie-Thérèse d’Autriche
Flammarion 2016, Livre de Poche p. 319

31 oktober 2023

Emmanuel Macron en Giacomo Casanova


Bij de inhuldiging van La Cité internationale de la langue française, hield Emmanuel Macron een indrukwekkende toespraak van een uur. Het was een lofzang op de Franse taal, die de Franse natie vorm had gegeven. Het woord grandeur viel natuurlijk. Dat de taalkundige eenmaking van Frankrijk onder dwang gebeurde Vlamingen en vele andere ‘Franse’ minderheden weten dit liet hij niet onvermeld, wat een verdienste mag heten.

Over de normerende rol van de Académie française zei hij impliciet dat de onsterfelijken, les immortels, enige soepelheid moesten betrachten. Leenwoorden konden wel liet hij verstaan.

In niet mis te verstane bewoordingen viel hij de écriture inclusive aan, de kunsttaal en -schrijfwijze die genderdiscriminatie wil uitsluiten. Macron kreeg luid applaus nog voor hij zijn zin kon afmaken:*


Over een paar maanden, als de nieuwe editie van de Académie Française uitkomt, zal het een plechtig en belangrijk moment zijn, want het is een moment van erkenning van woorden die in onze taal aanwezig zijn, en het is de voortzetting van de kracht van onze natie. En daarom moeten we deze taal verder laten leven, inspiratie putten uit anderen, woorden stelen, ook van het andere eind van de wereld en – ik kom hier nog op terug – blijven uitvinden. Maar evenzeer moet men de fundamenten van de taal behouden, de sokkel van de grammatica, de kracht van de syntaxis, en niet toegeven aan de grillen van deze tijd. In onze taal is de mannelijke vorm tegelijk de onzijdige. Wat we middenin woorden kunnen missen, zijn puntjes, of streepjes, of nog andere zaken om dit zichtbaar te maken.



In zijn tijd wist de zelfbewuste Giacomo Casanova ook een en ander over de Académie (niet over de écriture inclusive natuurlijk). Hij beschouwde dat instituut als een rem op de taalontwikkeling, rem die het Italiaans niet kende. Misschien inspireerde Casanova wel Macrons tekstschrijver?

[...] nous traitons les matières beaucoup plus éloquemment que les Français, ayant à notre choix une quantité de synonymes; tandis que difficilement on en trouverait une douzaine dans la langue de Voltaire, qui riait de ceux entre ses compatriotes qui disaient qu'il n'était pas vrai que la langue française fût pauvre puisqu'elle avait tous les mots qui lui étaient nécessaires. Celui qui n'a que ce qui lui est nécessaire est pauvre; et l'obstination de l'Académie française à ne point vouloir adopter des mots étrangers ne démontre autre chose, sinon que l'orgueil va avec la pauvreté. Nous poursuivons à prendre des langues étrangères tous les mots qui nous plaisent; nous aimons à devenir toujours plus riches; nous trouvons même du plaisir à voler le pauvre: c'est le caractère du riche.

 [...] onze verhandelingen zijn mooier gestileerd dan die van de Fransen, omdat wij uit een groot aantal synoniemen kunnen kiezen. Het zou moeilijk zijn er een dozijn te vinden in de taal van Voltaire, die zich vrolijk maakte om diegenen onder zijn landgenoten die beweren dat het niet juist is te stellen dat de Franse taal arm is, omdat zij alle woorden bezit die zij nodig heeft. Wie alleen bezit wat hij nodig heeft, is arm, en de hardnekkigheid waarmee de Académie française weigert uitheemse woorden over te nemen toont alleen maar aan dat trots en armoede samengaan. Wij gaan ermee door uit vreemde talen alle woorden over te nemen die ons aanstaan. Wij houden ervan steeds rijker te worden en hebben er zelfs plezier in van de armen te stelen: dat is de rijken nu eenmaal eigen.

Jacques Casanova de Seingalt
Histoire de ma vie
suivie de textes inédits
Volume 11 – Chapitre VII
Édition présentée et établie par Francis Lacassin
Éditions Robert Laffont, 1993, 2002, pp. 763-4

vertaling van Theo Kars
Het verhaal van mijn leven
Amsterdam, 1991, 2017, Uitgeverij Van Oorschot
_____________
* De Groene Sandrine Rousseau reageerde vanzelfsprekend onmiddellijk: 'Le masculin n'a rien de neutre', er is niets neutraals aan de mannelijke vorm.

29 oktober 2023

Mag er op straat, coram publico, gewaterd worden?

Intussen zijn weer andere dingen aan de orde, ontegenzeggelijk belangrijkere zaken, maar in een beschouwende, bespiegelende blog blijft de vraag legitiem: ‘Kunnen wij het velen dat politici op straat pissen of luchtgitaar spelen?’

Velen hebben zich geruime tijd met deze vraag beziggehouden, politici en journalisten, en haar negatief beantwoord. Soms deden ze dat streng, soms schouderophalend, maar wie over deze kwestie een heel duidelijke mening had, was onze vorstin Maria-Theresia van Oostenrijk.
In haar diensten werkten kuisheidsambtenaren, commissaires de chasteté, die vermetelheden van die aard streng beteugelden.

Jacques Casanova de Seingalt, in zijn Histoire de ma Vie, volume 3, hoofdstuk XII, deed hierover zijn beklag, en Theo Kars vertaalde dit zo:

Wenen was zo vergeven van dit gespuis dat een man die de aandrang voelde te wateren, nauwelijks een plaats kon vinden waar niemand hem zou kunnen zien. Ik was op een dag erg verbaasd toen ik werd onderbroken door een schoelje met een ronde pruik, die dreigde mij te arresteren als ik mijn handeling niet ergens anders zou voltooien.
–‘Zou u zo vriendelijk willen zijn mij te zeggen waarom?’
–‘Omdat links van u een vrouw bij het raam staat die u kan zien.’
Ik keek, en zag inderdaad op de vierde verdieping van een huis het gezicht van een vrouw die met behulp van een toneelkijker zou hebben kunnen zien of ik jood of christen was. Ik gehoorzaamde, lachend om dit voorval, dat ik aan iedereen vertelde. Niemand vond het echter ongewoon.

Vanzelfsprekend werden ook de meisjes scherp in de gaten gehouden: meisjes die van hun charmes leefden werden aangehouden, en twee keer per jaar, in mei en oktober, deporteerde men hen naar een kamp in Temesvár (het huidige Timisoara).

Kortom, alle meisjes die in Wenen op straat liepen, waren gedwongen een rozenkrans in de hand te houden. Zij konden dan niet direct worden gearresteerd, want zij zeiden dat zij naar de kerk gingen, en Maria Theresia zou dan de commissaris hebben laten ophangen.


Jacques Casanova de Seingalt
Histoire de ma vie
suivie de textes inédits
Volume 3 – Chapitre XII
Édition présentée et établie par Francis Lacassin
Éditions Robert Laffont, 1993, 2002

Het verhaal van mijn leven
Amsterdam, 1991, 2017, Uitgeverij Van Oorschot

24 oktober 2023

Joël hoort bij de preciezen, niet bij de rekkelijken

 

Wie vragen zou hebben bij de representativiteit van de Vivaldiploeg in Vlaanderen, kan in zijn naïviteit de verkiezingsuitslag van 2019 erbij halen. Hij ziet dan dat twee van de acht ministers samen 91.221 stemmen behaalden (ik reken de Brusselse stemmen voor Écolo nu even bij Vlaanderen als iedereen dat goed vindt). 

Dat aantal kan henzelf véél, en anderen weer weinig lijken, maar net als wij moeten zij afwachten of bij een volgende verkiezing het een even mooi resultaat wordt.


A. De Croo

V. Van Peteghem

F. Vandenbroucke

P. De Sutter

P. Van Tigchelt

A. Verlinden

C. Gennez

T. Vanderstraeten

VLD

CD&V

SPA

Groen

VLD

CD&V

SPA

Écolo

80.283

nul

nul

nul

nul

nul

nul

10.938



Overigens riskeert de onverlaat die zulke vragen stelt de bekende Joël de Ceulaer in het harnas te jagen.* Voor hem is er geen probleem (Joël zwemt in puur legalisme, blijft bij de lettertjes van de wet en andere overwegingen tellen niet) en hij is bereid, lezen we in een tweet van hem, dit aan iedereen, ook aan politicologen eens goed uit te leggen. Zij krijgen zelfs korting op het cursusgeld.

_____________

* Senior writer bij De Morgen – wat die term betekent weet ik niet, en kennelijk bezit het Nederlands geen equivalent.


21 oktober 2023

Geen meel in de mond

In Frankrijk – anders dan hier – lijkt toch iéts in beweging te komen. Hier zie je nog dat veel politici en hun journalisten Mehl im Maule behalten, om met Luther te spreken.

Na de tweede messenmoord van een mohammedaan op een leraar, constateren nu ook de goede media dat ze hun gebruikelijke verhaal over verwarde mannen, jongeren &c. hier en daar wat moeten bijstellen. Hoe ongaarne ze dat ook doen: ze kunnen het niet maken om hun geloofwaardigheid helemáál om te zeep helpen.

De minder goede media hadden al langer de gewoonte om dingen bij hun naam te noemen. Hier analyseert Charlotte d'Ornellas van CNews die twee moorden. Ik vertaal (eerder vrij) een deel van haar commentaar, te beginnen na 48'45" in de uitzending (zie link).


(even Beethoven tussendoor)

Er zijn nogal wat bedenkingen die moeilijk hun weg naar het publieke debat vinden. De voorbije dagen zag je wel twee ministers die schoorvoetend zich in de discussie hebben gemengd: Gérald Darmanin en Gabriel Attal,* maar je voelt dat zij hun gedachte niet consequent doordenken. Waarom niet?

Wel, punt één is overduidelijk de immigratie – een term die Emmanuel Macron niet over zijn lippen kreeg de dag dat hij in Arras** was.

En u zal mij zeggen wat men gewoonlijk zegt: ja, maar het gaat hier om Fransen. In dit geval zit u er niet ver naast, want hij arriveerde hier toen hij vijf was. Blijft wel dat hij geen Fransman is.

Maar per slot van rekening blijft het probleem dan hetzelfde, het wordt zelfs erger. Pardon, maar als ze in Frankrijk geboren zijn, of hier als vijfjarige arriveerden, en ze bestaan het om in een video hun haat tegen Frankrijk uit te spreken en vervolgens een leraar op school te vermoorden – het spijt me, maar dan is ons probleem nog groter dan als ze hier pas twee dagen daarvoor waren aangeland.

Vanzelfsprekend gaat het debat over immigratie. Bij die vaststelling dan zeggen: het zijn Fransen, of ze waren hier al toen ze vijf waren... Geconfronteerd met de huidige situatie moet het eerste debat dat een politicus met verantwoordelijkheidszin hierover aangaat tenminste dit bevatten: ‘Alvast hiermee stoppen.’

Op zijn minst meteen stoppen, en dan bekijken wat we aanvangen met diegenen die nu in het land zijn en hier niet horen te blijven, en met diegenen die er al zijn en waarmee we het moeten stellen. En vervolgens bekijken hoe we die zaken zullen beheren. Maar zo pakt men de kwestie helemaal niet aan.

Het tweede punt is natuurlijk het verwerpen van welke vorm van onderwerping ook [soumission] want die is dodelijk voor wat we zelf zijn. Waarom dit punt? Nogmaals, het is een vicieuze cirkel, maar zo'n aanval raakt ons, en op vele manieren. Alleen voor het terrorisme bang zijn helpt niet. Wat ik bedoel: een terrorist – ik weet niet meer wie dat zei – is onder de islamisten de meest gehaaste. Maar in werkelijkheid kan de verovering de kwestie van de algehele verovering van Frankrijk, want daar is het om te doen – beslecht worden door de demografie, beslecht worden door de moraal, via gerechtelijke vorderingen, door culturele eisen, in dit geval multiculturele eisen, door kledingvereisten ...en sommigen, niet allen maar sommigen die deze eisen onderschrijven, sommigen besluiten dan te moorden. Maar de algehele verovering, de totale verandering van Frankrijk laat zich met duizend middelen bereiken.

o-o-o-o-o

Als ik Gérald Darmanin vandaag hoor zeggen dat Benzema*** '...zoals we allemaal weten, berucht is voor zijn band met de Moslimbroederschap.' Ach, ten eerste, ‘dat weten we allemaal’: ik weet niet waar dat vandaan komt. Nee, ik weet niet waar vandaan want vorig jaar, toen Benzema de Ballon d'Or ontving, liet Emmanuel Macron het niet bij een huldiging van diens voetbalprestaties. Macron prees (ik citeer): 'een model van succes.’

Een model van succes ...als je bedenkt wat voetballers betekenen voor een deel van de Franse jeugd, dan is dat niet niks. Zoiets kun je niet zeggen, en een jaar later het tegenovergestelde beweren.

Overigens wil ik ook graag ingaan op het verhaal rond het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat nu heel wat mensen bezighoudt. Gérald Darmanin zegt – ‘eindelijk’ zou ik willen toevoegen  ‘Welk oordeel het EHRM ook mag vellen, we gaan daarvóór al tot uitzetting over, want we hoeven de beslissing van het EHRM niet af te wachten.’

En wat zegt Gérald Darmanin nog? Hij zegt: ‘We kunnen 3.000 euro betalen, ik ben bereid die te betalen’. Maar, neem me niet kwalijk: als het legitiem is om twee Tsjetsjeense islamisten uit te zetten die Frankrijk mogelijk kunnen aanvallen, dan is het absoluut illegitiem om ermee in te stemmen om zelfs maar 3.000 euro aan het EHRM te betalen.

Dus: óf we vereffenen onze rekeningen met het EHRM, óf we stellen voor om eruit te stappen. Met betaling kunnen wij niet instemmen, want ook dat is een vorm van soumission. Natuurlijk, 3.000 euro stelt niets voor zal men mij vertellen, maar het is het concept toch? het is eigenlijk gewoon het principe. Je kunt niet van twee ruiven eten, dat gaat niet.

En telkens weer als we worden aangevallen, worden die aanvallen opgesplitst in allerlei redenen om ons aan te vallen, zonder dat men ooit de echte reden noemt. En die reden is la France, meer niet. We gaan niet elke aanval systematisch in plakjes en blokjes versnijden en elke keer zeggen ‘Oh, dit zal hierdoor gekomen zijn, en oh, dat daardoor.'

Het is haat, en de terrorist die Dominique Bernard vermoordde had de verdienste om dat ook zo te zeggen. Hij haat dit land, en dus ook zijn bewoners.

_________________

* Ministers, respectievelijk van Binnenlandse Zaken en Onderwijs. Beiden zaten al vaker in Cnews-studio's.
** Hij was in Arras (Atrecht) na de moord op Dominique Bernard door Mohammed Mogouchkov.
*** Een voetballer.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html